Kinderombudsvrouw vraagt extra aandacht voor gender- en leeftijdsverschillen
Meisjes van 13-18 jaar zijn een stuk minder gelukkig dan jongens van dezelfde leeftijd. Zowel online als offline. Zij geven hun online leven verreweg het laagste rapportcijfer: een 6,7. Ook geven tienermeiden de meeste onvoldoendes voor hun kwaliteit van leven. Kinderen en jongeren die zich niet als jongen of meisje identificeren zijn het minst tevreden over hun offline leven, maar juist positiever over hun online leven. Dit blijkt uit het onderzoek van de Kinderombudsman onder zo’n 3000 kinderen en jongeren in de leeftijd van 8-18 jaar.
In het onderzoek zijn kinderen en jongeren gevraagd hoe het met hen gaat en welk cijfer ze hun leven geven. Het wordt vandaag, op de Internationale Dag van de Rechten van het Kind, gepubliceerd. “Dat ik kinderen en jongeren vraag naar hun welzijn zie ik als mijn grootste verplichting. En tegelijkertijd als het mooiste in mijn werk. Hoe kinderen en jongeren hun leven beoordelen staat voor mij gelijk aan hoe wij als samenleving met onze kinderen en hun rechten omgaan“, aldus Kinderombudsvrouw Margrite Kalverboer.
Kinderen en jongeren minder tevreden over online leven
De meeste Nederlandse kinderen en jongeren zijn gelukkig, zo blijkt uit het onderzoek. Jongeren zijn gemiddeld wel minder tevreden over hun leven dan kinderen. Daarnaast geven jongeren hun leven bijna twee keer zo vaak een onvoldoende in vergelijking met kinderen. De invloed van de online wereld op de ontwikkeling en het welzijn van kinderen en jongeren wordt steeds groter. Daar moeten we rekening mee houden. Daarom heeft de Kinderombudsman voor het eerst in het tweejaarlijkse onderzoek naar het welzijn van kinderen en jongeren óók naar de kwaliteit van hun online leven gevraagd. We zien dat kinderen en jongeren hun online leven gemiddeld lager beoordelen dan hun offline leven.
Tienermeiden online meest kwetsbare groep
Naast het verschil in leeftijd, speelt het verschil in gender een grote rol. Meisjes van 13+ zijn het minst tevreden over hun online leven en voelen zich online onveiliger dan jongens. Ruim de helft van de meisjes van 13+ voelt zich (soms) onveilig online. “Ik zou social media best graag willen missen. Ik denk dat ik oprecht dan wel gelukkiger ben“, vindt een 17-jarig meisje. Deze verschillen in kwaliteit van leven tussen jongens en meisjes zijn er al in de leeftijd van 8-12 jaar, maar nemen enorm toe vanaf het 13e levensjaar. De jongeren die zich niet als jongen of meisje identificeren en onze vragenlijst hebben ingevuld zijn juist veel positiever over hun online leven dan over hun offline leven. We zouden graag zien dat meer onderzoek onder deze groep kinderen en jongeren wordt gedaan.
Houd rekening met gender- en leeftijdsverschillen
Meisjes en kinderen en jongeren die zich niet als meisje of jongen identificeren hebben andere dingen nodig dan jongens. “Ik maak mij ernstige zorgen over de kloof in kwaliteit van leven tussen jongens, meisjes en hen die zich niet als jongen of meisje identificeren. We doen als overheid, professionals en ouders onze kinderen en jongeren tekort als we geen rekening houden met gender en leeftijd“. De Kinderombudsvrouw roept de overheid dan ook op om beleid en wetgeving af te stemmen op gender- en leeftijdsverschillen.
Digitale opvoeding schiet tekort
Uit het onderzoek blijkt verder dat de digitale opvoeding van ouders te vaak beperkt blijft tot controle en bescherming. Ouders tonen weinig interesse in de online belevingswereld van kinderen en jongeren. Ook laten zij niet altijd goed voorbeeldgedrag zien. “Ja, ze zitten zeg maar meer op hun telefoon dan met ons“, zegt een 12-jarig meisje hier bijvoorbeeld over.
Daarom roept de Kinderombudsvrouw ouders met klem op om met hun kinderen actief, geïnteresseerd en open het gesprek aan te gaan over hun online belevingswereld. Over hun ervaringen, wat ze nodig hebben om zich online goed te voelen en zich optimaal te ontwikkelen.
Margrite Kalverboer: “We moeten meer aandacht hebben voor de verschillende behoeftes van jongens, meisjes en hen die zich anders identificeren. En meer stil staan bij de digitale opvoeding van onze kinderen. Juist om alle kinderen en jongeren gelijke kansen te geven. Dat maak ik op uit wat kinderen en jongeren ons zélf vertellen. Ik hoop dan ook dat hun antwoorden voor zich spreken en een ieder aanzetten tot actie“.