Het belang van het kind is lang niet altijd eenvoudig te beoordelen of vast te stellen. Om hier handvaten bij te bieden, voor overheden en/of professionals in de praktijk, zijn diverse tools ontwikkeld. Zo kan er aan de hand van vragenlijsten of een stappenplan gewerkt worden, om het algemene beginsel van het belang van het kind concreet toe te kunnen passen. Hieronder worden drie tools besproken, te weten de Child Impact Assessment Toolkit van UNICEF, Safe & Sound van de UNHCR en het BIC-model van Kalverboer en Zijlstra.
Child Impact Assesment Toolkit
UNICEF heeft een Toolkit ontwikkeld met verschillende onderwerpen. Een van de onderwerpen binnen deze Toolkit is Child Impact Assessment. Deze module geeft een overzicht en een stap voor stap plan om een kinderrechtentoets uit te voeren voor o.a. medewerkers van de EU en voor overheden die niet gespecialiseerd zijn in kinderrechten. Kijk hier voor meer informatie.
Bedoeld voor: subsidieverstrekkers, EU-organen, rijksoverheden en andere overheidsinstellingen.
Safe & Sound
In ‘Safe & Sound: what States can do to ensure respect for the best interests of unaccompanied and separated children in Europe’ biedt de UN High Commissioner for Refugees (UNHCR) onder andere verschillende checklists ‘om ervoor te zorgen dat het hoogste belang van het kind in alle asielprocedures gerespecteerdwordt’. Kijk hier voor meer informatie.
Bedoeld voor: beleidmakers en uitvoerders op het terrein van asielbeleid, vreemdelingenbeleid en vluchtelingenbeleid.
Het BIC (Best Interest of the Child)-model
In 2006 hebben Kalverboer en Zijlstra het model ‘Belang van het kind en voorwaarden voor ontwikkeling’ (het BIC-model) ontwikkeld. Kalverboer schrijft dat het BIC-model voortbouwt op de lijst van 12 voorwaarden voor optimale ontwikkeling van Heiner en Bartels uit 1989. Het BIC-model bestaat uit 14 opvoedingscondities die in het leven van het kind van voldoende kwaliteit moeten zijn om het kind een goede kindertijd te laten beleven en diens ontwikkeling te waarborgen. Naast de 14 opvoedingscondities die worden onderverdeeld in condities in het opvoedingssysteem en condities in de samenleving hebben Kalverboer en Zijlstra ook een BIC-Questionnaire (BIC-Q) gemaakt bestaande uit 24 vragen die betrekking hebben op die 14 omgevingscondities. De BIC-methodiek is geïntegreerd in General Comment nr. 14 en is derhalve in overeenstemming met de visie van het VN-Kinderrechtencomité. ‘De BIC-methodiek is toepasbaar bij alle soorten besluiten, binnen alle rechtsgebieden waarbij het belang van het kind eerste overweging moet zijn en waarbij de kwaliteit van de opvoedingsomgeving in het geding is.’
Bedoeld voor: professionals die besluiten (moeten) nemen over de gezins- en opvoedsituatie van kinderen. Met name bruikbaar voor (kinder)rechters, advocaten, jeugdbeschermers, gezinsvoogden, vreemdelingenrechters, IND-functionarissen, medewerkers in de jeugdhulp en in het algemeen juristen en (zorg)professionals in de jeugdketen.
Kalverboer & E. Zijlstra, Het belang van het kind in het Nederlandse recht. Voorwaarden voor ontwikkeling vanuit een pedagogisch perspectief, Amsterdam: Uitgeverij SWP 2010 (2e druk). Kijk hier voor meer informatie en verkrijgbaarheid.
Over dit onderwerp toegespitst op het vreemdelingenrecht verscheen later: M.E. Kalverboer, Het belang van het kind in het Vreemdelingenrecht. Pedagogisch geluid en gewogen, Amsterdam: Uitgeverij SWP 2014. Kijk hier voor meer informatie en verkrijgbaarheid.
Zie ook het openbare artikel: D. Beltman & E. Zijlstra ‘De doorwerking van ‘het belang van het kind’ ex artikel 3 VRK in het migratierecht: vanuit een bottom-up benadering op weg naar een top-down toepassing’, Journaal Vreemdelingenrecht 2013, Vol. 12, p. 286-306, waarin het BIC-model wordt uitgelegd en verwezen wordt naar Handboeken/richtsnoeren van de UNHCR/UNICEF.