‘Ik ga luisteren en leren, maar ook mijn stem laten horen, ik zit er niet voor niets.’
Wie verzint het nu als zestienjarige te solliciteren als voorzitter van het Kinderrechtencollectief? Nou, Lars Westra. De zestienjarige enthousiaste, slimme en zeer maatschappelijk betrokken jongen met een visie op kinderrechten. En vanaf nu de nieuwe vicevoorzitter van het Kinderrechtencollectief. Een taak die hij heel serieus neemt en waar hij serieus veel zin in heeft.
‘De vacature was echt op mijn lijf geschreven, maar ja ik ben natuurlijk pas zestien. Toch heb ik de stoute schoenen aangetrokken en het Kinderrechtencollectief gebeld met de vraag of er een ondergrens was voor de leeftijd om te mogen solliciteren. Daar hadden ze nog niet over nagedacht. Even later kreeg ik te horen dat ze heel graag met mij in gesprek wilden en mij vicevoorzitter van het Kinderrechtencollectief wilden maken. Ik kon mijn geluk niet op.
Visie Van Kinderen
Kinderrechten vind ik heel belangrijk en daar zet ik me dan ook al jaren voor in. Op mijn negende ben ik begonnen met een bedrijfje waarin ik mezelf liet inhuren door volwassenen om door de ogen van kinderen naar projecten te kijken. Kinderen kijken en denken nu eenmaal anders, maar weinig volwassenen lijken daar rekening mee te houden. En dat terwijl de dingen die zij beslissen vaak gaan over onderwerpen die ons raken. Over onze toekomst en de wereld waarin wij nu en straks leven. Ik ben mij toen gaan inzetten op drie thema’s en heb van mijn bedrijf een kinderrechtenorganisatie gemaakt. Vanuit recht op een stem, recht op een toekomst en recht op een kans voer ik diverse projecten uit, heb ik onder andere een boek geschreven, een podcast gemaakt en geef ik speeches over kinderrechten.
Actie!
Kinderen hebben het recht op een stem, gehoord te worden. Ze hebben het recht op een eerlijke en duurzame toekomst en alle kinderen hebben het recht op gelijke kansen zichzelf te ontwikkelen. Ik heb net een actie rondom jongerenstemrecht afgerond. Kinderen konden een aantal maandenlang een kaartje sturen naar minister Hanke Bruins Slot waarin ze haar opriepen de stemgerechtigde leeftijd te verlagen naar zestien jaar. Er zijn landen waar je wel al op je zestiende mag stemmen, waarom hier dan niet? Laatst heb ik al die kaartjes aan de minister mogen overhandigen.
Huisvergaderingen
Mijn ouders vinden het heel leuk wat ik doe. Ze vinden dat ondernemende heel erg bij mij passen, maar ze zijn wel een beetje terughoudend. Ik heb natuurlijk gewoon mijn school, vrienden en sport. Ook dat zijn belangrijke zaken vinden zij. Over mijn sollicitatieprocedure zijn dan ook aardig wat huisvergaderingen gevoerd om er samen uit te komen of ik het wel aankon. Uiteindelijk kreeg ik een go, als mijn schoolprestaties er maar niet onder lijden. Ik heb er alle vertrouwen in dat ik het kan combineren.
Prioriteit
Mij lijkt het heel mooi te onderzoeken hoe ik de jeugd kan vertegenwoordigen. Hoe we kinderrechten nog meer op de kaart kunnen zetten. In het begin ga ik veel luisteren en leren, maar ik ga natuurlijk ook mijn stem laten horen. Ik zit er niet voor niets. Een goed begin is om met de jongerenraden en de achterban van de kernleden van het Collectief te gaan praten. Het lijkt me mooi deze groepen bij elkaar te brengen en brainstormsessies te organiseren. Maar mijn grootste uitdaging wordt kinderen te bereiken waarmee het minder goed gaat. Bijvoorbeeld omdat ze niet durven of er niet mee bezig zijn. Om de stem van de jeugd te laten doorklinken in het Kinderrechtencollectief moet ik natuurlijk met jeugd gaan praten en het jongerengeluid laten horen.
Jongerenparlement
Ik zou wel graag een jongerenparlement willen. Je ziet wel dat ngo’s de overheid blijven aanspreken op het naleven van kinderrechten, maar de overheid zou meer moeten. Het is sporadisch dat het Rijk proactief aan jongerenparticipatie doet. De koning zei ooit in zijn troonrede dat er een jongerenparlement zou komen. Nou, ik heb nog niets gezien. Ik blijf het gek vinden dat de politiek beslissingen kan nemen die over ons gaan. Bijvoorbeeld tijdens corona en de maatregelen die voor ons genomen werden, dat we niet naar school mochten of naar de sportvereniging. Het is met iedereen overlegd, behalve met kinderen zelf. Ik zie een gekozen jonge-renparlement voor me waarbij wij advies uitbrengen aan de Nederlandse overheid. Die adviesfunctie zie ik niet alleen bij de overheid, maar ook bij bedrijven, instellingen en organisaties.
Jackpot
Ik heb natuurlijk niet de ervaring en kennis om aan het hoofd van het Kinderrechtencollectief te staan. Dat wordt Marc Dullaert. Ik had een hele leuke ontmoeting met hem en natuurlijk had ik al veel over hem gelezen en gehoord. Voor zover ik het nu zie is het iemand met het hart op de goede plek en strijdt hij echt voor kinderrechten. Hij heeft wel veel ervaring en kan mij veel leren op het gebied van kinderrechten, maar ook over de grote wereld. Ik kan hem juist leren vanuit mijn onervarenheid en mijn open blik. Als we dat goed weten te combineren in de samenwerking, dan denk ik dat we de jackpot hebben.’