26 mei 2015
1. Voorkom dat in het nieuwe jeugdstelsel ongerechtvaardigde verschillen ontstaan: de Rijksoverheid is en blijft verantwoordelijk voor naleving kinderrechten;
2. Verzamel alle relevante data om monitoring van beleid voor kinderen mogelijk te maken;
3. Bescherm kinderen tegen de gevolgen van bezuinigingen en voorkom armoede;
4. Besteed expliciet aandacht aan kinderrechten in internationale samenwerking;
5. Garandeer toegang tot hulp, zorg en onderwijs voor alle kinderen;
6. Garandeer de toegang tot passende hulp bij kindermishandeling;
7. Verbeter de situatie van vreemdelingenkinderen;
8. Bescherm kinderen die in aanraking komen met politie en justitie;
9. Verbeter de aanpak van (seksuele) uitbuiting;
10. Verbeter de mogelijkheden tot participatie voor kinderen en jongeren.
In tegenstelling tot veel andere ontwikkelde landen heeft Nederland nog geen handtekening gezet onder het Klachtenprotocol. Daarnaast heeft Nederland voorbehouden gemaakt bij enkele belangrijke rechten uit het Kinderrechtenverdrag. Aloys van Rest, voorzitter van het Kinderrechtencollectief: “Wij reizen af naar Genève in de overtuiging en verwachting dat Nederland toezegt het Klachtenprotocol te ratificeren en de voorbehouden op het VN-Kinderrechtenverdrag in te trekken.”
De regering legt op 27 mei van 10.00 – 13.00 en 15.00 – 17.00 uur tijdens de 69ste sessie van het VN-Kinderrechtencomité verantwoording af over de kinderrechtensituatie in Nederland. De zitting is live te volgen.
De Nederlandse regering verantwoordt zich op 27 mei bij het VN-Kinderrechtencomité in Geneve. De zorgelijke situatie van kinderen in het Europese en Caribische deel van Nederland, maken dat deze vijfjaarlijkse ondervraging door de Verenigde Naties, op een gevoelig moment komt. De decentralisatie van de jeugdzorg, de problemen waar asielzoekerskinderen tegenaan lopen, en de grote armoede onder kinderen op de BES-eilanden worden kritisch gevolgd door de leden van het Comité.
Nederland heeft in 1995 het VN-Kinderrechtenverdrag geratificeerd en moet zich een keer in de vijf jaar verantwoorden bij de Verenigde Naties. Na deze verantwoording doet het VN-Comité van kinderrechtendeskundigen bindende aanbevelingen waar de Nederlandse regering elk beleid dat kinderen raakt, op moet afstemmen.
Het Kinderrechtencollectief, een coalitie van kinderrechtenorganisaties, is bij de sessie aanwezig en volgt de reactie van de Nederlandse delegatie kritisch. Aloys van Rest, voorzitter van het Kinderrechtencollectief: “Aan een ontwikkeld land als Nederland mogen hoge eisen worden gesteld op het gebied van kinderrechten.” De kinderrechtenorganisaties maken zich extra zorgen om de volgende tien punten: