Op 15 november 2022 vond bij de Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties (VN) in Genève de Universal Periodic Review (UPR) van Nederland plaats. Tijdens de UPR, die elke vijf jaar wordt gehouden, worden de mensenrechtensituaties van de VN-lidstaten besproken en kunnen zij elkaar daarover bevragen en elkaar aanbevelingen geven. Het doel van de UPR is om de mensenrechtensituatie in het land te verbeteren.
Aanbevelingen
Tijdens de UPR heeft Nederland van 100 verschillende VN-lidstaten in totaal 255 aanbevelingen ontvangen. Minister Hanke Bruins Slot heeft 21 februari laten weten dat Nederland het overgrote deel van de aanbevelingen accepteert. Nederland laat hiermee weten met welke aanbevelingen zij de komende jaren aan de slag zal gaan.
Van de 255 aanbevelingen die Nederland heeft ontvangen, gingen er 68 aanbevelingen over kinderrechten. Dat is flink meer dan de UPR in 2017. De aanbevelingen komen in grote mate overeen met de in 2022 ontvangen aanbevelingen van het VN-Kinderrechtencomité. Onderwerpen waarop verbetering kan worden aangebracht met betrekking tot kinderrechten zijn onder andere migratie, jeugdhulp, onderwijs en de gevolgen van klimaatverandering.
Werk aan de winkel op klimaat en milieu
Ook tijdens de UPR zijn de gevolgen van klimaatverandering aan bod gekomen. Het is opvallend dat 18 aanbevelingen gaan over het klimaat, het milieu en de rol van het bedrijfsleven in relatie tot mensenrechten. Een dusdanig aantal is uniek en laat zien dat Nederland op deze punten nog veel kan verbeteren. Van deze 18 aanbevelingen zijn 16 aanbevelingen geaccepteerd en slechts twee ter kennisneming aangenomen. Daaruit komt naar voren dat Nederland dit probleem erkent en op deze punten verbetering belooft.
De aanbeveling over de aansprakelijkheid in zaken over milieuschade die door Nederlandse bedrijven zou zijn aangebracht is niet geaccepteerd, omdat Nederland nog werkt aan specifieke wetgeving voor bedrijven. De andere aanbeveling die ter kennis is aangenomen richt zich op het terugdringen van broeikasgassen en het hanteren van een op mensenrechten gebaseerd beleid in de bescherming van het milieu.
Dat Nederland het slecht doet op klimaat en milieu is niet onopgemerkt gebleven. David Boyd, de hoogste expert van de VN op het gebied van mensenrechten en het klimaat, geeft Nederland via Twitter een tik op de vingers. Hij merkt op dat Nederland meerdere gebieden kent waar de winst van bedrijven voorrang heeft boven mensenrechten en het milieu. In het bijzonder noemt Boyd het gaswinningsgebied in Groningen en de vervuilende fabriek van Tata Steel. Volgens Boyd is de Nederlandse regering erin gefaald om de klimaatcrisis vanuit mensenrechtelijk perspectief te benaderen. Dit heeft ernstige gevolgen, omdat door klimaatvervuiling de kans groter is om vroegtijdig te overlijden en er hierdoor meer kinderen met astma zijn.
Hoe nu verder?
Tussen 24 en 28 maart zal Nederland de eindconclusies presenteren en wordt het eindrapport officieel aangenomen door de VN-Mensenrechtenraad. Het Kinderrechtencollectief zal dan een slotverklaring uitspreken waarin het naleven van het VN-Kinderrechtenverdrag in wet, beleid en praktijk wordt benadrukt. Daarnaast zal het Kinderrechtencollectief aankondigen de staat te houden aan het nakomen van de UPR-aanbevelingen en aan die van het VN-Kinderrechtencomité. De jaarlijkse nationale kinderrechtendialoog, die mede door het Kinderrechtencollectief wordt georganiseerd in april, biedt daartoe een aanleiding.
Het is nu aan Nederland om door te pakken en deze situatie daadwerkelijk te gaan verbeteren. Tijdens de volgende UPR in 2027 zal duidelijk worden of Nederland de daad bij het woord heeft gevoegd.