Artikel 31 van het VN-Kinderrechtenverdrag gaat over het recht op rust en vrije tijd. Het VN-Kinderrechtencomité is bezorgd over de slechte implementatie van dit recht. General Comment nr. 17 is geschreven om de zorgen aan te pakken, bekendheid en begrip onder Staten te vergroten en Staten aan te moedigen maatregelen te nemen om de implementatie van artikel 31 te waarborgen.
Belang van het recht op vrijetijdsbesteding
De rechten die in artikel 31 worden omschreven vormen samen de noodzakelijke omgeving om de ontwikkeling van de jeugd te waarborgen. Spel en recreatie zijn essentieel voor de gezondheid en het welzijn van kinderen en spelen een grote rol in de ontwikkeling. Waar volwassenen zijn betrokken, worden kinderen begeleid en is er een sterkere band tussen ouder en kind. Kinderen krijgen door spel en recreatie het gevoel dat zij erbij horen. Ook is dit recht een manier waarop cultuur tot stand komt en wordt doorgegeven. Naast spel en recreatie, zijn rust en vrije tijd net zo belangrijk voor de ontwikkeling van kinderen als de basisbehoeften zoals voedsel, onderdak, gezondheidszorg en onderwijs.
Optimale omgeving
Kinderen hebben vaak de neiging om te spelen, maar er zijn een aantal omgevingsfactoren nodig om de rechten uit artikel 31 te kunnen uitoefenen. Het VN-Kinderrechtencomité noemt hierbij onder andere de vrijheid van stress, een veilige omgeving, tijd en ruimte om te spelen zonder controle van volwassenen, andere kinderen om mee te spelen en erkenning van de samenleving van de rechten uit artikel 31 van het VN-Kinderrechtenverdrag.
Belemmeringen
Het comité noemt een aantal struikelblokken bij het creëren van de optimale omgeving. Het belang van spelen wordt vaak niet erkend. Er moet dan ook meer erkenning komen voor alle vormen en locaties voor spel. Dit is in het bijzonder voor oudere kinderen van belang. Ook is het van belang dat er een veilige omgeving voor het spel bestaat; dit moet dicht bij huis zijn, vrij van gevaren, maar ook schoon en vrij van criminaliteit. Hiernaast moeten kinderen voor hun spel gebruik kunnen maken van openbare ruimten. Op dit moment wordt de aanwezigheid van kinderen door veel volwassenen ervaren als overlast, terwijl kinderen deze ruimte nodig hebben om hun rechten uit te oefenen. Verder is het belangrijk dat kinderen toegang hebben tot de natuur. De balans tussen risico en veiligheid blijkt lastig.
Kinderen worden onder druk gezet om academisch te presteren, dit kan in de weg staan van het uitoefenen van de rechten uit artikel 31. Dit hangt samen met het overmatig structureren van de agenda van het kind. Bij ontwikkelingsprogramma’s wordt slechts gelet op het overleven van het kind en niet op de omstandigheden die een kind nodig heeft om te groeien. Ook wordt er te weinig geïnvesteerd in de culturele en artistieke kansen voor kinderen.
De groeiende rol van elektronica brengt verschillende gevaren voor kinderen met zich mee. Als voorbeelden hiervan noemt het comité cyberbuylling, deelname aan agressieve spelletjes, gebrek aan multiculturele inhoud en een groeiende afhankelijkheid van schermen. Ook uit het comité zorgen over de groeiende commercialisering van spelen.
Kinderen die bijzondere aandacht nodig hebben
Het comité maakt zich in het bijzonder zorgen om bepaalde groepen kinderen. Volgens hen moeten Staten zich bij het waarborgen van de rechten uit artikel 31 in het bijzonder richten op de volgende groepen kinderen:
- Meisjes
- Kinderen die in armoede leven
- Kinderen met een handicap
- Kinderen in instituten
- Kinderen uit inheemse en minderheden culturen
- Kinderen in een situatie van conflict of humanitaire- of natuurrampen
Kijk hier voor de tekst van General Comment nr. 17 (ENG)
Kijk hier voor de tekst van General Comment nr. 17 (NL)