DUO onderwijsonderzoek & advies bracht recent een rapport uit over armoede onder leerlingen in het basisonderwijs. De belangrijkste conclusie is dat kinderen die opgroeien in armoede slechter presteren op school. DUO verricht elk schooljaar op eigen initiatief onderzoek naar actuele onderwijsthema’s en richt zich in dit onderzoek op twee hoofdthema’s. Zo is gekeken naar de signalering van armoede bij leerlingen en het contact met hulpinstanties. En naar de initiatieven van leerkrachten en van de school voor bestrijding van armoede of omgang met armoede. Zevenhonderd leerkrachten hebben de online vragenlijst ingevuld.
Signalen van kinderen in armoede
Bijna twee derde van de basisschoolleerkrachten geeft aan leerlingen in de klas te hebben die in armoede leven. Het gaat gemiddeld om twee kinderen per klas. Hun ouders hebben een inkomen dat net boven de bijstandsnorm ligt. Leraren herkennen armoede vaak aan verouderde kleding of leerlingen die altijd hetzelfde dragen. Maar ook aan de inhoud van broodtrommels of het feit dat leerlingen niet hebben ontbeten. En aan de gesprekken na schoolvakanties waaruit blijkt wat kinderen tijdens hun vakantie hebben gedaan. Tot slot speelt ook persoonlijke hygiëne van leerlingen een rol in de signalering.
Negatieve invloed van armoede
Ruim de helft van de leerkrachten geeft aan dat oproeien in armoede een negatieve invloed heeft op de leerprestaties van leerlingen. Daarnaast beïnvloedt armoede de sociaal-emotionele ontwikkeling van leerlingen negatief. Dit geeft drie kwart van de leerkrachten aan.
Omgaan met kinderen in armoede
Uit het onderzoek blijkt ook dat leerkrachten en scholen verschillende initiatieven nemen om rekening te houden met armoede in hun klassen. Zo is een op de vijf leerkrachten gestopt met het voeren van kringgesprekken in de klas. Dit doen zij omdat het ‘te pijnlijk’ is voor leerlingen die niets doen tijdens hun weekenden of vakanties. Ook geeft de meerderheid van de leerkrachten aan dat de school ouders doorverwijst naar verschillende hulpinstanties. En dat er op school een potje is voor leerlingen die geen geld hebben voor buitenschoolse activiteiten. Daarnaast bieden een aantal scholen lunch, fruit of ander eten aan en verdelen zij spullen die niet meer worden gebruikt of over zijn. Bijna drie kwart van de docenten staat het bovendien niet toe dat leerlingen uitnodigingen voor feestjes in de klas uitdelen.
Minder kansen
Leerlingen die opgroeien in armoede hebben geen gelijke kansen in het onderwijs. Dat komt doordat hun leerprestaties en sociaal-emotionele ontwikkeling negatief worden beïnvloed door armoede. Het is belangrijk dat scholen zich steeds meer realiseren dat leerlingen die in armoede opgroeien minder kansen hebben hun talenten te ontwikkelen. Het is dan ook toe te juichen dat scholen initiatieven nemen om rekening te houden met armoede. En dat zij kinderen die in armoede opgroeien zo veel mogelijk te ondersteunen.
Lees hier het rapport van DUO onderwijsonderzoek & advies