De vijftienjarige Noera zit in 3 havo. Vorige week was er een speciale lesdag op school over jongeren met een eigen bedrijf. Noera heeft al een tijdje een goed idee; een bedrijf beginnen dat trendy regenpakken maakt voor over je tas. Daar heb je als scholier nog eens wat aan! Haar ouders twijfelen of Noera oud genoeg is. Mag zij al een eigen bedrijfje hebben?
Als je minderjarig bent, dus onder de achttien, dan mag je alleen grote beslissingen nemen met toestemming van je ouders of voogd. Je mag als minderjarige alleen beslissingen maken die bij jouw leeftijd passen. Zo mag je als vijftienjarige dus prima een blikje cola kopen, maar nog geen ruimte huren om een bedrijf te beginnen.
Noera is nog net geen zestien, waardoor ze voor elke grote beslissing in haar bedrijf toestemming aan haar ouders moet vragen. Als Noera zestien wordt, kan zij om handlichting vragen. Dat betekent dat zij in één keer toestemming krijgt van haar ouders voor alle beslissingen die ze maakt in haar bedrijf. Hiervoor moet Noera naar de rechter. Aan hem of haar legt ze uit wat ze precies wil kunnen doen zonder toestemming van haar ouders. Zoals het kopen van materiaal voor de regenpakken en het geven van een opdracht aan fabrieken die het kunnen maken.
Noera is zestien geworden en heeft handlichting aangevraagd bij de rechter. Deze krijgt ze. De volgende stap is haar bedrijf inschrijven bij de Kamer van Koophandel (daar staat elk bedrijf geregistreerd) en een naam bedenken. Dat is best lastig, want de naam mag niet te veel lijken op een naam die al bestaat. Noera belt met een adviseur van de Kamer van Koophandel, om te kijken of haar idee mag. De adviseur helpt haar met het uitkiezen van een naam en andere zaken die bij een bedrijf komen kijken, zoals belasting betalen.
Samen met haar moeder ondertekent ze de nodige papieren. Noera is vanaf dat moment de baas van haar eigen bedrijf! De medewerker bij de Kamer van Koophandel vraagt of ze het niet eng vindt, baas zijn in een eigen bedrijf. Noera heeft al een antwoord: ‘Wat is het ergste dat kan gebeuren? Als het geen succes wordt, bedenk ik weer wat nieuws!’