Alice van den Nieuwboer is wethouder in Ommen voor volkshuisvesting, (jeugd)zorg en welzijn, onderwijs, inclusie, mobiliteit en vluchtelingen. Al deze domeinen komen terug in jeugdzorg en kinderrechten. Dat dit in Nederland niet goed geregeld is, merkte ze pas echt toen ze ambassadeur werd van UNICEF. Alice doet er inmiddels alles aan kinderrechten hoger op de gemeentelijke agenda te krijgen.
“Kinderrechten zijn abstracte begrippen die ergens in de lucht zweven. Ze vormen de onzichtbare ruggengraat van het gemeentebeleid. In mijn begintijd in Ommen dacht ik dat Nederland kinderrechten goed had geregeld. Maar toen ik ambassadeur werd bij UNICEF voor Child Friendly Cities, realiseerde ik me pas hoe ver we nog te gaan hebben. Denk aan het ontwikkelen van een woonwijk: we bespreken betaalbaarheid, aspecten van duurzaamheid en het beeldkwaliteitsplan, maar niet hoe het is om op 90 centimeter hoogte als kind door die wijk te lopen. Het verplaatsen in het kind moet vanzelfsprekend zijn in onze planologische afwegingen. Kinderrechten zijn geen bijzaak, het is een fundamenteel thema.”
Gelijke kansen creëren
“In Ommen werken we aan interactieve inspraak van de jeugd, maar het is niet voldoende. Vooral bij thema’s zoals asielzoekers en statushouders zie je dat het recht op onderwijs en integratie soms in de knel komt. Als gemeente wil en kan je kinderen niet aan hun lot overlaten. We moeten voor alle kinderen klaarstaan. Dat betekent dat we fundamenteel moeten kijken naar hoe we kinderrechten kunnen organiseren en waarborgen. Zeker in samenwerking met het Rijk.”
Strijd voor eerlijk beleid
“Helaas is de systematiek van het Rijk niet altijd even werkbaar in de praktijk. Neem het financieringssysteem voor scholen die te maken hebben met nieuwkomers. Het Rijk betaalt per kwartaal, maar scholen hebben stabiliteit nodig om leerkrachten voor langere tijd aan te stellen. Dat maakt het voor scholen lastig kinderen de ondersteuning te bieden die ze nodig hebben, zoals taallessen. Als wethouder krijg ik regelmatig te maken met deze problematiek. Schooldirecteuren wijzen terecht op de beperkingen van het huidige systeem. Het is aan ons als gemeente om te blijven strijden voor betere regelingen en daarbij de belangen van kinderen voorop te stellen.”
Het moet en zal
“Ik zet me hier zo voor in omdat ik altijd aannam dat het goed geregeld was, maar ik zie dat het toch veel moeilijker is dan gedacht. Na meer dan tien jaar in het vak voeren we nog steeds dezelfde gesprekken. Hoe kan dat? Het moet toch lukken in een land als Nederland om kinderrechten goed te borgen? Ik geloof oprecht dat het kan, vooral als we allemaal hetzelfde doel voor ogen hebben. We moeten blijven werken aan een integrale aanpak waarbij onderwijs, zorg en jeugdzorg naadloos op elkaar aansluiten. Dat vraagt om samenwerking op alle niveaus, maar vooral om een gedeelde visie en doorzettingsvermogen.”
Lokale Educatieve Agenda
“In Ommen proberen we kinderrechten te integreren in verschillende domeinen. Een mooi voorbeeld is onze Lokale Educatieve Agenda, waarin we samen met onderwijs- en zorgpartners kijken naar hoe we kinderen kunnen ondersteunen. Dit gaat niet alleen over schoolprestaties, maar ook over hoe ze hun vaardigheden in de maatschappij zo goed mogelijk kunnen ontwikkelen. We willen ervoor zorgen dat kinderen later een zinvolle bijdrage kunnen leveren aan de samenleving. We overwegen de Child Friendly Cities-barometer te gebruiken om te meten hoe we het doen, zodat we ons beleid continu kunnen verbeteren.”
Continuïteit voor de toekomst
“We lopen het risico dat door de aandacht die uitgaat aan alle ‘grote’ onderwerpen, het denken over en met de jeugd vergeten wordt. We moeten in de gaten blijven houden dat we ons ook hierin verder ontwikkelen. Een meer structurele manier om kinderen bij het beleid te betrekken past hier goed bij. Zo werken we met maatschappelijke partners aan inclusieprojecten, zoals een tentoonstelling over gender en geloof. Dit zijn kleine stapjes, maar hoe dan ook belangrijk in het creëren van een samenleving waarin we kinderrechten echt waarborgen.”
“In de toekomst hoop ik dat we samen met het Rijk verder kunnen komen. De hervormingsagenda Jeugd geeft mij hoop dat er eindelijk rust en continuïteit komt in de jeugdzorg. Maar het blijft een kwestie van blijven vechten voor de rechten van kinderen. Niet achteroverleunen en denken dat het allemaal wel geregeld is. Uiteindelijk gaat het erom dat alle kinderen, ongeacht hun achtergrond, een eerlijke kans krijgen zich te ontwikkelen en een waardevolle toekomst kunnen opbouwen.”