Alleenstaande kinderen die het eigen land ontvlucht zijn of die staatloos zijn, en die zonder ouders of verzorgers in een vreemd land verblijven, bevinden zich in een bijzonder kwetsbare situatie. Het aantal alleenstaande kinderen die gevlucht zijn en elders onderdak en veiligheid zoeken is, zo constateerde het Comité, in de loop der jaren toegenomen. Het General Comment nr. 6 (van 1 september 2005) is van toepassing op kinderen en jongeren die op zichzelf zijn aangewezen, door oorlog, door uitbuiting, als gevolg van kinderhandel of omdat zij op zoek zijn gegaan naar een beter leven vanwege slechte economische omstandigheden en een gebrek aan toekomstperspectief.
Kinderrechten
Het Kinderrechtenverdrag geldt voor alle kinderen die zich in een lidstaat bevinden. Alleenstaande minderjarige vreemdelingen mogen hier niet van worden uitgesloten, op geen enkel (overheids)niveau. Dat betekent onder meer dat beginselen, zoals dat het belang van het kind in elke beslissing de eerste overweging moet vormen en dat het kind gehoord dient te worden in alle aangelegenheden die hem betreffen, onverkort gelden.
Beschermingsmaatregelen
De Staat moet ervoor zorgen dat alleenstaande minderjarige vreemdelingen zo snel mogelijk na aankomst in Nederland op kindgerichte wijze worden geïdentificeerd, als alleenstaande minderjarigen vreemdelingen, en daarna ook worden geregistreerd. Na deze formaliteiten moet ogenblikkelijk aan hen de bescherming worden geboden die zij nodig hebben. Zij moeten zo snel mogelijk een voogd toegewezen krijgen en opgevangen worden in een pleeggezin of – als dat beter is voor het kind – in een gezinsvervangend tehuis. Hierbij moet rekening gehouden worden met de achtergrond van het kind. Ook moeten broertjes en zusjes zoveel mogelijk bij elkaar kunnen blijven. Staten moeten ervoor zorgen dat alle alleenstaande minderjarige vreemdelingen, ongeacht de status die zij hebben, toegang hebben tot adequaat onderwijs.
Voogdij
Staten zijn verplicht om zo snel mogelijk een voogd aan een alleenstaande minderjarige vreemdeling toe te wijzen. De voogd blijft verbonden aan kind tot deze meerderjarig is geworden of het grondgebied en/of jurisdictie van de Staat heeft verlaten. De aangewezen voogd moet worden geraadpleegd en geïnformeerd over alle zaken die betrekking hebben op het kind. De voogd dient bij alle processen, waaronder ook de hoorzittingen, aanwezig te kunnen zijn. De voogd fungeert als schakel tussen het kind en de betrokkene instanties. Het streven van deze constructie is om gezamenlijk te zoeken naar een duurzame oplossing. De voogd moet de nodige deskundigheid hebben op het gebied van de zorg voor kinderen om zo de belangen van het kind te kunnen behartigen. Als het kind wordt betrokken bij asielprocedures of gerechtelijke procedures moet er, in aanvulling op de benoeming van de voogd, ook worden voorzien in een wettelijke vertegenwoordiger (meestal een advocaat).
Zorg en accommodatie
Alleenstaande minderjarige vreemdelingen zijn kinderen die tijdelijk of blijvend beroofd zijn van hun vertrouwde omgeving. Het is de verplichting van de Staat om deze kinderen bijzondere bescherming en bijstand te bieden. Er is een breed scala aan opties om de verzorging en/of de huisvesting voor deze kinderen te verzorgen, zoals plaatsing in een pleeggezin, plaatsing in een instelling of adoptie. Deze kinderen mogen niet zomaar in een vrijheidsbeperkende of gesloten setting worden geplaatst enkel op grond van hun migratierechtelijke status. Bij het maken van een keuze moet rekening worden gehouden met de kwetsbare situatie van het kind. Daarbij is het wenselijk om de continuïteit in de opvoeding voort te zetten en moet de etnische, religieuze, culturele en taalkundige achtergrond in ogenschouw worden genomen. Ook dienen broers en zussen zoveel mogelijk bij elkaar te worden geplaatst.
Recht op onderwijs
Staten moeten ervoor zorgen dat de toegang tot het onderwijs altijd wordt gehandhaafd, ongeacht de status van het kind, moet het kind altijd volledige toegang hebben tot onderwijs. Deze toegang moet zonder enige vorm van discriminatie worden verleend. In het bijzonder vraagt het Kinderrechtencomité aandacht voor meisjes en kinderen met een beperking.
Recht op een toereikende levensstandaard en gezondheidszorg
Staten moeten ervoor zorgen dat alleenstaande minderjarigen vreemdelingen een toereikende levensstandaard hebben, welke past bij hun lichamelijke, geestelijke, intellectuele en morele ontwikkeling. Daaronder valt ook ondersteuning met betrekking tot voeding, kleding en huisvesting. Ook moeten zij recht hebben tot gezondheidszorg. Er moet daarom aandacht komen voor de specifieke situatie van het kind. Alleenstaande minderjarige vreemdelingen hebben al op jonge leeftijd veel meegemaakt. Zij hebben een scheiding van familieleden meegemaakt en hebben ook in verschillende mate verlies, trauma en geweld ervaren. Meisjes zijn bovendien extra kwetsbaar, omdat de kans dat zij slachtoffer zijn geworden van seksueel geweld in het gewapend conflict groot is. Kinderen kunnen tijdens een gewapend conflict onder andere ook slachtoffer worden van misbruik, verwaarlozing, uitbuiting en foltering. Staten hebben de verplichting om kinderen te helpen bij het verwerken van hun trauma’s en ze hierbij voldoende begeleiding te bieden.
De asielprocedure
Kinderen die asiel willen aanvragen dienen ongeacht hun leeftijd toegang te hebben tot de asielprocedure. Dit geldt ook voor onbegeleide en gescheiden kinderen. Daarbij vereist het Kinderrechtenverdrag dat er rekening moet worden gehouden met de bijzondere kwetsbaarheid van deze kinderen. In dit General Comment worden een aantal aandachtpunten genoemd. Zo moet een kind een voogd aangewezen krijgen die bekend is met de achtergrond van het kind. Het kind dient verder kosteloos een juridische vertegenwoordiger kunnen raadplegen. De asielaanvragen van kinderen moeten voorrang krijgen. Betrokken instanties dienen ernaar streven om binnen korte tijd tot een rechtvaardig besluit te komen. Bij de behandeling van het verzoek dienen ook de geschiedenis, cultuur en achtergrond van het kind in beschouwing te worden genomen. Om asielaanvragen beter te kunnen beoordelen dienen Staten informatie over het herkomstland te verzamelen.
Gezinshereniging en terugkeer naar land van herkomst
Het ultieme doel ten aanzien van alleenstaande minderjarigen is zoeken naar een duurzame oplossing, waarbij rekening wordt gehouden met de mening van het kind. Het startpunt van een duurzame oplossing moet altijd het analyseren van de eventuele mogelijkheid tot gezinshereniging zijn. Staten moeten daarom alle nodige inspanningen verrichten om een alleenstaande minderjarige weer te herenigen met zijn ouders. Terugkeer naar het land van herkomst van een alleenstaande minderjarige mag in beginsel alleen worden geregeld, als dit in het belang van het kind is. Hierbij moet rekening worden gehouden met: veiligheid, beschikbaarheid van zorgarrangementen voor het kind, de mening van het kind, mate van integratie van het kind en verblijfsduur in het gastland en tot slot de wenselijkheid van de continuïteit van de opvoeding van het kind, met name het recht op naam, nationaliteit en behouden van familiebetrekkingen.
- Kijk hier voor de tekst van General Comment nr. 6 (ENG)
- Kijk hier voor de tekst van General Comment nr. 6 (NL)