‘Het bestrijden van discriminatie is belangrijker dan belangrijk’ zegt basisschoolleerling Adit (10 jaar) tegen Rabin Baldewsingh, de Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme (NCDR). Dit gebeurde tijdens een expertsessie die de NCDR organiseerde, in samenwerking met het Kinderrechtencollectief en UNICEF Nederland. Aanleiding voor dit initiatief is één van de aanbevelingen van het VN-Kinderrechtencomité aan Nederland om het melden en afhandelen van discriminatie voor minderjarigen, kindvriendelijk in te richten.
Kinderen aan het woord
Kinderen tussen de 10 en 16 jaar geven tijdens een expertsessie voor kinderen allemaal aan wel eens discriminatie te hebben gezien of te hebben meegemaakt. Ook geven ze aan dat het onduidelijk is waar zij discriminatie kunnen melden. Ouders en leerkrachten geven vaak een luisterend oor omdat zij voor kinderen vertrouwd zijn. Maar ook externe vertrouwenspersonen en leerklimaatmedewerkers op school zijn belangrijk voor de kinderen als het gaat om het delen van ervaringen met discriminatie. Hoewel veel kinderen discriminatie zien en ervaren op school, missen ze een geschikte plek voor een melding. Dat blijkt uit de jongerenopiniepeiling van UNICEF Nederland. School wordt door een derde van de jongeren gezien als de beste plek om een melding te doen, maar slechts 13 procent van de incidenten wordt gemeld op school. Dit kan volgens hen meer worden als je kunt melden bij iemand op school die los staat van leerkrachten en andere leerlingen. Iemand waar ze laagdrempelig en anoniem kunnen melden.
Kinderen geven aan pas laat naar volwassenen te gaan met hun problemen. Racisme en discriminatie bespreekbaar maken en voorkomen kan volgens kinderen door er meer over te praten op school en het delen van persoonlijke verhalen. Ook het bekender maken van anti-discriminatie meldpunten vinden zij belangrijk. ‘Maak het net zo bekend als de kindertelefoon, door bijvoorbeeld dit meldpunt te presenteren op het Jeugdjournaal.’ Want daar kijken ze met de hele klas naar.
Kindvriendelijkheid centraal
Ervaringen met racisme of discriminatie op jonge leeftijd hebben impact op de rest van je leven. De aanwezige professionals luisterden tijdens de vervolgsessie in het Kinderrechtenhuis in Leiden aandachtig naar Feline (13 jaar) en Adit die hun ervaringen deelden. Adit geeft aan het onderwerp discriminatie belangrijker dan belangrijk te vinden. Hij verwijst naar het meldingstrappetje waarbij ouders in het midden staan. ‘Wanneer ouders, leraren of andere bekenden zeggen ‘doe er maar niks mee’, dan meld je discriminatie ook niet. Volwassenen moeten zich daar veel bewuster van zijn. Heel veel volwassenen laten het gaan, dat moet echt beter. Ze moeten het serieus nemen’, zegt Adit.
Met hun input en de kennis van de aanwezige experts, waaronder wetenschappers, pedagogen, kinderrechtenexperts en medewerkers van discriminatiemeldpunten, kreeg de NCDR belangrijke aanbevelingen als het gaat om kinderen: neem kinderen serieus als zij een melding maken over discriminatie en racisme. De experts geven verder mee dat de versnippering van meldpunten moet worden tegengegaan, ‘alleen als overal op dezelfde manier wordt gemeld, kunnen we discriminatie en racisme onder kinderen en jongeren inzichtelijk maken en duurzaam aanpakken’.
Deze expertsessies zijn een eerste stap richting een kindvriendelijke manier van omgaan met meldingen van discriminatie en racisme. Dit beaamt ook Rabin Baldewsingh: ‘Het is triest dat mensen op jonge leeftijd al hiermee te maken krijgen. Maar het is inspirerend te zien hoe de jonge generatie over dit thema denkt. De adviezen nemen wij mee in de plannen voor het komende jaar, zodat de aanpak van discriminatie van kinderen en jongeren hoger op de politieke agenda komt. Het is belangrijk dat we allemaal onze rol pakken om discriminatie en racisme van kinderen tegen te gaan.’