De vijftienjarige Bana Alabed heeft op woensdag 19 november 2025 de Internationale Kindervredesprijs gewonnen. Bana maakte op zevenjarige leeftijd de strijd om Aleppo mee. Ze deed op Twitter live verslag vanuit de Syrische hoofdstad toen daar werd gevochten tussen de Syrische rebellen en het regime van Assad. In december 2016 vluchtte ze met haar familie naar Turkije, waar ze sindsdien verblijft.
Bana’s boodschap aan de wereld is: ‘Vrede is geen luxe. De wereld moet naar ons luisteren. Onze jeugd is ons ontnomen door oorlogen en conflicten. We willen veilig in ons land leven. We willen vrede, en aan de kinderen die lijden in de oorlogen: ‘Jullie zijn niet alleen!’’
Tegenwoordig zet Bana zich in voor kinderen die door oorlog worden getroffen. Zo heeft ze een YouTube-kanaal en runt ze een onderwijsprogramma waarmee ze vluchtelingenkinderen helpt hun moedertaal weer te leren en psychologische ondersteuning te krijgen. Ze schrijft zelf boeken en artikelen over haar eigen ervaringen in oorlogsgebied. Ze biedt daarmee hoop aan kinderen in conflictgebieden zoals Sudan, Gaza en Oekraïne.
De Internationale Kindervredeprijs wordt jaarlijks door onze partner KidsRights uitgereikt aan een kind dat een uitzonderlijk verschil heeft gemaakt voor de rechten van het kind en de positie van kwetsbare kinderen, waar ook ter wereld. Het doel van de prijs is om kinderen een platform te bieden om hun ideeën en persoonlijke betrokkenheid bij kinderrechten tot uiting te brengen. KidsRights vindt dat kinderen erkend, beloond en gemotiveerd moeten worden in hun felle inspanningen om hun eigen situatie en die van de kinderen in hun omgeving en zelfs de wereld te verbeteren.
De Internationale Kindervredesprijs erkent jonge changemakers en heeft al vele uitzonderlijke winnaars gehad. De eerste prijs werd in 2005 postuum toegekend aan Nkosi Johnson uit Zuid-Afrika voor zijn strijd voor erkenning en het doorbreken van het stigma rond kinderen met hiv en aids. Na eerdere winnaars als Malala Yousafzai en Gretha Thunberg, mocht Bana Alabed hem twintig jaar later opvolgen.



