“Het is zorgelijk dat we nog altijd onvoldoende zicht hebben op de kinderen om wie het daadwerkelijk gaat. Zonder betrouwbare, landelijke cijfers over de prevalentie van kindermishandeling en de effectiviteit van hulpverlening, ontbreekt een stevig fundament voor sturing en beleid,” vertelt Ditte van Haalen, expert op gebied van geweld tegen kinderen.
Volgens artikel 19 van het kinderrechtenverdrag hebben kinderen recht op bescherming tegen geweld, mishandeling en verwaarlozing. De overheid hoort te zorgen voor doeltreffende procedures om geweld, mishandeling en verwaarlozing te voorkomen, op te sporen, te melden én te onderzoeken.
“In Nederland zijn de procedures waar artikel 19 op doelt, niet op orde. Het aantal meldingen bij Veilig Thuis toont slechts een deel van de werkelijkheid. Dat zijn alleen de gevallen van geweld die zijn gesignaleerd én gemeld. Over de groep kinderen die níet in beeld komt, weten we nauwelijks iets. Tegelijkertijd zien we dat het wantrouwen richting Veilig Thuis groeit. Niet alleen bij ouders, maar ook bij professionals. Zij denken dat melden onvoldoende oplevert. Door lange wachttijden en doordat meldingen vaak worden teruggelegd bij lokale teams zonder (zichtbare) opvolging.
Daarnaast zien we dat de hulpverlening stagneert, onder andere door wachtlijsten en capaciteitstekorten in de hele keten van jeugdhulp en jeugdbescherming. Ondanks duidelijke signalen die binnenkomen – zoals bij het meisje uit Vlaardingen – en berichten over de lange wachtlijsten, laat de praktijk nog te weinig verbeteringen zien en wordt er nog te weinig echt naar kinderen geluisterd en kindgericht gewerkt. En waar preventie eerder nadrukkelijk op de agenda stond, is die aandacht de laatste jaren versnipperd geraakt en minder zichtbaar.”
Tijdig de juiste hulp inzetten
“Zonder tijdige en passende hulp blijven veel kinderen in onveilige situaties, met risico op schade op de korte én lange termijn. Wanneer we tijdig de juiste hulp inzetten, kan dit veel succes hebben en grotere problemen voorkomen. We weten dat in gezinnen die gespecialiseerde hulp ontvangen, het geweld afneemt.”
Uitdaging: de aandacht vasthouden
“Of er dingen zijn die me hoopvol stemmen? Zeker wel. Er komt gelukkig steeds meer aandacht voor traumasensitief werken, zowel in het onderwijs als in de zorg, al is het belangrijk dat dit breed wordt gestimuleerd door de overheid. Ook bieden regionale initiatieven hulp bij huiselijk geweld en kindermishandeling integraal. Bijvoorbeeld volgens het Barnahus-model of via centra waarin verschillende expertises samenkomen. Deze initiatieven zijn veelbelovend, mits goed geborgd en landelijk toegankelijk. Ten slotte groeit de aandacht voor online (seksueel) geweld tegen kinderen. De uitdaging ligt nu in het vasthouden van deze aandacht én het omzetten ervan in concrete acties.”
Oproep
“Een effectieve aanpak vraagt om samenwerking tussen alle betrokken partijen rondom gezinnen — zorg, onderwijs, veiligheid, jeugd en gemeenten. Deze samenwerking moet ook zichtbaar zijn op landelijk niveau: ministeries moeten samen optrekken in één domein overstijgend plan, met concrete doelen, middelen en verantwoordelijkheden – waar concreet vervolg aan wordt gegeven.”
“Investeer in kinderen. Structureel, gezamenlijk en met urgentie. Zet het belang van kinderen op de eerste plaats – zij zijn de toekomst.”
Over de expert
Ditte van Haalen werkt als inhoudsdeskundige bij Augeo Foundation en gaf ons haar mening over de stand van zaken en ontwikkelingen in Nederland binnen het thema geweld tegen kinderen.
Kinderrechten in Beweging
Het Kinderrechtencollectief toont met Kinderrechten in Beweging jaarlijks aan hoe ver de overheid is met het opvolgen van de adviezen van het VN-Kinderrechtencomité. Kinderrechten in Beweging brengt data en beleidsveranderingen van het afgelopen jaar in beeld. Het laat op tien thema’s zien waar beweging in zit en waar nog veel meer actie op moet worden ondernomen.



