Resultaten Global Youth Participation Index (GYPI) laten gebreken én kansen zien
De eerste editie van de Global Youth Participation Index (GYPI) laat een duidelijk beeld zien: jongeren (15 tot 30 jaar) wereldwijd willen bijdragen aan maatschappelijke en politieke processen, maar stuiten te vaak op tekortschietende politieke systemen en beleidsstructuren die hun participatie belemmeren.
De GYPI is een initiatief van de European Partnership for Democracy (EPD) en meet hoe het wereldwijd staat met de inclusie van jongeren in maatschappelijke, politieke en sociaaleconomische processen. Op basis van internationale data (o.a. V-Dem en de Youth Development Index) laat de index zien waar jongeren wél kunnen meedoen, waar barrières liggen, en wat landen kunnen doen om de betrokkenheid van jongeren te vergroten.
Met een wereldwijde gemiddelde score van 61 op 100 is er nog veel ruimte voor verbetering. De data wijzen uit dat het probleem niet bij de motivatie van jongeren ligt, maar bij het ontbreken van inclusieve en toegankelijke beleidsprocessen en participatievoorzieningen bij politieke aangelegenheden. Jongeren hebben vaak geen duidelijke of formele plek aan tafel wanneer beslissingen worden genomen die hun toekomst beïnvloeden.
Politieke participatie het zwakste punt
Opvallend is dat juist op het gebied van politieke participatie de score wereldwijd het laagst is: slechts 51 van de 100. Jongeren worden wereldwijd nog te vaak uitgesloten van formele politieke processen. Denk aan het ontbreken van jongerenvertegenwoordiging in politieke partijen, het gebrek aan nationaal jeugdbeleid of minimale zeggenschap binnen beleidsvorming.
Opvallend: alle landen met de laagste scores in de GYPI kennen een autoritair regime. Dit onderstreept de dreiging die autocratische systemen vormen voor jongerenparticipatie en democratische vernieuwing.
Daarnaast blijkt uit de index dat een open en actief maatschappelijk middenveld een cruciale rol speelt. Landen waar jongeren een plek vinden in ngo’s, activisme en belangenbehartiging, scoren structureel beter. Waar het maatschappelijk middenveld onder druk staat, blijft jongerenparticipatie achter.
Hoe doet Nederland het?
Nederland scoort relatief hoog met een totaalscore van 80 op 100. Met name op sociaaleconomisch vlak scoort Nederland hoog: jongeren hebben over het algemeen toegang tot goede gezondheidszorg, onderwijs, en relatief lage jeugdwerkloosheid. Ook op het gebied van maatschappelijke participatie en verkiezingen is Nederland positief beoordeeld. Jongeren zetten zich actief in voor thema’s als klimaatrechtvaardigheid, gendergelijkheid en mentale gezondheid, en weten hun stem te laten horen tijdens verkiezingen.
Toch is er ook in Nederland werk aan de winkel. Op het onderdeel politieke participatie scoort Nederland slechts 58 van de 100 punten. Hoewel jongerenraden en jongerenorganisaties vaak worden geraadpleegd, worden jongeren zelden daadwerkelijk meegenomen in besluitvorming. Adviseren is niet hetzelfde als meebeslissen.
Ook binnen politieke partijen blijven jongeren vaak ondervertegenwoordigd. Bestuurs- en beleidsposities worden nog steeds veelal bezet door oudere generaties, waardoor jongeren minder kansen hebben om door te stromen en invloed uit te oefenen op politieke keuzes.
Conclusie
De GYPI maakt één ding duidelijk: jongeren willen meedoen, maar het is aan overheden, instellingen en politieke partijen om systemen zo in te richten dat die participatie ook echt mogelijk is. Dat vraagt om meer dan goede bedoelingen – het vraagt om structurele verandering en échte jongereninvloed op beleid.