De Verenigde Naties (VN) maakte een flyer waarin staat wanneer een uitspraak aanzet tot discriminatie, haat of geweld. Het aanzetten tot discriminatie, haat of geweld is strafbaar, maar er is veel discussie over wanneer een uitspraak strafbaar is. Vooral omdat iedereen (ook een kind) het recht heeft op vrijheid van meningsuiting. Met deze flyer hoopt de VN meer duidelijkheid te geven en ze ontwikkelden hiervoor een ‘drempeltest’.
Internationaal verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten
De drempeltest is gemaakt naar aanleiding van artikel 20 van het Internationaal verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten. Hierin staat dat landen het uitspreken van haatgevoelens die aanzetten tot discriminatie, vijandigheid of geweld moet verbieden in de wet. Het Verdrag geldt voor volwassenen én kinderen.
Discriminatie
Discriminatie betekent dat er een ongeoorloofd onderscheid wordt gemaakt tussen mensen op basis van bijvoorbeeld geslacht, afkomst, geloofsovertuiging, culturele achtergrond of seksuele geaardheid. Wanneer twee mensen in dezelfde situatie anders worden behandeld op basis van een van deze gronden, zonder dat dit rechtvaardig is, is er sprake van discriminatie.
VN-Kinderrechtenverdrag
In artikel 2 van het VN-Kinderrechtenverdrag staat dat discriminatie niet mag en dat kinderen hiertegen moeten worden beschermd. Kinderen moeten volgens artikel 19 ook worden beschermd tegen geweld. Hiernaast heeft elk kind, volgens artikel 13, het recht zijn of haar mening te uiten. De vrijheid van meningsuiting betekent dat je vrij mag uitkomen voor je geloofsovertuiging, politieke voorkeur, seksuele geaardheid of culturele achtergrond.
Het VN-Kinderrechtencomité heeft duidelijk aangegeven dat discriminatie niet mag en dat landen maatregelen moeten nemen dit tegen te gaan. In General Comment 7 staat bijvoorbeeld dat kinderen niet alleen negatieve effecten ervaren als zij zelf worden gediscrimineerd, maar ook als het hun ouders treft. In een General Comment geeft het VN-Kinderrechtencomité uitleg over een of meerdere artikelen uit het VN-Kinderrechtenverdrag.
Drempeltest
Er moet heel wat gebeuren voordat een uitspraak strafbaar is, die drempel is heel hoog. Vrijheid van meningsuiting is namelijk een belangrijk recht, wat niet zomaar mag worden beperkt. De drempeltest van de VN bestaat uit zes onderdelen. Alleen als aan alle onderdelen is voldaan, kan een uitspraak strafbaar zijn. De zes onderdelen:
- Context
Er wordt gekeken naar de omstandigheden waarin de uitspraak wordt gedaan en welke personen daarbij aanwezig zijn. Het kan verschil maken of een uitspraak bij een protest op tv wordt gedaan of dat een leerling op school iets tegen vrienden zegt. - Spreker
Er wordt gekeken naar de status van degene die de uitspraak doet en wat de positie is van de spreker ten opzichte van het publiek. - Intentie
Er wordt gekeken of de spreker de bedoeling heeft iets te laten gebeuren met zijn uitspraak, of hij tot iets wil ‘aanzetten’. Als iemand een uitspraak doet zonder de bedoeling dat er hierdoor actie wordt ondernomen is diegene niet strafbaar. - Inhoud
Er wordt gekeken of wat gezegd wordt een directe aanzet is tot discriminatie, haat of geweld. Bijvoorbeeld door de vorm van de uitspraak en de argumenten die worden gebruikt. - Omvang
Er wordt gekeken of de uitspraak in het openbaar is gedaan, hoe groot het publiek was en of de uitspraak algemeen toegankelijk is (bijvoorbeeld op tv of internet). - Waarschijnlijkheid van de dreiging
Er wordt gekeken of er een risico op schade is. Dit betekent dat het waarschijnlijk moet zijn dat de uitspraak daadwerkelijk aanzet tot haat tegen een groep.
Hulp bij discriminatie
Als jij of iemand die je kent wordt gediscrimineerd kan je contact opnemen met meerdere organisaties. Zo kan je erover praten met medewerkers van de Kindertelefoon of naar het antidiscriminatiebureau in jouw gemeente. Je kunt met vragen ook terecht bij de Kinderrechtenhelpdesk van Defence for Children. Meer informatie over waar je terecht kan lees je hier.
Meer over de drempeltest van de VN lees je hier.