Nederlandse kinderrechtenorganisaties verenigd in het Kinderrechtencollectief gaan deze week met het VN-Kinderrechtencomité om de tafel over de implementatie van kinderrechten in Nederland in de afgelopen vijf jaar. Het Kinderrechtencollectief heeft 155 dringende aanbevelingen. Mede op basis van input gegeven door tientallen organisaties en deskundigen wordt Nederland in september door het VN-comité aan de tand gevoeld.
Bij het Kinderrechtencollectief leven veel zorgen, zo blijkt uit de onlangs verschenen rapportage ‘Kinderrechten in Nederland 2015-2020’. Het belang van het kind staat in de besluitvorming in Nederland niet voorop. In de rapportage, samengesteld met hulp van 145 maatschappelijke organisaties en deskundigen, staan de 155 aanbevelingen die Nederland volgens het Kinderrechtencollectief moet doorvoeren om aan het VN-Kinderrechtenverdrag te voldoen.
Het Kinderrechtencollectief concludeert dat passende zorg en onderwijs steeds minder toegankelijk zijn voor kinderen. Door de decentralisatie van de jeugdzorg moeten kinderen nog steeds te lang wachten op passende hulp. De armoede onder kinderen daalt onvoldoende en verergert waarschijnlijk door de coronacrisis. Doordat gemeenten het armoedebeleid zelf bepalen, is hulp en ondersteuning niet voor alle kinderen beschikbaar. Dit leidt tot kansenongelijkheid. Om seksuele uitbuiting van minderjarigen te verminderen dient de politie meer gebruik te maken van digitale opsporingsmogelijkheden. Daarvoor is investering in digitale expertise nodig.
“Veel zorgpunten die het Kinderrechtencollectief vijf jaar geleden heeft geuit richting het VN-Kinderrechtencomité, zijn de afgelopen jaren niet verbeterd. Het belang van het kind moet bij beslissingen over kinderen voorop staan. Dat is nu niet het geval”, aldus Huri Sahin, voorzitter van het Kinderrechtencollectief. “De coronacrisis legt een vergrootglas op al bestaande problemen in het jeugdbeleid, vraagt mentaal veel van kinderen en vergroot de bestaande kansenongelijkheid”.
VN-Kinderrechtencomité
Het VN-Kinderrechtencomité houdt toezicht op de naleving van afspraken uit het Kinderrechtenverdrag. De rapportage ‘Kinderrechten in Nederland 2015-2020’ van het Kinderrechtencollectief is een reactie op het staatsrapport ‘Kinderrechten’ van de Nederlandse overheid. Overheden dienen elke vijf jaar te rapporteren over de voortgang. De rapportage geeft een beeld van de situatie waarin kinderen opgroeien en de realisatie van hun rechten in Nederland, inclusief de drie bijzondere gemeenten Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Met haar rapportage benadrukt het Kinderrechtencollectief dat wachten met de uitvoering van kinderrechten geen optie is, zodat Nederland hier kritisch op bevraagd wordt en een heldere opdracht van het VN-Kinderrechtencomité krijgt.