Main content

Kinder- en jongerenparticipatie in de gemeente Amsterdam

“Participatie van kinderen en jongeren is een rijdende trein die ik graag versnel”

Voormalig kinderrechter Anne Martien van der Does werkt bijna zeven jaar als kinderombudsman van de Metropool Amsterdam. Als kinderombudsman is ze een tweedelijnsklachteninstantie voor kinderen en jongeren tot ongeveer achttien jaar en hun ouders. Ze kunnen bij haar terecht als ze ontevreden zijn over de afhandeling van een klacht door een gemeentelijke instantie of een door de gemeente ingehuurde organisatie. Zij kijkt dan opnieuw naar de klacht en probeert die op te lossen. Daarnaast gaat ze uit eigen beweging op zoek naar tekenen van onvrede over hoe officiële instanties kinderen behandelen.

Eind 2018 besloot de gemeente Amsterdam jaarlijks een mensenrechtenscan te laten uitvoeren naar de naleving van mensenrechtenverdragen. Onder het motto ‘een jaarlijkse mensenrechtenscan begint bij de rechten van Amsterdamse kinderen’ voerde de kinderombudsman een kinderrechtenscan uit. Ze sprak met meer dan honderd kinderen en met professionals. Hun ervaringen toetste ze aan de in het Kinderrechtenverdrag opgenomen provisie, protectie- en participatierechten, de drie P’s. Bij die toetsing maakte ze gebruik van door Defence for Children ontwikkelde kinderrechtenkaders. Met het oog op deze serie lichten we de participatierechten eruit. We vragen de kinderombudsman en de twaalfjarige Imane Valk naar de participatie van Amsterdamse kinderen en jongeren.

In hoeverre maakt de participatieverplichting deel uit van het DNA van de gemeente Amsterdam?

“Onvoldoende, daar moet nog het een en ander voor gebeuren. Artikel 12 van het Kinderrechtenverdrag legt de overheid, waaronder dus ook gemeenten, de verplichting op de mening van kinderen en jongeren te horen en er serieus naar te luisteren. Dat betekent dat zij het recht hebben mee te praten over hun eigen leven en toekomst.”

Imane voegt hieraan toe: “In het Kinderrechtenverdrag staat dat we mogen meepraten over álle zaken die ons aangaan. Kinderparticipatie is dus niet alleen maar leuk of goed, het is ons recht. Wij kijken soms net iets anders, maar dat is niet minder belangrijk.”

De kinderombudsman vervolgt: “Hoewel Amsterdam kinderrechten zeker serieus neemt, zitten die nog niet in het DNA. De gemeente moet iets doen om ervoor te zorgen dat kinderrechten, waaronder participatie, in de genen van de ambtenaren terechtkomen.”

Wat moet de gemeente hiervoor doen?

“Ik denk dat het aanstellen van een speciale beleidsmedewerker kinderrechten, zoals Utrecht heeft gedaan, goed werkt. Daarnaast moet de tweedelijnsklachteninstantie, wat de kinderombudsman is, in de drie grote gemeenten (Amsterdam, Rotterdam en Den Haag) blijven bestaan. Wij zien aan de hand van klachten rode draden en zwengelen het beleid van de gemeente vervolgens aan.

Die rode draden zijn belangrijk, maar als je het hebt over DNA dan is het belangrijk dat er regelmatig een ambtenaar bij al die ambtenaren over de vloer komt om over participatie te praten. Zo is in de fase waarin beleid wordt gemaakt al aandacht voor kinderrechten, voordat kinderen in de problemen komen. Als kinderombudsman kan ik pas achteraf in actie komen.”

Imane vindt het aanstellen van zo’n speciale beleidsmedewerker een goed idee: “Als die ambtenaar tenminste ook echt met kinderen kan en gaat werken. Dus niet alleen over kinderen gaat praten vanuit een studie ofzo. Er zou echt een soort kind-ambtenaar-relatie/samenwerking moeten zijn. Dat is er nu vaak niet. Het zou goed zijn als kinderen ook zelf op die ambtenaar afstappen.”

Moeten andere gemeenten ook een kinderombudsman aanstellen en een kinderrechtenscan laten uitvoeren?

“Op de eerste vraag is het antwoord nee. In Nederland hebben we een nationale ombudsman en een nationale kinderombudsman, Margrite Kalverboer. De nationale ombudsman is niet bevoegd als de gemeentelijke ombudsman bevoegd is. Maar de nationale kinderombudsman is altijd en overal bevoegd. Daarom maakten Margrite en ik, samen met de overige twee gemeentelijke kinderombudsmannen, onderling afspraken.

Het is zo dat een gemeentelijke kinderombudsman in de grote steden effectiever is dan de nationale kinderombudsman. De gemeentelijke kinderombudsman kent behalve het systeem ook de gemeente en wijken goed, weet wie daar allemaal werken. Maar voor kleine gemeenten is een speciale kinderombudsman echt overkill. Zelfs één per jeugdzorgregio is te veel, dan wordt het een ongelooflijk ingewikkeld systeem wat bevoegdheid betreft. Dan weet niemand meer waar ‘ie naartoe moet. We zijn al moeilijk genoeg te vinden.

Het uitvoeren van een kinderrechtenscan is daarentegen een vorm van participatie die voor elke gemeente heel nuttig is. Om te weten hoe het in de praktijk werkt, moet je zo nu en dan praten met kinderen, zoals ik dat heb gedaan. De uitkomsten van de scan zouden zich vervolgens moeten vertalen naar gemeentelijk beleid.”

Imane haakt in op de kinderrechtenscan: “De uitkomsten moeten ook gedeeld worden met kinderen. En dus ook in kindertaal moeten worden geschreven. Het is niet alleen belangrijk dat de gemeente weet wat erin staat, maar ook kinderen. Het gaat tenslotte over ons. En dat helpt ook kinderen om te denken vanuit de drie P’s. Dus vanuit de rechten die we hebben.”

Wat is u door klachten en de kinderrechtenscan duidelijk geworden over participatie in Amsterdam?

“Vooral dat participatie absoluut niet in het DNA zit van ambtenaren en professionals die met kinderen werken. Ze verzinnen voortdurend plannen waarbij niet aan kinderen wordt gevraagd wat ze ervan vinden. Of wel, maar dan in een te laat stadium, of de zo belangrijke terugkoppeling aan kinderen vindt niet plaats.”

“Participatie zit”, zegt Imane, “ook nog niet in de genen van kinderen! Kinderen moeten eerst leren wat hun rechten zijn. En vraag niet alleen wat kinderen vinden van de plannen die zijn verzonnen, maar ook wat we belangrijk vinden. En maak dan pas een plan.”

De kinderombudsman: “Kinderen klagen naar hun aard niet zo veel, maar als ze echt klagen, dan gaat het vooral over de manier waarop ze worden geholpen. Dan zeggen ze tegen mij dat er niet goed naar hen wordt geluisterd. Ook tijdens de kinderrechtenscan gaven kinderen en jongeren aan dat er onvoldoende naar hen wordt geluisterd en dat er onvoldoende mogelijkheden zijn tot participatie. Ik hoorde bijvoorbeeld dat er vooral voor jongeren tussen de twaalf en achttien jaar een gat is, qua mogelijkheden. Die stelden daarom voor om naast de kinderburgemeester ook, eventueel per stadsdeel, een jongerenburgemeester te benoemen.”

Wat maakt dat er onvoldoende naar kinderen/jongeren wordt geluisterd?  

“Dat komt denk ik door gebrek aan bewustwording, al heeft het Kinderrechtenverdrag wel een ontwikkeling in gang gezet. Ik kreeg destijds van mijn ouders te horen naar welke middelbare school ik ging, en in die tijd deed je wat je ouders zeiden. Tegenwoordig is er een proces gaande dat je als ouder meer met je kinderen praat en als gemeente met je burgers. Je ziet ook dat waar burgerprotesten zijn, zoals dat van de boeren, er te weinig met burgers is gepraat.

Kinderen lopen op dat gebied zelfs nog meer achter de feiten aan dan volwassen burgers. We zijn verder met de bescherming van kinderen dan met participatie. Dat is een rijdende trein en die trein wil ik graag versnellen. Juist omdat de toekomst van kinderen is, moeten ze daarover kunnen meepraten en beslissen. De eindstreep is nog lang niet bereikt, maar er is wel een ontwikkeling gaande richting kinderemancipatie.”

In hoeverre spelen de, door Defence for Children ontwikkelde, kinderrechtenkaders een rol in het vergroten van bewustwording?

“Ik heb zelf meer geleerd over kinderrechten door de kaders van Defence for Children. Die kaders zijn ook nuttig voor ambtenaren, al is alles erg gedetailleerd vastgelegd. Wat participatie betreft gaat het erom dat we naar de mening van kinderen vragen, goed naar hen luisteren en hun mening serieus nemen. Het is een soort van algemene fatsoensnorm. Als je die in het hoofd krijgt van ambtenaren, doe je het goed en ben je al een stuk verder.”

Ziet u een rol voor het, door Defence for Children ontwikkelde, ‘participatiekwartetspel’ in de bewustwording?

“Ambtenaren zie ik niet zo snel kwartetten. Wat kinderen betreft, zou een kindvriendelijke versie helpen kinderen bewust te maken van het feit dat ze participatierechten hebben. En dat ze die kunnen opeisen. Die bewustwording is nodig. Het vraagt namelijk nogal wat voor kinderen hun stem te verheffen en te zeggen dat ze iets anders willen. Ze nemen hun leven en de manier waarop ze worden opgevoed ‘for granted’ en moeten dus weten wat hun rechten zijn. Toen ik in het kader van de scan aan kinderen vroeg wat kinderrechten zijn, kwamen ze met voorbeelden als ‘het recht om alleen naar de bioscoop te gaan’ en ‘thee met suiker te mogen drinken’. Maar aan grotere rechten, behalve veiligheid, kwamen ze niet toe. Op het gebied van structurele kinderrechteneducatie ligt, denk ik, een taak voor scholen.”

Bewustwording gaat ook over het zichtbaarder maken van gemeentelijk beleid en de mogelijkheden voor kinder- en jongerenparticipatie. Hoe ziet u dat? 

“Daar zijn veel slagen te winnen! Kinderen die bijvoorbeeld door een duister tunneltje moeten en daar een lamp willen, die moeten weten waar ze terecht kunnen met hun vraag én daar antwoord op krijgen. Dat kan via vertegenwoordigers, zoals kinder- en jongerenburgemeesters. Maar het zou makkelijker moeten zijn. Daarom stel ik in de kinderrechtenscan voor dat er een breed informatienetwerk voor en door kinderen moet komen.

Zo’n netwerk moet gevuld worden op kanalen die kinderen gebruiken, zoals Instagram. Zij kijken niet op www.amsterdam.nl en ook niet op www. Amsterdammertje.nl, als die site zou bestaan. Dus moeten we dat op een andere manier organiseren, in gesprek met kinderen, en het hen laten verzinnen. Ik kan dat met mijn 60+ niet doen. Ik hoop dat de gemeente, scholen en kinderen daar samen vorm aan gaan geven en dat iemand die kar gaat trekken.

Als het informatienetwerk eenmaal goed loopt, zal ook de terugkoppeling van hetgeen er al dan niet is gedaan met de mening van kinderen en jongeren verbeteren. Het geven van een inhoudelijk serieuze reactie is typisch iets dat ook in het DNA van ambtenaren moet komen. Dat is van hogerhand niet op te leggen. Daar kan overigens die speciale participatieambtenaar iets in betekenen.

De ontwikkeling van zo’n netwerk is een proces, dat gaat niet van vandaag op morgen. Ik ga dat proces bewaken, maar als klachtenfunctionaris kan ik er verder niks mee doen. Als daar aanleiding voor is, blijf ik me met het beleid bemoeien. En omdat ik een zeker aanzien en respect heb verworven, staat de gemeente Amsterdam dat toe, hoewel het feitelijk niet tot mijn takenpakket behoort. Als het moet, kom ik in actie!”

Imane is erg enthousiast over het informatienetwerk en denkt graag mee: “Je ziet in de buurten dat kinderen niet altijd worden betrokken bij beslissingen en dat terwijl er veel scholen zijn om kinderen te bereiken. De gemeente zou bijvoorbeeld één keer per maand op een school kunnen komen, vertellen wat er in de buurt gebeurt en dan kinderen vragen om te participeren.”

Credits foto: Roos Trommelen

Lees ook:

Sluiten

Jaarbericht Kinderrechten 2018

Het Jaarbericht Kinderrechten 2018 laat positieve ontwikkelingen zien op het gebied van kinderrechten in Nederland. De overheid werkt aan een meer kindvriendelijke verblijfsregeling voor minderjarige slachtoffers van mensenhandel. De aanpak van kindermishandeling krijgt prioriteit. Er zitten minder kinderen in een politiecel. En er wordt jeugdstrafrecht ontwikkeld voor Caribisch Nederland.

Maar van een aantal groepen kwetsbare kinderen worden de rechten onvoldoende gerespecteerd. Zorgwekkend veel kinderen zitten in de gesloten jeugdzorg. En kinderen die een alternatieve straf krijgen opgelegd, moeten tot een jaar wachten op de uitvoering vanwege tekorten in de jeugdhulp. Over deze en andere groepen kwetsbare kinderen en jongeren gaat dit Jaarbericht.

Scroll naar beneden voor de verkorte online versie

Over het Jaarbericht

Meer over het jaarbericht

Het Jaarbericht Kinderrechten is de jaarlijkse graadmeter voor de situatie van kinderen in Nederland. Het geeft een overzicht van de situatie van kinderen en jongeren in Nederland en Caribisch Nederland rond vijf thema’s: kindermishandeling, jeugdhulp, jeugdstrafrecht, migratie en uitbuiting.

Het Jaarbericht Kinderrechten is een analyse van de ontwikkelingen op de verschillende thema’s in het afgelopen jaar. Deze analyse is gebaseerd op cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek en op cijfers van het Ministerie van Justitie en Veiligheid.

In het Jaarbericht staan concrete aanbevelingen aan Tweede Kamerleden, leden van het kabinet en iedereen die met kinderen werkt. Met als doel een betere naleving van kinderrechten in Nederland.

Het Jaarbericht Kinderrechten is uitgave van UNICEF Nederland en Defence for Children.

Bekijk hier eerdere jaarberichten

Kinderrechten &

  • Kinderrechten & migratie
  • Kinderrechten & jeugdhulp
  • Kinderrechten & uitbuiting
  • Kinderrechten & kindermishandeling
  • Kinderrechten & jeugdstrafrecht
  • Kinderrechten & Caribisch Nederland
  • Kinderrechten & migratie
  • Kinderrechten & jeugdhulp
  • Kinderrechten & uitbuiting
  • Kinderrechten & kindermishandeling
  • Kinderrechten & jeugdstrafrecht
  • Kinderrechten & Caribisch Nederland

Kinderrechten & migratie

63%

daling van het aantal aanvragen voor de kinderpardonregeling

50

alleenstaande minderjarigen in vreemdelingenbewaring/ grensdetentie

Zorgen

Er zijn in 2017 geen verblijfsvergunningen toegekend op grond van het speciale buitenschuldbeleid voor alleenstaande kinderen, die buiten hun schuld niet kunnen terugkeren naar het land van herkomst. De criteria blijken veel te strikt.

In 2017 zijn 40 kinderen, waaronder 10 alleenstaanden, naar Afghanistan uitgezet, terwijl dit land afgelopen jaar veel gevaarlijker is geworden.

50 alleenstaande kinderen werden in 2017 in detentie geplaatst. Een forse stijging ten opzichte van 2016, toen zaten 30 alleenstaande kinderen in detentie, in 2015 waren dat er slechts 10. Geen enkel kind zou gedetineerd mogen worden op grond van zijn of haar verblijfsstatus. Het VN-Kinderrechtencomité heeft opgeroepen om detentie van migrantenkinderen af te schaffen, maar de Nederlandse overheid werkt niet aan alternatieven voor detentie.

Het aantal kinderpardonaanvragen ligt beduidend lager dan in 2016, toen 270 kinderen een beroep op de regeling deden. In 2017 dienden slechts 100 kinderen een aanvraag in. Vanwege het hoge afwijzingspercentage wordt nauwelijks beroep op de regeling gedaan. Er is nog steeds geen oplossing voor kinderen die volledig in Nederland zijn geworteld. Kinderen worden nog altijd gedwongen om te verhuizen tijdens de asielprocedure, ondanks toezeggingen van de regering om hiermee te stoppen.

Vooruitgang

In 2017 zijn er een aantal positieve ontwikkelingen geweest op het gebied van gezinshereniging. Het Europese Hof van Justitie oordeelde dat een buitenlandse ouder verblijfsrecht kan krijgen om bij haar of zijn Nederlandse kind te zijn. Ook positief is de aanpassing van het gezinsherenigingsbeleid voor vluchtelingen uit Eritrea: als officiële documenten ontbreken worden andere documenten die de identiteit of gezinsband ondersteunen meegenomen.

Ook biedt de IND eerder een DNA-onderzoek aan. Deze aanpassing van het beleid is een belangrijke vooruitgang.

En nu

Het beleid voor alleenstaande kinderen is dringend aan evaluatie toe. Worden de doelstellingen van dit beleid wel bereikt?

De uitzetting van kinderen naar Afghanistan moet worden gestopt.

De Nederlandse overheid zou alternatieven moeten ontwikkelen voor het opsluiten van vluchtelingenkinderen op grond van hun verblijfsrechtelijke status.

Het is van belang dat nogmaals goed gekeken wordt naar het Kinderpardon, dat nog altijd een wassen neus is. Kinderen verkeren nog steeds in onzekerheid.

In navolging van de vorig jaar aangenomen motie om de verhuizingen van kinderen in asielzoekerscentra te stoppen, dient het beleid aangepast te worden.

Download dit hoofdstuk
Casus helpdesk

Vijf jaar onzekerheid is meer dan genoeg

Een meisje, zestien jaar oud, belt naar de Kinderrechtenhelpdesk van Defence for Children. Het meisje vertelt dat zij op zevenjarige leeftijd samen met haar ouders naar Nederland is gevlucht. Het gezin komt uit Afghanistan en verblijft inmiddels al negen jaar in Nederland. Ze hebben nog altijd geen verblijfsvergunning.

Het meisje vertelt dat zij hier haar leven heeft opgebouwd: zij gaat naar school, naar een sportclub, heeft vriendinnen en voelt zich Nederlands. De aanvraag voor het kinderpardon is afgewezen omdat de ouders van het meisje onvoldoende meegewerkt zouden hebben aan vertrek.

De Nederlandse overheid wil het meisje en haar ouders terugsturen naar Afghanistan omdat het land veilig genoeg zou zijn. Het tegendeel is echter waar. Bloedige bomaanslagen en ernstige mensen- en kinderrechtenschendingen zijn aan de orde van de dag. Daarnaast is uit wetenschappelijk onderzoek gebleken dat de ontwikkeling van kinderen wordt geschaad wanneer zij na vijf jaar verblijf gedwongen worden terug te keren naar het land van herkomst. Het wordt hoog tijd dat de regering luistert naar de stem van gewortelde kinderen, vijf jaar verblijfsonzekerheid is meer dan genoeg

kindvriendelijke uitspraak
  • Kinderrechten & migratie
  • Kinderrechten & jeugdhulp
  • Kinderrechten & uitbuiting
  • Kinderrechten & kindermishandeling
  • Kinderrechten & jeugdstrafrecht
  • Kinderrechten & Caribisch Nederland

Kinderrechten & jeugdhulp

21.440

kinderen in pleegzorg

8%

stijging van het aantal kinderen in gesloten jeugdzorg

Zorgen

Ook in 2017 zagen we dat niet alle kinderen de zorg krijgen die zij nodig hebben.

De vraag naar jeugdhulp neemt toe en er is geen zicht op de wachtlijsten. Dit speelt al jaren en er is nog steeds geen oplossing, ondanks de toezegging van VWS-minister De Jonge om de wachtlijstproblematiek te analyseren en met oplossingen te komen.

Er is een groot verschil tussen jeugdhulp in verschillende gemeenten. Het aanbod van zorg aangeboden door gemeenten is niet op orde. Er zijn wachttijden en wachtlijsten. Er ontbreekt regie van de landelijke overheid, zij neemt geen stelselverantwoordelijkheid.

Het aantal kinderen tot 18 jaar in de gesloten jeugdzorg is de laatste jaren toegenomen tot een zorgwekkend record van 2.710 kinderen in gesloten jeugdzorg in 2017. Dit is extra zorgelijk omdat een uithuisplaatsing juist de uiterste maatregel moet zijn.

Ook zijn er grote verschillen tussen de regelgeving en rechtswaarborgen voor kinderen die verblijven in een justitiële jeugdinrichting, een jeugd-GGZ-instelling of een gesloten jeugdhulpinstelling. Harmonisatie van deze regelgeving staat al jaren op de agenda, maar komt zeer traag van de grond.

Vooruitgang

Er lijkt verbetering te komen met de uitvoering van het Actieprogramma Zorg voor de Jeugd. In dit programma wordt gesteld dat kinderen en gezinnen betere toegang tot passende hulp moeten krijgen. Wij gaan de toezeggingen die hier zijn gedaan nauwlettend volgen.

En nu

Alle kinderen in Nederland moeten gelijke toegang hebben tot jeugdhulp en alle kinderen moeten de juiste, passende zorg krijgen.

Het aantal kinderen dat in een gesloten instelling zit moet worden teruggebracht.

Download dit hoofdstuk
Casus helpdesk

Geschikte hulp, waar ook in Nederland

Een hulpverlener van een instelling neemt contact op met de Kinderrechtenhelpdesk van Defence for Children. Zij maakt zich zorgen om Debby van vijftien jaar. Zij verblijft op een gesloten plek in de instelling. Debby is voor haar eigen veiligheid gesloten geplaatst, omdat zij slachtoffer is van een loverboy en zij bedreigd wordt door een familielid.

De hulpverlener en Debby gaan op zoek naar een geschikte plek waar haar specialistische hulp geboden kan worden en waar zij veilig is. Dit opvanghuis bevindt zich in een andere gemeente aan de andere kant van het land. Het probleem is dat de gemeente die verantwoordelijk is voor de hulp aan Debby de hulp in dit opvanghuis niet heeft ingekocht en ook niet van plan is om dit voor haar te gaan doen. Hierdoor moet Debby nog een half jaar in de gesloten instelling zitten zonder dat zij de juiste hulp krijgt.

UNICEF Nederland en Defence for Children vinden dat alle kinderen gelijke toegang tot jeugdhulp moeten hebben, ongeacht de gemeente waarin zij wonen.

  • Kinderrechten & migratie
  • Kinderrechten & jeugdhulp
  • Kinderrechten & uitbuiting
  • Kinderrechten & kindermishandeling
  • Kinderrechten & jeugdstrafrecht
  • Kinderrechten & Caribisch Nederland

Kinderrechten & uitbuiting

24%

meer verdwijningen van minderjarigen uit de vreemdelingenopvang

54%

meer meldingen van online beeldmateriaal kindermisbruik

Zorgen

Uitbuiting van kinderen is een ernstige schending van hun rechten. De precieze omvang hiervan is niet bekend, maar er zijn op verschillende vlakken zorgelijke signalen.

Het aantal meldingen van kinderporno is sinds 2012 met 800 procent gestegen. Ondanks deze stijging is er geen rechercheur bij gekomen.

In 2017 zijn 360 alleenreizende minderjarige asielzoekers uit de opvang verdwenen, met onbekende bestemming. Dat is veel en veel meer dan ooit. Deze jongeren moeten overleven in de illegaliteit en zijn daarom kwetsbaar om in een uitbuitingssituatie terecht te komen.

Vooruitgang

De belangrijkste vooruitgang is de toezegging van het ministerie van Justitie en Veiligheid – na jaren aandringen door Defence for Children en UNICEF Nederland – dat onderzocht gaat worden hoe de verblijfsregeling voor minderjarige slachtoffers mensenhandel kindvriendelijker kan worden gemaakt.

Positief is dat het ministerie van Justitie en Veiligheid met website-aanbieders spreekt om door de politie gesignaleerde advertenties van minderjarige prostituees snel van websites te verwijderen.

En nu

Onderzocht moet worden hoe verdwijningen van minderjarige asielzoekers kunnen worden voorkomen.

Er moet goede samenwerking zijn tussen de politie, jeugdbeschermers en andere landen van doorreis en bestemming om verdwenen jongeren terug te vinden. De aanpak van criminele uitbuiting van kinderen moet in alle regio’s aandacht krijgen bij politie en hulpverlening.

Er is meer capaciteit nodig voor het opsporen en verwijderen van kinderporno op internet. Online adverteerders van prostituees moeten worden verplicht advertenties van minderjarigen uit te sluiten. Onderzoek is nodig of zij strafbaar zijn. Het is belangrijk dat middelbare scholen hun leerlingen meer voorlichting geven over internetveiligheid.

Download dit hoofdstuk
Casus helpdesk

Zorgen om zwanger meisje

Een jeugdbeschermer meldt begin 2018 dat een groep Roemeense jongemannen in Rotterdam is aangehouden wegens winkeldiefstal. Er is ook een 14-jarig meisje bij. Aan de Raad voor de Kinderbescherming heeft het meisje verteld dat ze naar Nederland is gekomen om te werken. Wat dit werken precies inhoudt, kan zij niet zeggen. Er zijn zorgen om dit meisje, dat om onduidelijke redenen met deze groep mannen naar Nederland is gekomen. Ze ziet bleek en blijkt al vier maanden zwanger te zijn.

Het meisje wordt in een jeugdzorginstelling geplaatst. De moeder van het meisje is in Roemenië. Zij wil graag dat het meisje samen met haar oom, een van de aangehouden mannen, terugkomt. De jeugdbeschermer gaat hiermee niet akkoord. Moeder moet zelf komen om het meisje op te halen. Na drie dagen komt de oom van het meisje weer vrij. Diezelfde avond verdwijnt het meisje uit de instelling. Defencefor Children adviseert de Roemeense kinderbescherming op de hoogte te brengen, zodat zij kunnen nagaan of het meisje veilig is teruggekeerd en welke hulp het meisje nodig heeft.

  • Kinderrechten & migratie
  • Kinderrechten & jeugdhulp
  • Kinderrechten & uitbuiting
  • Kinderrechten & kindermishandeling
  • Kinderrechten & jeugdstrafrecht
  • Kinderrechten & Caribisch Nederland

Kinderrechten & kindermishandeling

2.206

OM-afdoeningen in zaken over mishandeling en seksueel misbruik

820

geregistreerde misdrijven ontucht met minderjarigen

Zorgen

Jaarlijks zijn naar schatting 119.000 kinderen in Nederland slachtoffer van kindermishandeling. Om deze kinderen hulp te kunnen bieden is voldoende capaciteit en kwaliteit nodig bij de hulpverlenende instanties, en die is er nu onvoldoende. Mishandelde kinderen staan nu lang op wachtlijsten en krijgen onvoldoende passende hulp.

Als gevolg van de decentralisatie van het jeugdbeleid zijn mishandelde kinderen afhankelijk van wat gemeenten wel of niet voor hen (kunnen) doen. Dit is zorgelijk, omdat het bij de preventie en aanpak van kindermishandeling niet uit mag maken of je als kind in gemeente X of in gemeente Y woont.

Vooruitgang

De overheid besteedde de afgelopen jaren vooral aandacht aan het verhogen van de signaleringskans, waardoor meer slachtoffers van kindermishandeling in beeld komen. Dat is een positieve ontwikkeling. Bovendien heeft de minister de aanpak van kindermishandeling aangemerkt als een absolute prioriteit. Voor minderjarige slachtoffers is er nieuwe regelgeving die hen beter beschermd tijdens een strafproces.

En nu

Er is behoefte aan meer landelijke sturing, meer capaciteit en een betere kwaliteit van de zorg, zodat kinderen overal in Nederland tijdig op goede zorg kunnen rekenen en de veiligheid van deze kinderen ook op de lange termijn gewaarborgd is.

Centraal aangestuurde dataverzameling en beleidsinformatie zijn nodig om de aanpak van kindermishandeling te monitoren en verbeteren.

Specialistische kennis omtrent kindermishandeling is nodig in de sociale wijkteams en in de centra voor jeugd en gezin.

Kinderen en jongeren moeten meer betrokken worden bij de aanpak van kindermishandeling. Overleg met de kinderen zelf moet standaard onderdeel uitmaken van hulp.

Alle minderjarige slachtoffers die deelnemen aan een strafproces moeten op kindvriendelijke wijze worden verhoord en hun privacy moet beter worden beschermd.

Download dit hoofdstuk
Casus helpdesk

Minderjarig slachtoffer seksueel misbruik onnodig vaak verhoord

Verhoord worden in een strafrechtelijke procedure over seksueel misbruik is zeer ingrijpend voor en kind. Een moeder belt de Kinderrechtenhelpdesk van Defence for Children. Haar dochter van tien is slachtoffer van seksueel misbruik en moet daarover getuigen in een strafproces.

Moeder is bezorgd over het welzijn van haar kind, omdat de advocaat van de verdachte haar dochter in hoger beroep opnieuw wil verhoren. Dit terwijl er audiovisuele opnames zijn van het eerste verhoor dat is afgenomen in een kindvriendelijke verhoorstudio door een gespecialiseerde verhoorder. De advocaat kan deze opnames bekijken. Moeder wil haar kind niet onnodig opnieuw belasten met een verhoor.

Defence for Children schrijft een kinderrechtenrapportage over deze zaak waarin zij benadrukt dat het belang van het kind een eerste overweging moet zijn, en dat zeer terughoudend omgegaan moet worden met het herhaald verhoren van minderjarige slachtoffers van seksueel misbruik. De advocaat

van de verdachte zal goed moeten motiveren wat de toegevoegde waarde is van een nieuw verhoor en waarom het bekijken van de audiovisuele beelden niet toereikend is.

Defence for Children ziet op basis van de beschikbare stukken onvoldoende reden om het meisje nogmaals te verhoren. Het Gerechtshof komt tot eenzelfde conclusie in deze zaak en bepaalt dat het meisje niet opnieuw verhoord zal worden. Deze casus illustreert dat de positie van minderjarige slachtoffers in het strafproces voor verbetering vatbaar is.

  • Kinderrechten & migratie
  • Kinderrechten & jeugdhulp
  • Kinderrechten & uitbuiting
  • Kinderrechten & kindermishandeling
  • Kinderrechten & jeugdstrafrecht
  • Kinderrechten & Caribisch Nederland

Kinderrechten & jeugdstrafrecht

26%

daling van het aantal inverzekeringstellingen minderjarigen

30.369

minderjarigen zijn ooit opgenomen in de DNA-databank voor Strafzaken

Zorgen

De rechtspositie van kinderen in het jeugdstrafrecht blijft een zorg: deze is met name tijdens de eerste dagen van het strafproces te weinig kindgericht. Er verblijven teveel kinderen in de politiecel en niet alle minderjarige verdachten krijgen een gratis advocaat. Er worden nog steeds 12- en 13-jarigen opgesloten in justitiële jeugdinrichtingen en 16- en 17-jarigen kunnen worden berecht via het volwassenstrafrecht.

Er staan te veel mensen geregistreerd in de DNA-databank voor Strafzaken als gevolg van een strafbaar feit uit hun jeugd.

De aansluiting op jeugdhulpinterventies schiet te kort. Kinderen die een alternatieve straf opgelegd krijgen moeten soms lang wachten om deze te kunnen uitvoeren vanwege tekorten bij jeugdhulp.

Herstelrecht, zoals mediation in strafzaken en herstelconferenties, is niet voor alle minderjarigen toegankelijk.

Vooruitgang

Het aantal kinderen dat in verzekering is gesteld door de politie en in een politiecel verblijft, is voor het eerst sinds jaren flink afgenomen, van ruim 7000 in 2016 naar iets meer dan 5000 in 2017. Het aantal politieverhoren neemt al jaren af, net als het aantal kinderen dat in een justitiële jeugdinrichting is opgesloten. Dit is een halvering ten opzichte van vijf jaar geleden.

Er worden nieuwe vormen en alternatieven voor vrijheidsbeneming ontwikkeld, zodat minderjarigen zo weinig mogelijk worden opgesloten en zij zich kunnen blijven ontwikkelen.

En nu

Er is veel meer aandacht nodig voor een kindgerichte aanpak tijdens de modernisering van het wetboek van Strafvordering en in de praktijk.

De minimumleeftijd voor strafrechtelijke aansprakelijkheid moet omhoog. De leeftijd waarop kinderen voor een strafbaar feit kunnen worden vervolgd in Nederland ligt laag, namelijk op 12 jaar. Net als de RSJ vinden wij dat een verhoging naar tenminste 14 jaar wenselijk is.

De privacy van minderjarige verdachten en veroordeelden moet beter worden beschermd als het gaat om DNA-afname en het gebruik van justitiële gegevens als gevolg van jeugddelicten.

De voorbehouden van Nederland op het VN-Kinderrechtencomité moeten worden ingetrokken. zodat het niet meer mogelijk is om minderjarigen die verdacht worden van lichte delicten zonder advocaat te berechten en ook niet om 16- en 17-jarigen via het volwassenenstrafrecht te berechten.

Download dit hoofdstuk
Casus helpdesk

Het recht op een advocaat

De moeder van Toine (16) belt de Kinderrechtenhelpdesk van Defence for Children. Haar zoon is aangehouden voor het medeplegen van een winkeldiefstal. Hij mocht eerst naar huis en is pas een dag later door de politie verhoord. Zijn vriend Paul, die op heterdaad is aangehouden en op het politiebureau moest blijven, is nog dezelfde avond verhoord. Hij had een piket- advocaat die de zaak vooraf met hem besprak en hem tijdens het verhoor bijstond. Aan Toine, die een dag later toch nog naar het politiebureau moest komen voor verhoor, is verteld dat hij een advocaat mag meenemen, maar dat hij of zijn ouders die zelf moeten betalen. Zijn moeder wil dat niet. Zij werkt, maar houdt nauwelijks geld over en wil geen geld uitgeven aan een advocaat. Ze gaat zelf mee naar het politieverhoor.

Toine gaat akkoord met een Halt-afdoening. Hij zegt achteraf dat hij wel een beetje onder druk is gezet. Hij wilde dat het snel voorbij was en wilde niet naar de rechter, maar eigenlijk had hij er niet zoveel mee te maken. Hij was inderdaad samen met zijn vriend Paul in de winkel, maar het was niet zijn idee om de spullen mee te nemen en hij had zelf niks gestolen.

Volgens de nieuwe EU-richtlijn EU 2016/800 hebben minderjarige verdachten van een strafbaar feit voorafgaand en tijdens het politieverhoor recht op een advocaat en kunnen zij daarvan geen afstand doen. Wij vinden het belangrijk dat alle minderjarige verdachten die door de politie, officier van justitie of rechter worden gehoord op gelijke wijze toegang krijgen tot een gratis (piket)advocaat.

kindercorrespondent
  • Kinderrechten & migratie
  • Kinderrechten & jeugdhulp
  • Kinderrechten & uitbuiting
  • Kinderrechten & kindermishandeling
  • Kinderrechten & jeugdstrafrecht
  • Kinderrechten & Caribisch Nederland

Kinderrechten & Caribisch Nederland

Zorgen

Terwijl het tegengaan van huiselijk geweld en kindermishandeling in Caribisch Nederland voor de regering prioriteit is, zijn er geen cijfers beschikbaar over jeugdhulp, kindermishandeling en jeugdreclassering.

Ook op het terrein van migratie en uitbuiting is geen specifieke data over kinderen beschikbaar. Daardoor is de ernst van de situatie onvoldoende in beeld en monitoring niet mogelijk.

Kinderen in Caribisch Nederland worden al langere tijd disproportioneel getroffen door armoede. Zij krijgen te weinig eten en er is geen geld voor goede kleding. Ook lopen zij een groter risico op verwaarlozing of huiselijk geweld.

Vooruitgang

Beleidsmatig zijn belangrijke stappen gezet voor de kinderen op de BES-eilanden, zoals de aankondiging van het invoeren van jeugdstrafrecht en het sluiten van een bestuursakkoord huiselijk geweld en kindermishandeling. Voor de uitvoering van het akkoord is voor de komende jaren 4,5 miljoen euro ter beschikking gesteld.

De kwaliteit van jeugdzorg en jeugdvoogdij op Bonaire is volgens de inspectie Jeugdzorg verbeterd, al zijn er nog zorgpunten rond de pleegzorg en de wachtlijsten. Er vinden gesprekken plaats over verbeteringen hierin.

En nu

Het ontwikkelen van een dataregistratiesysteem om het welzijn van kinderen in Caribisch Nederland te monitoren moet hoog op de agenda van de Nederlandse regering worden gezet.

Nu de plannen gericht op het verbeteren van de bescherming van kinderen klaar zijn, is het tijd om deze ook daadwerkelijk te gaan uitvoeren. Daarvoor is ondersteuning vanuit de Nederlandse overheid hard nodig.

Onderzocht moet worden of kinderen op de vlucht voldoende bescherming krijgen. Het bestaansminimum voor Caribisch Nederland moet zo snel mogelijk worden vastgesteld, zodat het niveau van de uitkeringen herzien kan worden.

Aandacht voor de bestrijding van mensenhandel en mensensmokkel voor Caribisch Nederland blijft noodzakelijk. Professionals hebben training nodig in het herkennen van minderjarige slachtoffers van uitbuiting.

Download dit hoofdstuk