De VN-rapporteur voor racisme en xenofobie, Tendayi Achiume, deed onderzoek naar racisme in Nederland en publiceerde hierover een rapport. Zij sprak met verschillende groepen in de samenleving om beter zicht te krijgen op institutioneel racisme in Nederland, waaronder racisme in het onderwijs. Volgens de VN-rapporteur zet Nederland stappen vooruit in de aanpak van racisme en discriminatie. Zo lijkt er voortuitgang te zitten in het debat over Zwarte Piet en is er een levendige groep mensen die zich hard maakt voor antiracisme.
Volgens de VN-rapporteur is er echter ruimte voor verbetering. Zo moet er in het onderwijs meer aandacht worden besteed aan het koloniale verleden en slavernij. Uit de VN-rapportage blijkt dat kinderen in Nederland nog steeds worden geconfronteerd met racisme en discriminatie in het onderwijs. Dit is een schending van het VN-Kinderrechtenverdrag en moet worden tegengegaan.
Recht op onderwijs zonder discriminatie
Volgens artikel 28 van het VN-Kinderrechtenverdrag hebben kinderen recht op onderwijs en volgens artikel 2 is discriminatie verboden. Kinderen hebben dus recht op onderwijs zonder gediscrimineerd te worden. Het is de verantwoordelijkheid van de overheid kinderen te beschermen tegen alle vormen van discriminatie en passende maatregelen te nemen, zodat zij onderwijs kunnen volgen zonder racisme en discriminatie te ervaren.
Racisme en discriminatie in het onderwijs
In haar rapport betoogt de VN-rapporteur dat de onderwijssector de dynamiek van de arbeidsmarkt weerspiegelt. Net zoals op de arbeidsmarkt worden etnische en religieuze minderheden gediscrimineerd. De VN-rapporteur noemde het Jaarrapport Integratie 2018 om aan te tonen hoe kinderen worden geraakt in het onderwijs. In 2016 ging ongeveer 30 procent van tweede generatie Turkse, Marokkaanse, Surinaamse, Nederlands-Antilliaanse kinderen niet meer naar school. Kinderen uit minderheidsgroepen gaan minder vaak naar middelbaar onderwijs dan andere Nederlandse kinderen. Ook slagen kinderen uit gemarginaliseerde groepen minder vaak voor hun middelbaar eindexamen dan niet-gemarginaliseerde kinderen. De VN-rapporteur was verbaasd te horen dat sommige kinderen uit een lager onderwijsadvies krijgen op grond van hun afkomst en onderwijsniveau of economische klasse van hun ouders.
Op universiteiten worden studenten ook gediscrimineerd. Universiteitsstudenten uit minderheidsgroepen gaven in gesprek met de VN-rapporteur aan dat er geen grens ligt tussen discriminatie en vrijheid van meningsuiting op de universiteiten. Vaak worden racistische opmerkingen gezien als een vorm van meningsuiting.
Aanbevelingen van de VN-rapporteur
De VN-rapporteur geeft in haar rapport verschillende aanbevelingen. Zij adviseert de Nederlandse overheid de integratie van kinderen uit gemarginaliseerde groepen in het onderwijs te bevorderen en meer te investeren om sociale ongelijkheid tegen te gaan. Overheidsbeleid heeft een directe impact op minderheidsgroepen. Volgens de VN-rapporteur is het dan ook van belang dat deze groepen worden betrokken bij het onderwijs- en integratiebeleid.
Samen zijn we sterk
Kinderen staan niet alleen in de strijd tegen racisme en discriminatie in het onderwijs. Het Nederlands Juristen Comité voor de Mensenrechten (NJCM) droeg bij aan het rapport van de VN-rapporteur. Het NJCM onderschrijft de aanbevelingen en roept de regering op deze te implementeren. Volgens het Kinderrechtencollectief heeft elk kind het recht zich te ontplooien en onderwijs te genieten zonder discriminatie. Het Kinderrechtencollectief onderschrijft ook de aanbevelingen van de VN-rapporteur en hoopt dat de overheid hier zo snel mogelijk gevolg aan geeft.
Meer informatie:
- Lees hier meer informatie over hulp en advies over racisme en discriminatie.
- Lees hier het volledige rapport.