“Een groot gat”, zo noemt Liselot Raat, met haar twintig jaar het jongste raadslid van de gemeente Meppel, het feit dat kinderen en jongeren nauwelijks worden gerepresenteerd in de politiek. Daarom riep ze de gemeenteraadsleden, ambtenaren en jongerenwerkers, die aanwezig waren tijdens de op 11 mei gehouden kinderrechtenconferentie in het Drentse Veenhuizen, op hier werk van te maken. Kinderen van de stichting ‘Petje af’ die deelnamen aan een van de tijdens de conferentie gegeven workshops, hielden het simpel: “Als jullie ons écht bij gemeentebeleid willen betrekken, vraag het ons, kom naar ons toe en laat ons daarna zien dat het zin had om mee te denken.”
Veenhuizen aan de wieg van de verzorgingsstaat
De kinderrechtenconferentie in Veenhuizen, een initiatief van het Politiek Netwerk Drenthe, volgde op de conferentie die een jaar geleden in Roden werd gehouden. In het plaatselijke gevangenismuseum gaf auteur Wil Schackmann eerst een lezing over de voormalige Kinderkolonie Veenhuizen. Deze werd opgericht om weeskinderen en vondelingen uit het hele land op te voeden tot ‘nijvere landarbeiders’. De kinderen werden opgevangen in gestichten in Veenhuizen en moesten met veldwerk en fabrieksarbeid hun onderwijs, verplicht voor kinderen tussen de zes en twaalf jaar, en onderhoud bekostigen. Hoewel het experiment uiteindelijk mislukte, stonden de Kinderkolonie en de andere zes Koloniën van Weldadigheid aan de wieg van onze verzorgingsstaat.
Armoede als vicieuze cirkel
Passend bij de locatie gaf Erik Meij, onderzoeker bij het Sociaal Planbureau Groningen Armoede en eerder deze maand in het nieuws met zijn onderzoek naar generatiearmoede, vervolgens een presentatie. “Gemeenten zijn verantwoordelijk voor het armoedebeleid, maar hun aanpak werkt, zeker waar het gaat om overerfbare armoede, onvoldoende”, aldus Meij. Hij toonde cijfers waaruit blijkt dat er in Nederland 209.000 kinderen in huishoudens met een laag inkomen wonen. Dat betekent dat 1 op de 13 kinderen in armoede opgroeit. Kinderen die te maken hebben met overerfbare armoede bevinden zich, zo zei Meij, in een vicieuze cirkel: ze hebben te maken met moeilijke omstandigheden en ervaringen, dat geeft stress, dit beïnvloedt hun ontwikkeling en daardoor hun gedrag, wat ertoe leidt dat ze worden uitgesloten, waardoor ze minder kansen krijgen. “Het uitgangspunt van de Kinderkolonie was dat de weeskinderen en vondelingen moesten leren mee te doen in de ‘grote’ maatschappij. Deze aanpak mislukte in het verleden en werkt nu nog steeds niet.”
Het belang van kinder- en jongerenparticipatie
Maartje Berger, juridisch adviseur Jeugdrecht bij Defence for Children sluit zich daarbij aan: “Het is belangrijk dat een gemeente zich bijvoorbeeld wat armoedebestrijding betreft verdiept in wat kinderen en gezinnen in armoede nodig hebben. Gelukkig komt er piepend en krakend een andere benadering op gang. Maar we horen nog steeds dat het moeilijk is om juist de minder zichtbare jongeren te bereiken.” Dat beaamt Willemijn de Koning van Save the Children. Samen gaven ze een workshop over het programma Speaking Minds, dat zich richt op het bevorderen van kinder- en jongerenparticipatie in gemeenten. De Koning: “Vooral praktisch opgeleide jongeren weten niet dat hun gemeente verantwoordelijk is voor het opstellen en uitvoeren van beleid over onderwijs, gezondheid, armoede en jeugdhulp. Omdat zij niet weten dat gemeenten hen kunnen helpen, moeten gemeenten zelf naar jongeren toe met de vraag wat zij nodig hebben.”
Speaking Minds brengt gemeenten, in samenwerking met scholen voor praktijkonderwijs, vmbo en mbo, in contact met moeilijk bereikbare jongeren, onder wie praktisch opgeleiden met sociaaleconomische problematiek. De Koning vertelde er tijdens de workshop meer over: “Door jongeren zelf onderzoek te laten doen in de buurt, in gesprek te laten gaan met wethouders, hulpverleners en andere mensen uit de gemeente, en hen vervolgens advies uit te laten brengen over wat zij belangrijk vinden, wordt jeugdparticipatie echt betekenisvol.” Waarop Berger aanvulde: “Zo leren ze de gemeente waarin ze wonen beter kennen én vertrouwen, en krijgen ze in overeenstemming met het VN-Kinderrechtenverdrag een stem in lokaal beleid. Gemeenten zijn op hun beurt beter in staat het armoede- en jeugdbeleid af te stemmen op wat jongeren nodig hebben.”
Participatie binnen jeugdzorg
Ondanks dat het Kinderrechtenverdrag bepaalt dat kinderen en jongeren recht hebben om te participeren als het gaat om zaken die hen aangaan, voelt meer dan 30 procent van de jongeren die met jeugdzorg te maken hebben, zich niet gehoord. Elroy Eefting, jongerenwerker bij de gemeente Assen, zei in een van de twee andere workshops dat participatie van kinderen en jongeren met jeugdhulp een essentiële voorwaarde is voor de ontwikkeling van hun zelfrespect en zelfvertrouwen. Ervaringsdeskundigen Mike (18 jaar) en Norma (17 jaar ) gaven deelnemers aan de workshop tips over hoe je jongeren het beste naar persoonlijke ervaringen kunt vragen: “Het principe van de four walls of trust is belangrijk”, legde Mike uit, “wat we delen moet binnen vier muren blijven.”
Je écht gehoord voelen als kind
De derde workshop, onder leiding van dagvoorzitter Fenna Bolding, ging over jongeren die hun stem laten horen en in actie komen voor een betere toekomst. Naast Liselot Raat, raadslid van de gemeente Meppel en Thijs Hogerhuis van de Jongeren Adviesraad Drenthe, was er een panel aanwezig van vijf kinderen, allemaal meisjes, van de stichting ‘Petje af’ uit Coevorden en Noordenveld. Ze trokken veel geïnteresseerde gemeenteraadsleden, ambtenaren en jongerenwerkers en ook burgemeester Klaas Smid van Noordenveld , die de conferentie opende, luisterde aandachtig toe. De kinderen wezen erop dat tijd belangrijk is voor participatie: “Als je ons advies vraagt over bijvoorbeeld een speeltuin, wacht dan niet twee jaar voordat je er gevolg aan geeft, want dan zijn we er waarschijnlijk te oud voor.”
Bolding vatte de tips van de kinderen zo samen: “Als jullie ons écht bij gemeentebeleid willen betrekken, vraag het ons, kom naar ons toe en laat ons daarna zien dan het zin had om mee te denken.” Sterre (11 jaar) straalt na afloop: “Ik vind het belangrijk dat er meer aandacht komt voor kinderen met een beperking en mensen in armoede. Dat heb ik gezegd en ik voelde me echt gehoord.” Wie ook stralen zijn initiatiefnemer Anita van der Noord van het Politiek Netwerk Drenthe en Ria Haan, raadslid van de gemeente Assen: “ Deze tweede kinderrechtenconferentie was een fantastisch vervolg op die in Roden. We zetten in Drenthe steeds meer mooie stappen wat betreft kinderparticipatie.”
Fotografie: Jenne Hoekstra