Conceptnota van General Comment nr. 27: Het recht van minderjarige kinderen op toegang tot de rechter en effectieve rechtsmiddelen
In januari 2024 stelde het VN-Kinderrechtencomité (hierna: het Comité) tijdens de 95e zitting een General Comment op over het recht van kinderen op toegang tot de rechter en effectieve rechtsmiddelen. Een General Comment is een verdere toelichting op één of meer artikelen uit het VN-Kinderrechtenverdrag. Dit draagt bij aan de verbetering van de implementatie van het VN-Kinderrechtenverdrag. Met deze (concept) General Comment vraagt het Comité staten op zoek te gaan naar nieuwe mogelijkheden om de toegang tot de rechter en effectieve rechtsmiddelen voor minderjarige kinderen te verbeteren. Een rechtsmiddel is een mogelijkheid om een bestuurlijke- of rechterlijke beslissing (opnieuw) te laten beoordelen door een (bestuurs)orgaan of rechterlijke instantie. In Nederland kun je bijvoorbeeld bezwaar maken, beroep instellen, in hoger beroep gaan of naar de cassatierechter stappen.
Belang van het recht
De toegang tot het recht en effectieve rechtsmiddelen is ontzettend belangrijk voor kinderen. Zo speelt het een belangrijke rol in het bestrijden van ongelijkheden, brengt het discriminerende praktijken aan het licht en worden niet verkregen rechten hersteld. Daarnaast draagt dit recht bij aan de verantwoordelijkheden van (lid)staten en private organen in het nakomen van hun verplichtingen.
In de concept General Comment nr. 27 constateert het Comité dat de meeste kinderen wiens rechten zijn of dreigen te worden geschonden, geen toegang hebben tot een rechter. Bovendien hebben zij geen directe toegang tot effectieve rechtsmiddelen.
Kinderen die bijvoorbeeld onder toezicht zijn gesteld en dreigen in een open jeugdinstelling geplaatst te worden, hebben geen mogelijkheid om zelfstandig beroep in te stellen tegen deze beslissing. Daarnaast kunnen kinderen die zich thuis onveilig voelen, de rechter ook niet verzoeken tot een uithuisplaatsing.
Een ander voorbeeld is dat ouders en kinderen niet van elkaar mogen worden gescheiden. Tenzij dit in het belang is van de kinderen. Hiervan is sprake als kinderen bijvoorbeeld mishandeld, misbruikt of verwaarloosd zijn. Indien ouders en kinderen dakloos dreigen te raken, en de maatschappelijke (daklozen)opvang beslist dat de ouders wel opgevangen kunnen worden maar de kinderen niet, dan kunnen de kinderen niet zelfstandig bezwaar indienen tegen dit besluit. Kinderen zijn in het algemeen afhankelijk van hun wettelijke vertegenwoordigers.
Daarnaast hebben kinderen volgens het Comité beperkte kennis over hun rechten en het vermogen om deze rechten op te eisen. Ook zijn de mogelijkheden voor klachtprocedures op lokaal niveau niet toegankelijk en effectief. Dit blijkt uit dit concept General Comment.
Deze omstandigheden maken het voor kinderen moeilijk om hun recht op toegang tot de rechter en effectieve rechtsmiddelen te gebruiken. Juridische procedures waarbij kinderen betrokken zijn, zijn volgens het Comité zelden kindvriendelijk.
Toegang tot het recht in het VN-Kinderrechtenverdrag
Het Comité benadrukt in het concept van General Comment nr. 27 dat het recht op toegang tot de rechter en effectieve rechtsmiddelen impliciet is opgenomen in het VN-Kinderrechtenverdrag. In andere mensenrechtenverdragen is het recht op toegang tot de rechter en rechtsmiddelen wél expliciet benoemd. Zoals artikel 6 van het Europees Verdrag voor de bescherming van de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden.
Ondanks de erkenning van dit recht is er volgens het Comité een misvatting dat toegang tot het recht alleen betrekking heeft op kinderen verdacht van betrokkenheid bij een strafbaar feit. De kwestie rond het recht op toegang tot de rechter en effectieve rechtsmiddelen voor kinderen moet breder worden ingezien.
Het recht van kinderen op toegang tot de rechter en effectieve rechtsmiddelen
Volgens het Comité moet het recht op toegang tot de rechter en effectieve rechtsmiddelen voor kinderen verschillende onderdelen omvatten om goed te functioneren. Deze onderdelen zijn: het recht om erkend te worden als rechthebbende, een eerlijk proces, het recht op hoger beroep, gelijke en tijdige toegang tot de rechter, effectieve bescherming door de rechter en toegang tot andere klachtenprocedures.
Processuele handelingsbekwaamheid in Nederland
Het recht van kinderen op toegang tot de rechter en effectieve rechtsmiddelen is cruciaal voor de rechtsstaat. Dat betekent dat iedereen – inclusief de meest kwetsbare kinderen – toegang moet hebben tot het recht en effectieve rechtsmiddelen in moet kunnen stellen.
In eerste instantie zijn minderjarige kinderen in het Nederlandse civiele recht processueel handelingsonbekwaam. Dit betekent dat zij niet zelfstandig een procedure kunnen starten bij de rechter. Zij kunnen de rechter niet zelf verzoeken tot een uithuisplaatsing of juist beroep aantekenen tegen een uithuisplaatsing of ondertoezichtstelling. Er geldt een uitzondering op de processuele handelingsonbekwaamheid voor minderjarige kinderen wanneer sprake is van een machtiging gesloten uithuisplaatsing bij kinderen vanaf 12 jaar. Aangezien de gesloten uithuisplaatsing een vrijheidsbeperkend karakter heeft, worden kinderen van 12 jaar namelijk wel bekwaam geacht om binnen en buiten rechte op te treden.
Hetzelfde geldt voor kinderen jonger van 12 jaar die wel in staat geacht worden hun belangen redelijk te kunnen waarderen. Deze uitzondering op de processuele handelingsonbekwaamheid is in lijn met artikel 12 van het Kinderrechtenverdrag waarbij rekening wordt gehouden met de mening van kinderen en passend belang wordt gehecht in overeenstemming met hun leeftijd en rijpheid.
Formele en informele verzoeken
Kinderen ouder dan 12 jaar kunnen enkele formele verzoeken indienen bij de rechtbank. Het gaat dan om situaties als ondertoezichtstellingen of uithuisplaatsingen (open variant). Dit noemen we de formele rechtsingang. Voor deze verzoeken hebben kinderen geen advocaat nodig.
Daarnaast kunnen kinderen van 12 jaar en ouder én minderjarigen jonger dan 12, die in staat geacht worden tot een redelijke waardering van hun belangen ter zaken, gebruikmaken van de zogenoemde informele rechtsingang. Hierbij kunnen zij informele verzoeken indienen bij de rechtbank door middel van bijvoorbeeld een (vormvrije) brief of e-mail. Dit ten aanzien van het benoemen van een bijzonder curator, aanpassing van het ouderlijk gezag, het vaststellen of wijzigen van een omgangsregeling of het instellen van een informatie- en consultatieregeling. De rechter besluit dan of een verzoek in behandeld wordt of niet.
In andere gevallen hebben kinderen in beginsel geen mogelijkheid zich tot de rechter te wenden en kunnen zij geen effectieve rechtsmiddelen instellen. De processuele handelingsonbekwaamheid en de uitzondering hierop kan, in combinatie met de formele- en informele rechtsingang, verwarrend zijn voor kinderen.
Tot 23 augustus 2024 kan je input leveren op het eerste voorstel van het Comité.