Het Kinderrechtenverdrag is door de Verenigde Naties aangevuld met drie facultatieve protocollen om kinderen extra bescherming te bieden. Een facultatief protocol is een verdragstekst (protocol) dat hoort bij een ander verdrag, dat door de partijen optioneel (facultatief) kan worden ondertekend. Landen kunnen er dus voor kiezen om zich ook aan deze protocollen te binden. De eerste twee protocollen zijn door meer dan 140 landen geratificeerd, waaronder Nederland. Nederland heeft recent besloten om ook het derde Facultatief Protocol te ratificeren.
1. Facultatief Protocol bij het Kinderrechtenverdrag: over de verkoop van kinderen, kinderprostitutie en kinderpornografie
Dit eerste protocol werd aan het Verdrag toegevoegd op 25 mei 2000. Het Kinderrechtenverdrag roept in de artikelen 21 en 32 tot en met 36 al op tot het verbieden van de verkoop van kinderen, kinderprostitutie en kinderpornografie, maar het protocol gaat hier dieper op in. Het spoort aan tot opsporing en vervolging van deze misdrijven en tot kindvriendelijke juridische procedures voor slachtoffers en getuigen. Ook vestigt het de aandacht op het onevenredige aantal meisjes dat slachtoffer is van seksuele exploitatie. Nederland ratificeerde het protocol in 2005.
Lees de integrale tekst van dit eerste protocol.
Kijk hier voor een uitgebreide uitleg over het dit protocol (Engelstalig)
2. Facultatief Protocol over de betrokkenheid van kinderen bij gewapende conflicten
Dit tweede protocol, dat net als het eerste op 25 mei 2000 aan het Kinderrechtenverdrag werd toegevoegd, gaat dieper in op de bescherming van kinderen in oorlogssituaties. In het Verdrag staat dat kinderen jonger dan vijftien jaar niet voor militaire dienst mogen worden opgeroepen. Veel Staten vonden deze leeftijdsgrens echter te laag. Het protocol verhoogt de minimumleeftijd waarop mensen mogen deelnemen aan oorlogshandelingen en verplicht gerekruteerd mogen worden van vijftien naar achttien jaar. Ook verbiedt het protocol alle rekrutering (vrijwillig en gedwongen) van personen onder de achttien jaar door niet-gouvernementele gewapende groeperingen. Kinderen die ingezet zijn in gewapende conflicten moeten door de staten die het protocol geratificeerd hebben, passende hulp krijgen bij lichamelijk en geestelijk herstel en herintegratie in de samenleving. Nederland ratificeerde dit protocol in 2009.
Lees de integrale tekst van dit tweede protocol.
3. Facultatief Protocol inzake een communicatieprocedure
Dit protocol is op 14 april 2014 in werking getreden. Op grond van dit derde protocol kunnen minderjarigen en hun vertegenwoordigers zelf een klacht over kinderrechtenschendingen indienen bij het Kinderrechtencomité van de Verenigde Naties. Hiervoor moeten wel eerst de nationale klachtenprocedures zijn doorlopen. Een klacht kan worden ingediend door of namens een individueel kind of een groep kinderen. Het derde protocol geeft Staten ook het recht om bij het Kinderrechtencomité te klagen over kinderrechtenschendingen die begaan worden door andere staten. Recent heeft Nederland besloten het derde facultatieve protocol te ratificeren. Het protocol is nu nog niet in werking getreden. Hiervoor zal eerst Nederlandse goedkeuringswetgeving worden opgesteld. Met de ratificatie van het derde facultatieve protocol beoogt Nederland de rechten van mensen in de nationale en internationale rechtsorde beter te beschermen.
Lees de integrale tekst van dit derde protocol.
Kijk hier voor een uitgebreide uitleg over het dit protocol (Engelstalig).