Voor een gehoor van meer dan 100 vertegenwoordigers van kinderrechtenorganisaties, kennisinstituten, (lokale) overheden en jongeren gingen Kamerleden Attje Kuiken (PvdA), Rens Raemakers (D66), Martin Wörsdörfer (VVD) en Lisa Westerveld (GroenLinks) onder leiding van de jongeren Lina en Yasmin in debat tijdens het 25-jarig online jubileumevent van het Kinderrechtencollectief. Tijdens het kinderrechtendebat komen thema’s aan de orde als jongerenparticipatie, jeugdzorg, migratie en kansenongelijkheid, in tweetallen gaan de Kamerleden hierover in debat. Aan de hand hiervan wordt bepaald welk Kamerlid zich als kinderrechtenkampioen in de volgende kabinetsperiode hard gaat maken voor de naleving van kinderrechten.
Jongerenparticipatie
“Het is belangrijk dat het Kinderrechtenverdrag wordt nagekomen in plaats van alleen in woorden beleden”, zegt PvdA Kamerlid Kuiken. Andere Kamerleden sluiten zich bij haar aan door te stellen dat jongerenparticipatie op een betekenisvolle manier moet worden ingericht. “We doen jongerenparticipatie nog niet goed genoeg, de PvdA wil dit verbeteren en kiest voor het verlagen van de kiesdrempel naar 16 jaar”, aldus Kuiken. “Richt ook jongerenraden op, daardoor wordt je besluitvorming beter.” Als Kamerlid benadrukt Raemakers (D66) ook het belang van jongerenparticipatie. ”Ik heb het initiatief genomen voor een jaarlijks kindervragenuur in de Tweede Kamer voor groep 7 en 8. Laat jongeren niet 1x per jaar mee beslissen, maar laat ze echt mee beslissen over beleid dat hen aan gaat. We moeten vanuit Den Haag zorgen dat gemeenten voldoende geld hebben, dat gemeenten terecht kunnen met vragen en we moeten expertise aanbieden. Maar het is uiteindelijk aan gemeenten zelf om te bepalen hoe ze jongerenparticipatie doen. En vooral de jongeren zelf moeten aan de bal zijn.”
<tekst gaat door onder de video>
Jeugdzorg
Als Kamerlid krijgt GroenLinks Kamerlid Westerveld veel vragen over de lange wachttijden in de jeugdhulp. “We hebben landelijke afspraken nodig waar alle gemeenten en hulpinstanties zich aan moeten houden. Onderwijs en jeugdzorg moeten ook beter samenwerken. Voorkom dat kinderen te maken krijgen met jeugdhulp. Goede ondersteuning in gezinnen is nodig en ook begeleiding vanuit school.” Kamerlid Wörsdörfer van de VVD vult aan: “De jeugdzorg is te complex geworden, dat kan niet de bedoeling zijn. Instellingen en gemeenten, maar ook het rijk moeten kritisch naar zichzelf kijken. Het kan niet zo zijn dat iemand een half jaar of langer moet wachten op zorg. Samenwerking tussen partijen loopt nu niet altijd goed, het ministerie moet dit beter regelen.” Westerveld: “Ook hier is het belangrijk dat er naar kinderen en ouders wordt geluisterd om tot een oplossing te komen, nu voelen ze zich vaak niet gehoord.”
Kansenongelijkheid
“Het maakt uit wie je ouders zijn voor je kansen, blijkt uit onderzoek,” aldus Westerveld. “In de coronacrisis zie je dit ook, sommige ouders kunnen hun kinderen niet goed begeleiden met onderwijs. Als oplossing ziet Westerveld onder andere bijles in het onderwijs toegankelijk maken voor iedereen, dit is nu vaak te duur.” Raemakers van D66: “De overheid moet veel meer doen aan kansenongelijkheid. Het begint al van kleins af aan, samen naar de kinderopvang, die wat Raemakers betreft voor iedereen gratis wordt. En ook later op school, biedt daar sport en cultuur aan. Dit beïnvloedt de rest van je leven.” Wat D66 wil is dat bijles op school plaatsvindt, zodat je persoonlijke aandacht in het onderwijs integreert. Veel kleinere klassen is ook een oplossing vult Westerveld aan. “Belangrijk is dat alle partijen gaan investeren in het onderwijs, zodat we na de verkiezingen alle leerlingen een goede toekomst kunnen geven,” sluit Raemakers af.
Vluchtelingenkinderen
“Belangen van vluchtelingenkinderen moeten beter verankerd worden in het asielrecht”, aldus Kuiken. “De PvdA heeft een initiatiefwetsvoorstel met GroenLinks en andere partijen zoals SP om dit in de wet te regelen.” Wörsdörfer beaamt dat aan het begin van een procedure gewogen moet worden of het veilig is of onveilig, aan het begin belangen kinderen meewegen ben ik ook voor.” Volgens Wörsdörfer voldoet de Nederlandse wetgeving aan internationale Verdragen, en is een wetsvoorstel niet nodig. Daar gaat Kuiken tegenin: “Rechten van kinderen wordt nu niet afzonderlijk meegewogen, dit moet anders.” Voor Wörsdörfer is dit principiëler, help kinderen in de regio. Attje: “Kinderen moeten zich goed kunnen ontwikkelen.” Martin is het hiermee eens, maar dat geldt ook in het land van herkomst, dit kun je ook oplossen met ontwikkelingssamenwerking. Volgens Kuiken is het én én, daar ondersteunen en ook in Nederland kinderen kansen bieden om zich te ontwikkelen.
Voor Yasmin en Lina zijn de argumenten van de Kamerleden overtuigend genoeg om ervan uit te gaan dat ieder Kamerlid zich op zijn eigen manier zal blijven inzetten voor kinderrechten. Ook in de nieuwe regeringsperiode. Zij nomineren alle Kamerleden als kinderrechtenkampioenen en sluiten zo het debat af.