‘Voor kinderen en jongeren is de gemeente een raar en vaag instituut.’
Erie Haak werkt bij de gemeente Woerden en is sinds 2019 als coördinator betrokken bij de ontwikkeling van een nieuw jeugd- en gezinsteam. De gemeente wilde met het nieuwe team beter aansluiten bij de wensen en behoeften van kinderen en jongeren. Daarom greep Haak de mogelijkheid aan hen actief bij de ontwikkeling van het nieuwe team te betrekken. Omdat de gemeente wat kinder- en jongerenparticipatie betreft een newbie is, verzocht zij Defence for Children de ‘participatiepilot’ te ondersteunen.
Over participatie
Participatie is het horen van de mening van kinderen en jongeren over zaken die hen aangaan en het daaraan vervolgens passend gewicht toekennen. Het is een uit het Kinderrechtenverdrag en de Jeugdwet voortvloeiende verplichting, die geldt voor alle overheidsniveaus. Kinder- en jongerenparticipatie moet, zegt het Kinderrechtencomité, veilig en betekenisvol zijn. De verplichting omvat collectieve (meedenken over het maken, aanpassen of evalueren van beleid) en individuele participatie ( zoals meedenken over het eigen behandelplan).
Defence for Children stelde naar aanleiding van het verzoek van Erie Haak een Handleiding Jeugdparticipatie vanuit kinderrechtelijk perspectief op. In de handleiding staan aanbevelingen voor zowel collectieve als individuele kinder- en jongerenparticipatie binnen het jeugd- en gezinsteam. Omdat de pilot inmiddels is afgerond, zijn we benieuwd naar Erie Haaks ervaringen.
Hoe gaat het met de participatie van kinderen en jongeren?
“Ons jeugd- en gezinsteam is volop in ontwikkeling. We hebben helaas nog niet zo veel met de aanbevelingen uit de handleiding gedaan, maar de wil tot participatie is er wel. Net als het besef dat als we willen dat ons beleid slaagt, we dat moeten uitvoeren op een manier die past bij wat inwoners nodig hebben. We proberen daarom uitvoering aan participatie te geven, maar in de waan van de dag komt het er niet van.”
Dat roept de vraag op hoe belangrijk de gemeente participatie vindt?
“Als gemeente vinden we participatie heel belangrijk, zowel voor de ontwikkeling van kinderen en jongeren als voor onszelf. Wij werken voor de inwoners. We voeren de Jeugdwet uit. Die moet ervoor zorgen dat kinderen in Woerden de hulp krijgen die ze nodig hebben, dat ze veilig zijn. Dat kun je niet goed doen als je niet precies weet wat kinderen nodig hebben. Je wil geen geld besteden aan interventies die het probleem niet oplossen. We willen vraaggericht werken als gemeente, in plaats van aanbodgericht. Maar dat blijkt in de praktijk lastig. Wanneer geef je voldoende invulling aan participatie, wat is daar precies voor nodig?
Defence for Children hielp ons daarbij door ons te laten inzien dat je echt goed moet luisteren naar kinderen en jongeren. In feite is het niet zo ingewikkeld. Kinderen kunnen over veel dingen meedenken en hebben vaak een verrassende visie, maar we moeten in gesprek gaan. Daar is nog veel te winnen, maar er is een beweging gaande richting kinderemancipatie. Een goede balans is hierbij belangrijk. Goed luisteren naar kinderen wil niet zeggen dat we moeten doen wat ze willen. Het gaat om het serieus nemen van hun mening.”
Hoe heeft u de ondersteuning ervaren?
“Defence for Children zette kinderrechten bij ons op de kaart, want die zijn best wel ondergesneeuwd bij een gemeente. We staan daar niet altijd goed bij stil. We moeten veel wetten uitvoeren, ons aan een heleboel regeltjes houden. De lijst met taken is enorm en de uren en het budget beperkt. Als je als gemeente wil voldoen aan de verplichting tot participatie, moet je daar ruimte voor maken. In tijd, geld en mensen. Anders kom je niet ver.
Het leuke aan Defence for Children is dat ze ons hebben laten nadenken over waarom we dingen doen zoals we ze doen. Ik heb geleerd dat je, binnen de mogelijkheden, meer kan dan je denkt. Luister gewoon goed naar kinderen en jongeren als je ze spreekt. Maar je moet participatie en het belang daarvan weer naar boven halen bij mensen, herhalen, anders zakt het weg. We kunnen wel een opfriscursus gebruiken.”
Hoe komt het, dat het wegzakt?
“Het komt met name door corona. Veel dingen zijn op een lager pitje komen te staan. Het betrekken van kinderen en jongeren bij ons beleid is bovendien lastig. Het ontbreekt vaak aan tijd en mankracht om hen te laten participeren. We moeten al zo veel als gemeente. Participatie is zeker belangrijk, maar andere dingen lopen compleet vast als je die niet doet. Het systeem draait door en wint het dan van bijvoorbeeld participatie. Overigens ontbreken niet alleen tijd en mankracht, maar ook middelen. Want ja, geld is belangrijk.”
Wat maakt dat het lastig is voor de gemeente om kinderen, met name jongeren, bij het beleid te betrekken?
“Ik denk het actief moeten benaderen van kinderen en jongeren. Kinderen en jongeren stappen uit zichzelf maar weinig op ons af. Het is zoeken en trekken, waardoor het bij de gemeente vaak onderaan het prioriteitenlijstje belandt. Als het te maken heeft met concrete gevallen is het gemakkelijker om kinderen en jongeren bij ons beleid te betrekken. Bij basisschoolkinderen gaat het dan bijvoorbeeld om een speeltuintje, maar bij jongeren is dat moeilijker. Het is naar mijn idee pas leuk om mee te praten als het onderwerp je direct raakt. We zijn in het algemeen een raar en vaag instituut voor kinderen en jongeren. De grote onbekende, zowel wat betreft beleid als de mogelijkheden voor participatie. We moeten hen daarom via de goede kanalen bereiken. Op zich slaagt onze jongerenwerkorganisatie Buurtwerk daarin. Dat helpt, maar het blijft lastig.”
Wat zou helpen kinderen en jongeren beter te bereiken?
“Gemeenten zitten op een andere golflengte dan de gemiddelde puber. Tegen de tijd dat de gemeente op Facebook zit, zijn de pubers er alweer vanaf. We richten onze communicatie met name op volwassenen, zij benaderen de gemeente zelf. Kinderen en jongeren moet je erbij betrekken, dat is (nog) geen onderdeel van de cultuur, bij de gemeente niet en bij hen zelf niet. Een informatienetwerk zoals de Kinderombudsman Amsterdam in haar Kinderrechtenscan voorstelt, is een interessant idee. Daar wil ik graag meer over weten!
Daarnaast hebben we als jeugdteam steeds meer en betere contacten met scholen, het zou mooi zijn als we daarop aansluiten. Door gastlessen te geven zouden we het reilen en zeilen van de gemeente en de mogelijkheid tot participatie beter op de kaart kunnen zetten, maar ja, daar moet wel tijd voor zijn. Ook kan de gemeente met scholen in gesprek gaan over het geven van kinderrechteneducatie en burgerschapslessen. Samen bedenken we dan hoe een school daar vorm aan kan geven. Sowieso moeten kinderen op school al leren hoe ze hun stem kunnen laten horen.”
Is er voldoende bewustwording en kennis binnen de gemeente Woerden over veilige en betekenisvolle participatie?
“Het zou in theorie goed zijn als de Handleiding Jeugdparticipatie vanuit kinderrechtelijk perspectief niet alleen door ons, maar gemeentebreed wordt gebruikt. Dat blijkt in de praktijk lastig. De gemeente bestaat uit allerlei eilandjes en het lukt ons niet altijd daaroverheen te stappen. Dat willen we wel, en soms lukt het ook, maar een gemeente is in het algemeen een log en ingewikkeld apparaat. Het zou helpen om binnen de gemeente iemand te hebben die ervoor zorgt dat participatie deel uitmaakt van het gemeentelijk DNA.
Maar ja, daar moet budget voor zijn. Met de huidige tekorten op het jeugdbeleid is het moeilijk budget te vinden om kinderen en jongeren actief te betrekken bij (het ontwikkelen van) ons beleid. Het is een kwestie van keuzes maken en dan staat participatie lager op het lijstje. Politiek gezien moet er dus meer draagvlak komen en dan specifiek in de begroting. Daarin moet participatie worden verankerd. Ik zou het mooi vinden als dit wordt meegenomen richting de verkiezingen.”
Lees ook:
- Interview Anne Martien van der Does, kinderombudsman Amsterdam: “Participatie van kinderen en jongeren is een rijdende trein die ik graag versnel”
- Interview Yuksel Motorcu, beleidsadviseur gemeente Utrecht: “Elke gemeente heeft een aanjager van kinder- en jongerenparticipatie nodig: als hulpmiddel of luis in de pels.”
- Interview dr. Gerard Kocken, GZ-psycholoog: “Het belang van participatie is dat kinderen en jongeren worden bevestigd in het gevoel dat ze ertoe doen.”