Na maanden onderzoek concludeert de Waarnemend Ombudspersoon voor Toekomstige Generaties dat het huidige basisonderwijs onvoldoende gelijke kansen biedt voor ieder kind. Daarom pleit het Lab voor een nieuwe aanpak met meer aandacht voor het ontwikkelrecht van het kind.
Aanleiding voor het onderzoek
Ieder kind in Nederland heeft recht op inclusief onderwijs. Toch blijkt uit onderzoek dat het huidige basisonderwijssysteem de kansen voor toekomstige kinderen, om in een inclusieve maatschappij geboren te worden en naar school te gaan, beperkt. Problemen met het aanbieden van inclusief onderwijs nu, raken het welzijn van generaties in de toekomst. Daarom besloot het Lab deze kwestie te onderzoeken.
Het gebrek aan inclusiviteit op het basisonderwijs
Eén van de problemen in het huidige systeem is dat sommige groepen leerlingen en studenten niet de kansen krijgen die ze verdienen; in het onderwijs en op de arbeidsmarkt. Dit komt omdat er onterecht onderscheid wordt gemaakt op grond van:
- het opleidingsniveau van de ouders
Kinderen van hoogopgeleide ouders krijgen in groep 8 vaak een hoger advies voor de middelbare school dan kinderen van laagopgeleide ouders, in vergelijking tot hun uitkomst van de Cito Eindtoets voor de basisschool. - geslacht en seksualiteit
Meisjes leren al op vroege leeftijd dat slimheid een jongensding is. Stereotypering bij basisleerkrachten kunnen gendernormen bevestigen, maar ook leiden tot een lagere waardering van meisjes, bijvoorbeeld in het schooladvies. In 2018 is bijna de helft van de LHBT-leerlingen uitgescholden wegens hun seksuele oriëntatie. Ze worden expres buitengesloten door andere leerlingen en er worden veel roddels en leugens over hen verspreid.
- herkomst, kleur en geloof
Ongeveer één op de twintig leerlingen voelt zich minder veilig of heeft minder vertrouwen in zichzelf als gevolg van discriminatie. Dat is gemiddeld gezien dus meer dan één leerling per klas.
- ongelijke sociaal-economische thuissituatie (technologie)
In sommige gezinnen is er onvoldoende geld voor bijvoorbeeld Wi-Fi, laptops en smartphones. Technologie is iets positiefs, maar kan ook een grote belemmering vormen voor kansengelijkheid. Dit kwam uit een onderzoek naar de gevolgen van de (onmiddellijke) overgang naar onderwijs op afstand door de coronamaatregelen in het voorjaar van 2020.
Verandering? Verleg focus naar ontwikkelrecht van het kind
De vragen die de Ombudspersoon zich stelden: ‘hoe zorgen we ervoor dat onderwijs gelijke kansen biedt voor ieder kind? En, hoe maken we basisonderwijs zo inclusief mogelijk voor onze kinderen en toekomstige generaties? Na vier bijeenkomsten met een Toekomstraad, een sessie met stakeholders uit het onderwijsveld, twee brainstormsessies met Lab TG deelnemers en een focusbijeenkomst met onderwijsexperts, was de conclusie dat de ontwikkeling van het kind meer centraal moet staan. Dit ontwikkelingsrecht van het kind is een integraal en cruciaal onderdeel van de (Internationale) Kinderrechten. Nederland heeft deze Internationale Kinderrechten erkend. De Ombudspersoon roept nu onderwijsinstellingen, onderwijsexperts en – professionals op dit recht, van ieder kind op ontwikkeling en ontplooiing, te erkennen, respecteren, beschermen en realiseren. Verder adviseert de Ombudspersoon deze groep professionals het onderwijssysteem en het inhoudelijk onderwijs anders in te richten, met het ontwikkelingsrecht van het kind als basis. De Ombudspersoon heeft 21 aanbevelingen geformuleerd om dit doel te bereiken.