Gijs van Malsen is wethouder volkshuisvesting, integratie, emancipatie, armoedebestrijding en welzijn in de gemeente Rijswijk. Tijdelijk valt ook werk en inkomen, sport en onderwijs onder zijn verantwoordelijkheid, maar misschien voelt hij zich wel het meest verantwoordelijk voor het welzijn en perspectief van kinderen. Wat hem betreft gaat het VN-Kinderrechtenverdrag een prominentere rol spelen in het aansturen van beleid.
“We zetten ons als gemeente vol in voor het bestrijden armoede. In brede zin en specifiek gericht op kinderen. Ons beleid rond armoede onder kinderen omvat regelingen als gratis schoolspullen en contributies voor sportclubs en zwemlessen. Al is het VN-Kinderrechtenverdrag niet direct leidend voor ons beleid; de principes ervan resoneren sterk in ons werk. We werken intensief samen met de Rijksoverheid en met de middelen die zij bieden. Deze zijn niet altijd afdoende, maar er worden belangrijke stappen gezet.”
Maximaliseren impact
“De Nederlandse overheid heeft de grondwettelijke verantwoordelijkheid de bestaanszekerheid van alle inwoners te garanderen. Het voorbehoud dat de overheid heeft genomen op artikelen die gaan over toegang tot sociale voorzieningen, liggen niet helemaal in lijn met deze verantwoordelijkheid. Gemeenten zoals Rijswijk kampen met grote tekorten. Daarnaast heeft decentralisatie gevolgen op het welbevinden en perspectief van kinderen. Toch stelde het ons ook in staat dichter bij de inwoners te staan en gerichter in te spelen op hun behoeften. Het biedt gemeenten de mogelijkheid om op lokaal niveau zelf invulling te geven aan beleid dat aansluit bij specifieke situaties. Hoewel we soms geconfronteerd worden met beperkte middelen, streven we ernaar de impact van ons beleid te maximaliseren.”
Investeringen in onze bewoners
“Kansen krijgen als je jong bent zijn bepalend voor de rest van je leven. Als iemand je die ontzegt, blijf je daar altijd last van houden. Als we ongelijkheid willen bestrijden, moeten we goed voor onze kinderen zorgen. Oftewel kansen scheppen voor gezinnen om zonder financiële drempels mee te doen, scholen mogelijkheden te geven goed onderwijs te bieden en kinderen ruimte te geven om te spelen en te leren. Het Kinderrechtenverdrag moet een stevig fundament gaan vormen in beleid. De VNG kan hier als lobbyorganisatie richting het Rijk zaken voor agenderen, net als verschillende commissies die contact hebben met bewindspersonen. De gezamenlijke knop moet om: uitgaven aan inkomensondersteuning, minimaregelingen en alles wat moet worden gedaan om kinderen uit de armoede te houden zijn geen kosten, het zijn investeringen in onze inwoners. Het is een manier om het sociaal, cultureel en financieel kapitaal van onze inwoners te vergroten. Een investering dus, juist voor volgende generaties.”
Definitie bestaanszekerheid
“We herzien de komende maanden ons armoedebeleid en komen met een nieuwe visie. Gebaseerd op de definities en grondbeginselen en de verplichtingen vanuit de overheid ten aanzien van bestaanszekerheid. Dit gaat niet alleen over geld, maar ook over toegang tot onderwijs, sport en goede huisvesting. We zijn al begonnen om samen met het college een aantal uitgangspunten te formuleren om de meest kwetsbare inwoners van Rijkswijk te ontzien, zoals met het kwijtschelden van gemeentelijke belastingen. Ondanks de noodzakelijke bezuinigingen, blijven we zoeken naar manieren om onze inwoners zo goed mogelijk te ondersteunen. We bouwen vanuit het Kinderrechtenverdrag aan het collectieve welzijn van Rijswijkse kinderen en inwoners.”
Kans op een zorgeloos leven
“In Rijswijk groeit één op de vijf kinderen op in armoede. Dat is een hoger percentage dan het landelijk gemiddelde. Als vader van drie kinderen doet het me verdriet te zien dat de kansen die voor mijn kinderen vanzelfsprekend zijn, niet voor iedereen gelden. Ik wil dat kinderen zich geen zorgen hoeven te maken over of ze wel naar hun sportclub kunnen of naar muziekles. Ik vond het echt waardevol om het Kinderrechtenverdrag te lezen, ik raad het iedereen aan. Het opende echt mijn ogen. We zijn als Nederland een rijk en mooi land, maar we hebben nog behoorlijk aan de weg te timmeren wat betreft het waarborgen van kinderrechten. Dat is waar we de komende tijd hard aan gaan werken: zorgen dat iedereen mee kan doen en de kans krijgt onze regelingen te gebruiken.”