In Nederland moet de overheid ervoor zorgen dat de eigen wetten en regels overeenstemmen met de artikelen uit het Kinderrechtenverdrag. Daarnaast moet de overheid ervoor zorgen dat de rechten van kinderen in het beleid en in de omgang met kinderen in ons land door iedereen gerespecteerd worden. Wie controleert dat?
Internationaal: Statenrapportages
Elk land dat het Kinderrechtenverdrag heeft geratificeerd moet aan het Kinderrechtencomité rapporteren over hoe het staat met de naleving van het verdrag in het betreffende land. Zo ook Nederland. Eén keer in de vijf jaar legt de Nederlandse regering verantwoording af over hoe het staat met de naleving van kinderrechten in ons land. Dat doet ze met een schriftelijke rapportage en door ‘live’ uitleg te komen geven bij het VN-comité in Geneve. Het VN-Comité reageert daarop met een kritisch commentaar, de Concluding Observations. Dit zijn niet bindende aanbevelingen, maar zij genieten internationaal wel veel gezag.
Het VN-Kinderrechtencomité rapporteert iedere twee jaar aan de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties.
Lees meer over de VN-rapportage en het Kinderrechtencomité .
Internationaal: Klachtenprocedure
Naast de vijfjaarlijkse statenrapportages kan het VN-Kinderrechtencomité sinds kort ook nog met de klachtenprocedure toezicht houden op de naleving van kinderrechten. Het VN-Kinderrechtencomité is bevoegd een klacht van of over een individueel kind, of een groep individuele kinderen, in behandeling te nemen. Naar aanleiding van de klacht kan het Comité niet-bindende aanbevelingen doen.
Staten kunnen ook een klacht indienen over een kinderrechtenschending in een ander land. Daarnaast heeft het Comité de mogelijkheid om onderzoek uit te voeren in een bepaald land. Dat gebeurt op het moment dat het betrouwbare informatie heeft ontvangen over een mogelijke ernstige of systematische kinderrechtenschending.
De klachtenprocedure geldt alleen voor landen die partij zijn bij het derde Facultatief Procotol. Voor Nederland geldt deze vorm van toezicht dus niet. Nederland heeft dit protocol namelijk nog niet geratificeerd.
Nationaal: Kinderombudsman
Sinds 2011 heeft Nederland een Kinderombudsman. De Kinderombudsman is onafhankelijk houdt de overheid scherp door te controleren of kinderrechten in Nederland worden nagekomen. Niet alleen controleert de Kinderombudsman de overheid, maar bijvoorbeeld ook private organisaties, jeugdhulp en gezondheidszorg. De Kinderombudsman brengt regelmatig adviezen uit aan de overheid en anderen – gevraagd en ongevraagd – om ze beter bewust te maken van kinderrechten.
Kijk hier voor meer informatie over de Kinderombudsman.
Nationaal: (Non-gouvernementele) organisaties
Naast de Kinderombudsman zijn er nog tal van instanties en maatschappelijke organisaties die helpen controleren of kinderrechten worden nageleefd. Sommige organisaties letten vooral op één bepaald recht, zoals het recht op onderwijs. Anderen kijken breder. Deze organisaties kunnen bij de regering aangeven als er iets niet goed gaat. Maar ze kunnen hun bevindingen ook melden aan het Kinderrechtencomité door middel van de zogenoemde ngo-rapportage. Deze rapportage staat ook wel bekend als de schaduwrapportage. Deze rapportage levert aanvullende informatie over hoe het met de naleving van kinderrechten gaat in Nederland. Op die manier wordt het Kinderrechtencomité vanuit verschillende kanalen gevoed en krijgt het een beter beeld van de stand van zaken.
Nationaal: Samenleving
Letten op de rechten van kinderen is eigenlijk heel normaal. Ouders doen het, maar ook docenten, artsen, politieagenten, voetbalcoaches van jeugdteams, noem maar op. En kinderen die hun rechten kennen, komen op voor zichzelf en voor anderen. Want uiteindelijk is dat waar het om gaat: dat kinderrechten vanzelfsprekend zijn. Altijd en overal. Voor ieder kind. Ook een verdrag is slechts een middel om dat doel te bereiken.