Kinderrechten door de jaren heen
Hoe veranderde de visie op kinderen door de eeuwen heen? Wanneer ontstonden kinderrechten? Dit historisch overzicht geeft antwoord. Veel leer- en leesplezier.
Als je als kind niet gezond bent of sterk tel je in de Romeinse tijd niet mee.
Kinderen worden in de middeleeuwen niet gezien als burgers met eigen rechten.
Kinderen worden gezien als kleine volwassenen zonder specifieke behoeften of rechten. Na de eerste levensjaren worden ze voorbereid op hun rol in de gemeenschap, kortom: werken. Vanwege de hoge kindersterfte krijgen echtparen veel kinderen. Onderwijs is alleen beschikbaar voor toekomstige monniken, priesters of ambachtslieden binnen de gilden.
Credits beeld: Rijksmuseum – De heilige maagschap, Geertgen tot Sint Jans (atelier van), ca. 1495.
Tijdens de renaissance worden kinderen steeds meer gezien als persoon.
Tijdens de Renaissance ontstaat meer erkenning voor kinderen als personen. Ouders ontwikkelen emotionele banden met hun kinderen en bekommeren zich steeds meer om hun gezondheid en overlevingskansen. Jongens uit hogere sociale klassen gaan naar school om te leren lezen, schrijven en rekenen. School begint langzaam een rol te spelen in de opvoeding en ontwikkeling van kinderen.
Credits beeld: Shutterstock – MADONNA AND CHILD, by Titian, 1508
Vanaf de zeventiende eeuw willen mensen steeds meer hun eigen leven leiden en niet alleen maar nageslacht voortbrengen.
Vanaf de 17e eeuw wordt de gezondheid en ontwikkeling van individuele kinderen belangrijker. Ouders voeden hun kinderen liefdevol op, maar vanuit kerkelijke en moraal-filosofische hoek komt kritiek op deze ‘verwennende’ aanpak. Een andere stroming ontstaat die kinderen als ‘van nature slecht’ beschouwt. Rijkere ouders sturen jongens naar internaten en meisjes naar kloosters, waar discipline en beschaving wordt bijgebracht als voorbereiding op hun maatschappelijke rol.
Credits beeld: David Leeuw with his Family, Abraham van den Tempel, by 1671
Er wordt in de tijd van de verlichting veel gefilosofeerd en gediscussieerd over de ideale maatschappij, de wetenschap, de natuur en de mens.
De Verlichting brengt meer aandacht voor opvoedkunde en onderwijs. Ouders raken sterker betrokken bij opvoeding, omdat men gelooft dat kinderlijke indrukken bepalend zijn voor volwassen gedachten en gevoelens. John Locke ziet elk kind als onbeschreven blad, dat door opvoeding gevormd wordt. Hij adviseert om het egocentrische kind te disciplineren, maar zonder lijfstraffen. Betje Wolff beschouwt kinderen als van nature goed en pleit voor vrijheid met begeleiding. Zij moedigt moeders aan zich actief met opvoeding bezig te houden, hoewel vaders wettelijk nog steeds de zeggenschap hebben.
Credits beeld: Rijksmuseum – Gezin voor een huis, Pieter de Mare, naar Christina Chalon, 1777 – 1779
Aan het begin van de negentiende eeuw is er veel armoede.
Begin 19e eeuw heerst grote armoede. De eerste schoolwet van 1806 geeft de overheid meer invloed op onderwijs, niet voor kennisoverdracht maar om kinderen op te voeden tot gehoorzame christelijke burgers. Kinderarbeid blijft gewoon en wordt zelfs zwaarder door industrialisatie. Pas eind 19e eeuw komt een verbod hierop, samen met invoering van de leerplicht. Betere levensomstandigheden en sociale onrust leiden tot belangrijke sociale wetten (ingevoerd tussen 1889 – 1901): de Arbeidswet, Ongevallenwet, Woningwet, Leerplichtwet en Kinderwetten.
Credits beeld: Rijksmuseum – Vrouw bij twee kinderen in stoeltjes, Jacob Ernst Marcus, 1812
Op initiatief van de liberale politicus Samuel van Houten wordt de eerste wet in Nederland aangenomen die een einde moet maken aan kinderarbeid.
Op initiatief van Samuel van Houten wordt de eerste wet tegen kinderarbeid aangenomen. De “Wet houdende maatregelen tot het tegengaan van overmatigen arbeid en verwaarlozing van kinderen” verbiedt fabriekswerk voor kinderen onder twaalf jaar. Door gebrekkige controle blijft kinderarbeid echter gewoon doorgaan.
Credits beeld: Beeld en Geluid (youtube)
Ga terug naar ‘Geschiedenis Kinderrechten’
Eindelijk, de twintigste eeuw is aangebroken. Kinderarbeid verdwijnt langzamerhand.
Kinderarbeid verdwijnt, leerplicht wordt ingevoerd en onderwijs wordt toegankelijk voor iedereen. Ellen Key’s bestseller ‘De eeuw van het kind’ (1900) pleit voor meer aandacht voor kinderrechten en kindgerichte opvoeding. Filosoof John Dewey benadrukt dat kinderen actief moeten leren en de wereld ontdekken. Deze nieuwe visies vormen de basis voor de opkomst van pedagogiek en professionalisering van jeugdzorg. De verzuilde Nederlandse maatschappij handhaaft wel een strikte opvoeding met duidelijke rolpatronen voor jongens en meisjes, wat pas in de jaren ’60/’70 verandert.
Credits beeld: Rijksmuseum – Ezeltje rijden langs het strand, Isaac Israels, ca. 1890 – ca. 1901
Ben je tussen de zes en twaalf, dan moet je vanaf nu verplicht naar school.
Kinderen tussen zes en twaalf jaar moeten verplicht naar school. Kinderarbeid in fabrieken wordt verboden, hoewel kinderen nog vaak helpen bij seizoensgebonden werk zoals de oogst – de oorsprong van de lange zomervakantie. In 1969 en 1975 wordt de leerplichtige leeftijd verlengd en worden toezicht en medezeggenschap wettelijk geregeld.
Credits foto: Shutterstock
Eind negentiende eeuw komen de arbeiders in opstand.
Als reactie op sociale onrust en arbeidsopstanden worden tussen 1889 en 1901 belangrijke sociale wetten ingevoerd. De Kinderwetten van 1901 geven de overheid mogelijkheden om in te grijpen bij verwaarlozing of mishandeling en vormen nog steeds het fundament voor kinderbescherming en jeugdstrafrecht. De wetten bestaan uit drie delen:
- Burgerlijke Kinderwet (ontzetting ouderlijke macht)
- Strafrechtelijke Kinderwet (apart jeugdstrafrecht tot 18 jaar)
- Kinderbeginselenwet (regels voor uitvoerende instellingen)
Credits foto: Erfgoed Leiden en omstreken
In 1905 worden de Voogdijraden ingesteld.
In 1905 worden Voogdijraden ingesteld waar burgers en organisaties kinderverwaarlozing kunnen melden. Deze raden adviseren rechters, zorgen voor opvang van kinderen en houden toezicht op kindertehuizen. De Voogdijraden bestaan voornamelijk uit vrijwillige burgers, ondersteund door enkele betaalde medewerkers.
Credits foto: Erfgoed Leiden en omstreken
De Eerste Wereldoorlog heeft voor kinderen grote gevolgen.
De Eerste Wereldoorlog heeft grote gevolgen voor kinderen: verlies van ouders, armoede, ziekten. De Britse onderwijzeres Eglantyne Jebb richt Save the Children op, een efficiënte hulporganisatie die snel voedsel, kleding en geld brengt waar nodig. Samen met het Rode Kruis zet zij kinderrechten op de internationale agenda. Dit resulteert in de Verklaring van de Rechten van het Kind (1924), aangenomen door de Volkenbond (nu de Verenigde Naties). Het eerste document dat kinderrechten internationaal verankert.
Credits foto: Save the Children
Aparte rechters doen gerechtelijke uitspraken als het gaat over de bescherming van- of strafoplegging aan kinderen en jongeren.
Speciale rechters worden aangesteld voor zaken over kinderbescherming en -bestraffing. De Burgerlijke Kinderwet wordt uitgebreid: naast ontheffing of ontzetting uit de ouderlijke macht, kan een rechter nu ook ondertoezichtstelling uitspreken. Hierbij krijgt een gezinsvoogd het laatste woord over de opvoeding. Volgen ouders de aanwijzingen niet op, dan dreigt uithuisplaatsing. De ondertoezichtstelling wordt al snel de meest toegepaste maatregel.
Credits foto: Erfgoed Leiden en omstreken
Op 28 februari 1924 wordt in Genève het eerste officiële kinderrechtendocument getekend door de landen van De Volkenbond (voorloper van de Verenigde Naties).
Op 28 februari 1924 ondertekenen de landen van de Volkenbond (nu de Verenigde Naties) het eerste officiële kinderrechtendocument in Genève. Deze verklaring is een reactie op het lijden van kinderen tijdens de Eerste Wereldoorlog. De verklaring bevat vijf artikelen, waaronder het recht op voedsel, gezondheidszorg en bescherming tegen uitbuiting.
Credits foto: Nationaal Archief
Tijdens de Tweede Wereldoorlog (van mei 1940 tot augustus 1945) wordt Nederland bezet door de Duitsers, die onder leiding staan van Adolf Hitler.
Nederland wordt bezet door nazi-Duitsland. Joden worden massaal gedeporteerd naar concentratiekampen. Miljoenen slachtoffers vallen, waaronder honderdduizenden kinderen. Na de oorlog worden de Verenigde Naties (VN) opgericht om internationale vrede te bevorderen en mensenrechten te beschermen. In 1948 nemen zij de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens aan, waarin basisrechten zoals het recht op leven, veiligheid, vrijheid en rechtsbescherming worden vastgelegd.
Credits foto: Hollandse Hoogte
De gruwelijkheden van de Tweede Wereldoorlog treffen ook zeer veel kinderen. Velen komen om, raken verweesd of ontheemd.
De gruwelen van de Tweede Wereldoorlog treffen vele kinderen. De VN richt daarom in 1946 UNICEF op, gericht op voedselhulp en gezondheidszorg voor kinderen in getroffen landen. Vanaf 1953 wordt UNICEF een permanent onderdeel van de VN en zet zich wereldwijd in voor kinderrechten.
Credits foto: UNICEF Nederland
Na de Tweede Wereldoorlog is het tijd voor de wederopbouw van het land.
Na de Tweede Wereldoorlog volgt de wederopbouw. De jaren ’50 kenmerken zich door de drie R’en: rust, reinheid en regelmaat. Vanaf de jaren ’60 vinden belangrijke sociale veranderingen plaats. De opvoedingsstijl verschuift van autoritair naar democratisch. Kinderen worden erkend als volwaardige individuen met recht op liefde, respect en begeleiding bij hun ontwikkeling. Voor het eerst worden kinderen gezien als zelfstandige dragers van rechten, inclusief het recht om hun mening te geven.
Credits foto: Erfgoed Leiden en omstreken
Vanaf 1956 gaan de Voogdijraden op in de Raden voor de Kinderbescherming.
De Voogdijraden worden omgevormd tot Raden voor de Kinderbescherming. Elke regio krijgt een eigen raad, bestaande uit vrijwillige burgers (voormalige Voogdijraad) en een uitvoerend bureau. Het bureau doet onderzoek zodat het college goed onderbouwde adviezen aan de rechter kan geven. Steeds meer professionele maatschappelijk werkers treden in dienst bij deze bureaus.
Credits foto: Nationaal Archief
Op 20 november 1959 wordt door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties de Verklaring van de Rechten van het Kind aanvaard.
Op 20 november 1959 aanvaardt de Algemene Vergadering van de VN de Verklaring van de Rechten van het Kind. Deze verklaring legt de basis voor het latere Kinderrechtenverdrag (1989). Belangrijke principes zijn non-discriminatie, recht op naam en nationaliteit, sociale zekerheid, gezondheidszorg, ouderlijke zorg, onderwijs en bescherming tegen mishandeling, uitbuiting en kinderarbeid.
Credits foto: Nationaal Archief
Ben je in 1963 21 jaar of ouder, dan mag je stemmen tijdens de verkiezingen.
De leeftijdsgrens voor stemrecht wordt verlaagd van 24 naar 21 jaar. Ook de minimumleeftijd om je verkiesbaar te stellen daalt: van 30 naar 25 jaar.
Credits foto: Nationaal Archief
Twaalf jaar wordt de minimumleeftijd voor strafvervolging.
Een belangrijke wijziging in het jeugdstrafrecht: twaalf jaar wordt de minimumleeftijd voor strafvervolging. Kinderen jonger dan twaalf kunnen niet strafrechtelijk worden vervolgd of veroordeeld.
Credits foto: Nationaal Archief
Honderd gulden in de week vonden ze in 1968 genoeg als minimumloon.
Het wettelijk minimumloon wordt ingevoerd: 100 gulden per week. Sindsdien zijn de bedragen regelmatig aangepast. Voor jongeren tussen 15 en 23 jaar hangt het minimumloon af van leeftijd en de cao-bepaalde volledige werkweek. Kinderen onder de 15 zijn leerplichtig en mogen maar beperkt werken.
Credits foto: Nationaal Archief
Tot 1968 bestaat het middelbaar onderwijs uit veel verschillende schooltypen: huishoudschool, ambachtsschool, ULO, MULO, MMS, HBS en gymnasium.
Het middelbaar onderwijs wordt hervormd. De vele schooltypen (huishoudschool, ambachtsschool, ulo, mulo, mms, hbs, gymnasium) worden vereenvoudigd tot drie categorieën: vwo, avo (lavo, mavo, havo) en beroepsonderwijs (lbo). Dit vergemakkelijkt doorstroming naar hogere onderwijsvormen. De brugklas wordt ingevoerd om alle leerlingen dezelfde basis te geven.
Credits foto: Nationaal Archief
In 1969 wordt een nieuwe leerplichtwet ingevoerd.
De leerplichtperiode wordt verlengd naar negen jaar. De wet introduceert ook een toezichthouder (leerplichtambtenaar) die toeziet op naleving.
Credits foto: Nationaal Archief
In 1971 wordt het actief kiesrecht (het recht om te mogen stemmen tijdens verkiezingen) verder verlaagd naar 18 jaar.
Het actief kiesrecht (stemrecht) wordt verder verlaagd naar 18 jaar. Ook het passief kiesrecht (verkiesbaarheid) daalt van 25 naar 21 jaar.
Credits foto: Nationaal Archief
Eind jaren zestig wordt door artsen en wetenschappers voor het eerst gepubliceerd over kindermishandeling.
Na publicaties over kindermishandeling eind jaren ’60 ontstaat de Vereniging tegen Kindermishandeling. De overheid stelt in 1972 bureaus vertrouwensartsen in, later omgevormd tot advies- en meldpunten kindermishandeling en uiteindelijk tot Veilig Thuis.
Credits foto: Nationaal Archief
In 1975 wordt de leerplichtperiode nog eens verlengd: kinderen moeten vanaf hun zesde ten minste tien jaar naar school.
De leerplicht wordt opnieuw verlengd: kinderen moeten vanaf hun zesde ten minste tien jaar naar school. Daarna geldt een deeltijd leerplicht (twee dagen per week) tot het einde van het schooljaar waarin ze zeventien worden.
Credits foto: Nationaal Archief
Het jaar 1979 wordt door de Verenigde Naties uitgeroepen tot het Internationale Jaar van het Kind.
De VN roept 1979 uit tot Internationaal Jaar van het Kind. Dit start een tienjarig proces van internationale onderhandelingen dat in 1989 resulteert in het Kinderrechtenverdrag. In 1979 wordt ook Defence for Children International opgericht. In Nederland starten de Kindertelefoon en het Jeugdjournaal.
Credits foto: Nationaal Archief/Collectie Spaarnestad/ANP/Gé van der Werff
Het Haags Kinderontvoeringsverdrag helpt kinderen die, zonder toestemming van een ouder die het wettelijk gezag heeft, worden meegenomen naar een ander land.
Dit verdrag beschermt kinderen tegen internationale ontvoeringen, bijvoorbeeld door een ouder zonder toestemming van de andere ouder met gezag. Verdragslanden moeten samenwerken om het kind terug te brengen naar de wettige ouder of voogd in het land van herkomst.
Credits foto: Shutterstock
In 1983 wordt het voor jongeren vanaf achttien mogelijk zichzelf verkiesbaar te stellen. Passief kiesrecht noemen ze dat.
Het passief kiesrecht (verkiesbaarheid) wordt verlaagd van 21 naar 18 jaar.
Credits foto: Nationaal Archief
De kleuterschool wordt onderdeel van de basisschool.
De kleuterschool wordt geïntegreerd in de basisschool. Kinderen zijn nu vanaf hun vijfde leerplichtig. In plaats van kleuterschool gevolgd door lagere school, gaan kinderen vanaf vier jaar (vanaf vijf verplicht) naar de basisschool met acht groepen.
Credits foto: Haags Gemeente Archief – Dienst Ruimtelijke en Economische Ontwikkeling
Voor het eerst in de geschiedenis wordt het kind erkend als een rechtssubject: een zelfstandige drager van rechten.
Op 20 november 1989 nemen de VN het Kinderrechtenverdrag aan met 54 artikelen over de rechten van kinderen tot 18 jaar. Voor het eerst wordt het kind erkend als zelfstandig rechtssubject. Het verdrag behandelt alle aspecten van het kinderleven en kent drie soorten rechten (3 P’s): Provisierechten (voorzieningen), Protectierechten (bescherming) en Participatierechten. Nederland ratificeert het verdrag in 1995.
Begin jaren zeventig is er voor iedere levensbeschouwelijke stroming een aparte instelling of organisatie is die de hulp aan kinderen biedt.
Om een einde te maken aan de versnippering van jeugdhulp langs levensbeschouwelijke lijnen, wordt de Wet op de Jeugdhulpverlening ingevoerd. Deze decentraliseert de jeugdzorg naar provinciaal of grootstedelijk niveau en verankert regionale samenwerkingsverbanden. De jeugdzorg blijft echter verdeeld tussen vrijwillige hulp (VWS) en justitiële hulp (JenV), terwijl de jeugd-ggz apart gefinancierd blijft.
Credits foto: Nationaal Archief
De Verenigde Naties stelt het Comité voor de Rechten van het Kind in om toezicht te houden op de naleving van het Kinderrechtenverdrag.
De VN stelt het Comité voor de Rechten van het Kind in om toezicht te houden op de naleving van het Kinderrechtenverdrag. Het comité is gevestigd in Genève. Alle deelnemende landen moeten hier elke vijf jaar verantwoording afleggen.
Credits: Haags Gemeentearchief – Dienst Stedelijke Ontwikkeling (Bert Mellink)
In 1993 tekent een groot aantal landen het Haags Adoptieverdrag.
Veel landen ondertekenen het Haags Adoptieverdrag, dat kinderen en families beschermt tegen illegale, onrechtmatige of slecht voorbereide buitenlandse adopties. Het verdrag, uitgevoerd door nationale Centrale Autoriteiten, zorgt ervoor dat internationale adoptie alleen plaatsvindt als dit in het belang van het kind is.
Credits foto: Haags Gemeentearchief – Dienst Stedelijke Ontwikkeling (Bert Mellink)
Nederland ratificeert* het Kinderrechtenverdrag op 8 maart 1995.
Nederland ratificeert op 8 maart 1995 het Kinderrechtenverdrag en is vanaf dan verplicht het na te leven, met drie voorbehouden. Het Kinderrechtencollectief wordt opgericht: een coalitie van Nederlandse organisaties die werken aan kinderrechten.
Credits foto: iStock
Er zijn bepaalde groepen kwetsbare kinderen die extra bescherming nodig hebben.
Om kinderen in kwetsbare posities beter te beschermen, breidt de VN het Kinderrechtenverdrag uit met twee facultatieve protocollen. Het eerste protocol beschermt kinderen tegen verkoop, kinderhandel, kinderprostitutie en kinderpornografie. Het tweede biedt bescherming aan kinderen in gewapende conflicten. Meer dan 140 landen, waaronder Nederland, hebben beide protocollen geratificeerd.
Credits beeld: Shutterstock
De Verenigde Naties maken aan het einde van de twintigste eeuw acht afspraken.
De VN stellen acht concrete afspraken op voor een betere wereld. De focus ligt op het bestrijden van armoede en honger, het aanpakken van ziektes zoals hiv/aids, het verminderen van ongelijkheid tussen mannen en vrouwen, en het toegankelijk maken van onderwijs voor iedereen.
Credits foto: iStock
De eenentwintigste eeuw begint roerig met de opkomst van terroristische bewegingen zoals Al Qaida en Islamitische Staat (IS).
De eenentwintigste eeuw kent grote uitdagingen: terrorisme, polarisatie, oorlogen en vluchtelingenstromen. Daarnaast worstelt de wereld met de financiële crisis van 2008 en klimaatverandering. Toch zijn er positieve ontwikkelingen: minder extreme armoede, lagere kindersterfte en meer toegang tot onderwijs en schoon water. Nederlandse kinderen behoren tot de gelukkigste ter wereld, maar één op negen groeit op in armoede. Sommigen zijn slachtoffer van mishandeling of verwaarlozing. Kinderen met een vluchtachtergrond hebben het vaak moeilijk.
Kinderen zijn nu wereldburgers met smartphones en sociale media, wat nieuwe vaardigheden vereist zoals mediawijsheid en kritisch denken.
Credits foto: Shutterstock
De Wet op de jeugdzorg komt in 2005 van de grond en is geldig tot 2015.
De nieuwe Wet op de jeugdzorg (2005-2015) helpt jongeren en ouders bij opgroei- en opvoedproblemen. Bureau Jeugdzorg staat centraal: zij beoordelen hulpbehoeften en zorgen voor aansluiting op jeugdhulpverlening, jeugd-ggz en justitiële jeugdinrichtingen. Ook gezinsvoogdij, jeugdreclassering en het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling vallen onder Bureau Jeugdzorg. Provincies waren verantwoordelijk voor toegang tot en levering van jeugdzorg, tot deze taken in 2015 werden overgedragen aan gemeenten.
Credits beeld: Shutterstock
Het is vanaf 2007 in Nederland verboden om kinderen te slaan.
Vanaf 2007 is het in Nederland wettelijk verboden om kinderen te slaan. Het Burgerlijk Wetboek bepaalt dat ouders geen geestelijk of lichamelijk geweld of andere vernederende behandelingen mogen toepassen in de verzorging en opvoeding van hun kinderen. Dit betekent dat kinderen niet opzettelijk pijn mag worden aangedaan.
Credits beeld: Shutterstock
Sinds 2007 zijn jongeren die nog geen startkwalificatie (minimaal een havo/vwo of mbo-2 diploma) hebben behaald verplicht om tot hun achttiende verjaardag onderwijs te blijven volgen.
Jongeren zonder startkwalificatie (minimaal havo/vwo of mbo-2 diploma) zijn sinds 2007 verplicht om tot hun achttiende jaar onderwijs te volgen.
Credits foto: Shutterstock
In het kabinet Balkenende IV wordt voor het eerst in Nederland een minister voor Jeugd en Gezin aangesteld.
In kabinet Balkenende IV wordt André Rouvoet de eerste (en tot nu toe laatste) minister voor Jeugd en Gezin. Deze functie, vallend onder het ministerie van VWS, is gecreëerd om integraal beleid mogelijk te maken voor alle jeugd- en gezinszaken. Na de val van dit kabinet in 2010 is deze ministerspost niet teruggekeerd in volgende kabinetten.
Credits foto: ChristenUnie
Na een jarenlange politieke discussie benoemt de Tweede Kamer in 2011 Marc Dullaert als eerste Kinderombudsman.
Na jarenlange politieke discussie benoemt de Tweede Kamer in 2011 Marc Dullaert als eerste Kinderombudsman. De Kinderombudsman adviseert regering en parlement over wet- en regelgeving betreffende kinderrechten, behandelt klachten van kinderen en jongeren over overheid en private organisaties en onderzoekt mogelijke schendingen van kinderrechten in Nederland. In 2016 volgde Margrite Kalverboer Dullaert op als Kinderombudsman.
Credits foto: Kids Rights
In de Wet meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling is vastgelegd dat elke organisatie die werkt met kinderen en volwassenen moet werken met een meldcode.
Deze wet verplicht organisaties die werken met kinderen en volwassenen om een meldcode te hanteren bij vermoedens van kindermishandeling of huiselijk geweld. Nederland koos bewust niet voor een wettelijke meldplicht, omdat men vreest dat professionals dan eerder uit angst voor tuchtrecht handelen dan vanuit kindbelang. Een meldplicht zou hulpverlening kunnen belemmeren en ouders en kinderen afschrikken om professionals in vertrouwen te nemen.
Credits foto: Shutterstock
De VN besluit om het Kinderrechtenverdrag opnieuw uit te breiden.
De VN breidt het Kinderrechtenverdrag opnieuw uit met een derde facultatief protocol dat extra mogelijkheden biedt om klachten in te dienen bij schendingen van kinderrechten. Kinderen en hun vertegenwoordigers kunnen nu rechtstreeks bij het Kinderrechtencomité van de VN klagen over kinderrechtenschendingen. Ook kunnen staten klagen over schendingen door andere staten. Nederland heeft dit protocol nog niet geratificeerd.
Credits foto: iStock
Het Pakistaanse tienermeisje Malala Yousafzai en de Indiase mensenrechtenactivist Kailash Satyarthi ontvangen de Nobelprijs voor de Vrede voor hun strijd tegen de onderdrukking van kinderen en jongeren en voor het recht op onderwijs voor alle kinderen.
Het Pakistaanse meisje Malala Yousafzai en de Indiase activist Kailash Satyarthi ontvangen de Nobelprijs voor de Vrede voor hun strijd tegen kinderonderdrukking en voor het recht op onderwijs voor alle kinderen.
Credits foto: Shutterstock
Het leven op deze wereld beter maken voor mensen, zonder schade aan te richten aan de planeet.
De VN-lidstaten stellen Duurzame Ontwikkelingsdoelen vast als vervolg op de Millenniumdoelen. Ondanks vooruitgang sinds 2000 leven nog steeds meer dan een miljard mensen in armoede. De nieuwe doelen richten zich op verbetering van het leven voor mensen zonder schade aan de planeet, wat essentieel is voor de toekomst van kinderen.
Credits beeld: Shutterstock
Overal in het land ontstaan lange wachtlijsten voor jeugdzorg en jeugd-ggz.
Door lange wachtlijsten in de jeugdzorg zet de overheid in op preventie en vroeg-interventie. De nieuwe Jeugdwet brengt alle jeugdzorg samen: de voormalige Wet op de jeugdzorg, jeugd-ggz (voorheen onder Zorgverzekeringswet), zorg voor licht verstandelijk beperkte jeugd (voorheen AWBZ), jeugdbescherming en jeugdreclassering. Gemeenten krijgen de bestuurlijke en financiële verantwoordelijkheid om zorg dichterbij, sneller en efficiënter te organiseren.
Credits foto: Shutterstock
Op 20 november 2019 viert het VN-Kinderrechtenverdrag zijn 30-jarig bestaan. In deze periode is veel verbeterd voor kinderen wereldwijd. Toch blijven er uitdagingen: kinderen die opgroeien in armoede, geen onderwijs krijgen of door wachtlijsten niet de juiste hulp ontvangen waar zij recht op hebben.
Op 20 november 2019 viert het VN-Kinderrechtenverdrag zijn 30-jarig bestaan. In deze periode is veel verbeterd voor kinderen wereldwijd. Toch blijven er uitdagingen: kinderen die opgroeien in armoede, geen onderwijs krijgen of door wachtlijsten niet de juiste hulp ontvangen waar zij recht op hebben.
In het voorjaar van 2020 wordt ook Nederland getroffen door het coronavirus.
De coronapandemie heeft grote impact op kinderen. Door lockdowns in 2020 sluiten scholen en sportclubs. Kinderen volgen online onderwijs, met fysiek onderwijs alleen voor kwetsbare leerlingen. Verschillende kinderrechten komen onder druk te staan: bescherming tegen geweld, recht op onderwijs, gezondheid en vrije tijd. Huiselijk geweld neemt toe in kwetsbare gezinnen. Veel kinderen kampen met angst, somberheid, eenzaamheid en schoolachterstanden. De pandemie vormt een grote uitdaging voor de realisatie van kinderrechten.
De Hervormingsagenda Jeugd wordt definitief vastgesteld en aangeboden aan de Tweede en Eerste Kamer.
De Hervormingsagenda Jeugd wordt definitief vastgesteld en aangeboden aan de Tweede en Eerste Kamer. Deze wordt ondertekend door cliëntenorganisaties, professionals, aanbieders, gemeenten en het Rijk. Na intensieve afstemming met alle betrokkenen, inclusief jongeren zelf, zet de agenda de koers uit voor 2023-2028: snellere en passende zorg voor kind en gezin wanneer nodig. Implementatievoorbereidingen zijn al gestart om de praktijk snel te verbeteren. De agenda beoogt het stelsel financieel houdbaar te maken, zodat kwetsbare jongeren ook in de toekomst de benodigde zorg kunnen blijven ontvangen.
Credits foto: Martijn Beekman
Een jaarlijkse cyclus wordt geïntroduceerd om de opvolging van VN-aanbevelingen over kinderrechten te monitoren. Deze bestaat uit drie kernmomenten: Kinderrechten in Beweging, de Kinderrechtenconferentie en de Nationale Kinderrechtendialoog.
In 2022 is een jaarlijkse cyclus geïntroduceerd om de opvolging van VN-aanbevelingen over kinderrechten te monitoren. Deze bestaat uit drie kernmomenten: Kinderrechten in Beweging (gelanceerd op 24 oktober 2023), de Kinderrechtenconferentie en de Nationale Kinderrechtendialoog. Tijdens deze bijeenkomsten voeren ministeries en kinderrechtenorganisaties open gesprekken over de opvolging van aanbevelingen. Het Kinderrechtencollectief analyseert jaarlijks data over de naleving van kinderrechten. Een onafhankelijk bureau organiseert de dialogen, waarbij de betrokkenheid van kinderen zelf centraal staat. Zij gaven aan eerder betrokken te willen worden bij onderwerpen die hen raken.