General Comment nr. 8 is het eerste General Comment dat het Kinderrechtencomité heeft geschreven over artikel 19 van het Kinderrechtenverdrag. Dit artikel verplicht de lidstaten alle mogelijke maatregelen te nemen om geweld tegen kinderen tegen te gaan. General Comment nr. 8 gaat in op lijfstraffen en andere onmenselijke en vernederende straffen voor kinderen. Met als doel dat staten snel overgaan op het verbieden en voorkomen van deze vormen van geweld tegen kinderen.
Daarnaast biedt General Comment nr. 8 handvaten voor de lidstaten om wetgeving te maken en methoden te gebruiken om dit onderwerp meer bekendheid te geven. Dit komt omdat het Kinderrechtencomité heeft vastgesteld dat in veel lidstaten lijfstraffen en andere onmenselijke en vernederende straffen nog toegestaan zijn. In bepaalde staten worden ze zelfs door de samenleving geaccepteerd. Lijfstraffen worden in sommige staten gerechtvaardigd in scholen en andere instituten, waarbij er regels zijn opgesteld die bepalen hoe en door wie de lijfstraf wordt uitgevoerd. Het Kinderrechtencomité maakt duidelijk dat dergelijke rechtvaardigingen voor lijfstraffen onverenigbaar zijn met het Kinderrechtenverdrag en ingetrokken moeten worden. Alleen het intrekken van de rechtvaardiging om lijfstraffen en andere wrede of vernederende straffen toe te passen is niet genoeg. Dergelijke straffen moeten expliciet verboden worden. Staten moeten in hun wetgeving duidelijk maken dat het voor volwassenen ongeoorloofd is om een kind te slaan, ongeacht de termen die worden gebruikt (bijvoorbeeld “disciplinair” of “corrigerend”).
Aangezien er vaak sprake is van relatief lichte mishandelingen, die te klein zijn om strafrechtelijk te vervolgen, benadrukt het Kinderrechtencomité dat staten zich vooral moeten richten op het voorkomen van geweld tegen kinderen door ondersteunende en educatieve interventies. Adviezen, trainingen en voorlichtingen kunnen het beste worden ingezet om lijfstraffen en wrede of onmenselijke straffen tegen te gaan. Vooral als het gaat om geweld dat is gebruikt door ouders moeten staten voorzichtig zijn met overgaan tot vervolging. Vaak is dit niet in het belang van het kind.
Het Kinderrechtencomité geeft aan dat staten systematisch in de gaten moeten worden gehouden. Bijvoorbeeld om te zien in hoeverre lijfstraffen en andere onmenselijke en vernederende straffen nog worden toegepast of zijn verminderd. Essentieel hierbij zijn representatieve en vertrouwelijke interviews met kinderen, ouders en anderen die zorg dragen voor kinderen.
In General Comment nr. 13 wordt verder ingegaan op het verbod op geweld tegen kinderen, zoals neergelegd in artikel 19 van het Kinderrechtenverdrag.
Zie ook General Comment nr. 13.
- Kijk hier voor de tekst van General Comment nr. 8 (ENG)
- Kijk hier voor de tekst van General Comment nr. 8 (NL)