In juli 2024 nam de VN-Mensenrechtenraad een resolutie aan om de mogelijkheid van het vierde facultatieve protocol bij het Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK) te onderzoeken en uit te werken. Het doel van dit facultatieve protocol is om het recht op kinderopvang, gratis voorschoolse educatie en gratis voortgezet onderwijs expliciet vast te leggen. Het recht op onderwijs wordt hiermee dus uitgebreid. Op dit moment is volgens artikel 28 van het IVRK alleen basisonderwijs ‘gratis en verplicht’ voor alle kinderen.
Sinds 1989, toen het IVRK werd aangenomen, is er veel onderzoek gedaan door zowel juristen als psychologen naar de ontwikkeling van kinderen (zie bijvoorbeeld Right to Education en het position paper ‘Het jonge kind‘) . Zo stelt wetenschapper Jonathan Todres – expert op het gebied van kinderrechten – dat het ondersteunen van een gezonde ontwikkeling en voorbereiding op de huidige geglobaliseerde samenleving meer onderwijs vereist dan alleen het basisonderwijs. Ook onderstrepen experts tegenwoordig het belang van voor- en vroegschoolse educatie voor de volledige ontwikkeling van kinderen. Toch worden kinderopvang, voorschoolse educatie en voortgezet onderwijs nog niet in die mate erkend in het IVRK als het basisonderwijs. Dit protocol zorgt voor een completer beeld van het onderwijs.
Proces van een Facultatief Protocol
Het opstellen van Facultatieve Protocollen bij het Kinderrechtenverdrag begint wanneer er internationale consensus is over dat specifieke rechten verder uitgewerkt moeten worden. VN-organen zoals de Mensenrechtenraad ondersteunen dit meestal. Daarna gaat een werkgroep van experts en staatsvertegenwoordigers aan de slag om te onderhandelen over de tekst van het protocol. Vervolgens neemt de Algemene Vergadering van de VN het protocol aan. Zodra het protocol is aangenomen, kunnen VN-lidstaten het ondertekenen. Wanneer een staat het protocol heeft geratificeerd, is het juridisch bindend onder het internationaal recht van die staat.
Facultatief protocol vier bevindt zich momenteel in een beginfase. De werkgroep verkent nu de mogelijkheden van het protocol. Kinderen konden input geven tot 8 juni 2025. In september 2025 staat de eerste bijeenkomst van de werkgroep in Genève gepland.
Wat zou Facultatief Protocol Vier betekenen voor Nederland?
Kinderopvang en voorschoolse educatie
In Nederland geldt kinderopvang momenteel als een voorziening gekoppeld aan werk. Je hebt alleen recht op kinderopvangtoeslag als je werkt; het is dus geen breed publiek toegankelijke voorziening. Dat betekent dat ouders die niet werken, bijvoorbeeld vanwege ziekte, een zorgintensief kind of mantelzorg, geen recht hebben op kinderopvangtoeslag. Toegang tot kinderopvang is dus ongelijk. De geplande hervorming van de kinderopvang in 2029 verandert daar weinig aan; kinderopvang blijft vooral een arbeidsmarktinstrument.
De voorschoolse educatie in Nederland is vooral gericht op het wegwerken van (taal)achterstanden bij peuters in de leeftijd van 2,5 tot 4 jaar. Gemeenten bepalen, in samenwerking met consultatiebureaus, welke kinderen voor voorschoolse educatie in aanmerking komen. Voorschoolse educatie is dus minder gericht op brede ontwikkeling en niet toegankelijk voor álle kinderen.
Kinderen met een beperking vallen vaak tussen wal en schip. Soms komen zij in aanmerking voor specifieke opvang, maar ze kunnen vaak niet terecht bij voorschoolse educatie of bij een kinderopvang. Een reguliere kinderopvang mag kinderen met een beperking weigeren. En ook de voorschoolse educatie is niet geschikt voor kinderen met een beperking. Zo is personeel hier niet specifiek voor opgeleid omdat voorschoolse educatie met name gericht is op het wegwerken van taalachterstanden.
Daarnaast kunnen de verschillen tussen kinderopvang en voorschoolse educatie zorgen voor sociale ongelijkheid. Kinderen van ouders die een opleiding hebben genoten, werken en het kunnen betalen (ondanks eventuele kinderopvangtoeslag) gaan doorgaans naar de kinderopvang, kinderen uit kansarme gezinnen vaker naar de voorschoolse educatie. Al van jongs af wordt er dus onderscheid gemaakt tussen kinderen.
Voortgezet onderwijs
Het voortgezet onderwijs in Nederland is over het algemeen toegankelijk en van goede kwaliteit. Dit sluit aan bij de rechten uit het IVRK, zoals het recht op onderwijs (artikel 28 en artikel 29). Er zijn echter uitdagingen, zoals ongelijkheid door sociaaleconomische verschillen en vroege selectie. Hoewel Nederland grotendeels voldoet aan het IVRK, is er aandacht nodig voor gelijke kansen binnen het voortgezet onderwijs.
Conclusie
Als het facultatieve protocol wordt aangenomen, kan dat de Nederlandse overheid stimuleren om kinderopvang en voorschoolse educatie te zien als onderdeel van onderwijs waar álle kinderen recht op hebben. Met betrekking tot het voortgezet onderwijs kan de overheid meer werk maken in het kader van gelijke kansen, bijvoorbeeld door vroege selectie aan te pakken.
Meer lezen:
- Research Supports the Need to Recognize the Right to Free Early Childhood Education and Free Secondary Education (2024)
- Considering a New Optional Protocol to the crc on the Right to Education (2025)
- VN Resolutie Facultatief Protocol 4 (2024)
- Key data on early childhood education and care in Europe 2025
- Ongelijkheid bij jonge kinderen
- IVRK – General Comment 7