Online jubileumevent over kinderrechten en racisme

Tijdens het online jubileumevent van het Kinderrechtencollectief op 30 oktober vonden er behalve het kinderrechtendebat ook acht break-outsessies plaats. Vertegenwoordigers van kinderrechtenorganisaties, kennisinstituten, (lokale) overheden en jongeren luisterden naar kinderrechtenexperts, gingen met elkaar in gesprek via de chat en reageerden op diverse interessante stellingen. Vandaag geven we een samenvatting van de vierde sessie over kinderrechten en racisme.

Discussiepaper

De sessie is een vervolg op de expertmeeting die op 24 september 2020 werd gehouden naar aanleiding van de moord op George Floyd en de protesten die daaruit voortvloeiden. Ter voorbereiding op die expertmeeting stelden het Kinderrechtencollectief en de Rutu Foundation een discussiepaper op. Dat beschrijft per leefdomein, te weten onderwijs, jeugdhulp en jeugdstrafrecht, wat bekend is over racisme jegens kinderen. Het discussiepaper is aangevuld met informatie uit de meeting en deze break-outsessie. Begin december wordt het gepubliceerd om vervolgens aanbevelingen te doen aan de Nederlandse overheid. Het Kinderrechtencollectief neemt de uitkomsten ook mee in de NGO-rapportage aan het VN-Kinderrechtencomité. Dit in het kader van de vijfjaarlijkse staatsrapportage over de naleving van kinderrechten in Nederland.

Racisme

De break-outsessie staat onder leiding van Chaja Deen van het Nederlands Jeugdinstituut. In artikel 2 van het VN-Kinderrechtenverdrag is opgenomen dat discriminatie verboden is en dat de overheid alle passende maatregelen moet nemen ervoor te zorgen dat kinderen worden beschermd tegen alle vormen van discriminatie. Racisme is een vorm van discriminatie. In Nederland gaat het vaak om huidskleur, religie, taal  en migratieachtergrond. De deelnemers aan de sessie vinden dat beide thema’s meer aandacht verdienen op school (de Tweede Kamer heeft op 23 juni 2020 een motie aangenomen om structureel aandacht te besteden aan racisme en discriminatie op school), en in andere contexten waarin kinderen verkeren. Ze merken daarbij op dat de termen ‘racisme’ en ‘discriminatie’ voor jonge kinderen moeilijk te begrijpen zijn.

Melden van racisme

Het VN-Kinderrechtencomité heeft Nederland met het oog op de staatsrapportage de vraag gesteld hoe kindvriendelijk het melden van discriminatie in ons land is. Tijdens de expertmeeting bleek al dat kinderen racisme en discriminatie niet of nauwelijks melden bij de politie of meldpunten. In de meeste gevallen zijn het de ouders die melding maken, en dan vooral van racisme op school: in schoolboeken, door leerkrachten en door (andere) kinderen. Sommige experts vroegen zich af of het melden van racisme wel bij kinderen moet liggen.

Deen wil starten met bovengenoemde vraag van het Kinderrechtencomité, in combinatie met de vraag hoe we ervoor zorgen dat kinderen zich in hun eigen omgeving veilig genoeg voelen om racisme en discriminatie te bespreken. Deelnemers spreken het liefst met elkaar over dit laatste vraagstuk. Racisme gaat immers vooral om gedrag en anders met elkaar (leren) omgaan. Daarentegen maakt het formele melden het, aldus de deelnemers, een juridisch vraagstuk.

“Je gaat het pas zien als je het door hebt”

Kinderen (en volwassen) hebben volgens hen meer begrip nodig voor wat racisme precies betekent: grapjes over iemand anders die niet grappig zijn, of iemand anders behandelen of uitsluiten op grond van een vooroordeel. Volwassenen die als kind ervaringen hebben met racisme en discriminatie, beseffen soms pas als ze volwassen zijn dat ze werden uitgesloten. Als kind zet je daar niet direct vraagtekens bij. Een deelnemer noemt als voorbeeld de zwartepietendiscussie: “Vijf jaar geleden zat ik daar heel anders in dan nu. Toen voelde het als aantasting van onze traditie, nu vind ik dat het niet meer kan, zo’n ‘traditionele’ piet”. Een andere deelnemer haalt vervolgens een citaat van Cruijff aan: “Je gaat het pas zien als je het door hebt”.

Diversiteit moet gewoner worden

De vraag moet, aldus de groep, misschien niet zijn hoe we racisme en discriminatie tegengaan, maar juist: hoe maken we diversiteit gewoner? Kinderen (en volwassenen) hebben een omgeving nodig waarin het gewoon is dat thema’s van diversiteit bespreekbaar worden gemaakt en waarin het normaal is om gezamenlijk te reflecteren op hoe we met elkaar omgaan.  De kunst om “ongemakkelijke gesprekken” te voeren vraagt ons aller betrokkenheid, en ook de bereidheid om in de spiegel te kijken. Deen zou graag meer handelingsperspectieven verzamelen en verdiepen. Met het oog daarop heeft een aantal deelnemers contactgegevens achtergelaten.

Meer informatie:

Online veiligheid van kinderen is de grootste zorg van Nederlandse ouders

Online veiligheid van kinderen is de grootste zorg van Nederlandse ouders

9 op de 10 ouders maakt zich zorgen over de online veiligheid van hun kinderen. Zij willen dat de politiek en technologiebedrijven meer doen om kinderen online te beschermen. De zorgen over online veiligheid zijn nog groter dan die over klimaatverandering, mentale gezondheid en verkeersveiligheid. Dit blijkt uit het onderzoek…

Lees meer

“De keten van het jeugdstrafrecht staat onder druk.”

“De keten van het jeugdstrafrecht staat onder druk.”

“Ieder kind heeft recht op een waardige en pedagogische behandeling in overeenstemming met zijn of haar leeftijd. Maar na een periode van vooruitgang in de jeugdstrafketen lijkt het tij te keren”, ziet Maartje Berger, expert op gebied van jeugdstrafrecht. “De keten van het jeugdstrafrecht staat onder druk.” Artikel 40 van…

Lees meer

Bescherm kinderen tegen kinderhandel en seksuele uitbuiting: “De tijd voor actie is nu.”

Bescherm kinderen tegen kinderhandel en seksuele uitbuiting: “De tijd voor actie is nu.”

“Kinderhandel en seksuele uitbuiting blijven een urgent probleem in Nederland. Minderjarige slachtoffers zijn vaak onzichtbaar en dat baart me grote zorgen”, zegt Charlotte Tierolf, expert op gebied van kinderhandel en seksuele uitbuiting. “Er is in Nederland nog veel werk aan de winkel.”

Lees meer