De rechten uit het VN-Kinderrechtenverdrag, zoals het recht op leven, gezondheid, veiligheid en educatie, gelden voor alle kinderen. Kinderen met een handicap moeten deze rechten ook kunnen uitoefenen. Het VN-Kinderrechtencomité heeft helaas geconstateerd dat kinderen met een beperking in veel landen worden gediscrimineerd en dat zij hierdoor moeilijkheden ondervinden als zij gebruik willen maken van hun rechten uit het Kinderrechtenverdrag. Vaak heeft het niet volledig kunnen uitoefenen van rechten door kinderen met een handicap te maken met sociale, culturele of fysieke obstakels. Dit is zorgelijk. Ongeveer tien procent van de wereldbevolking heeft een handicap, in Nederland gaat het om ongeveer 2 miljoen mensen die bijvoorbeeld slechtziend, blind of doof zijn, een lichamelijke of verstandelijke beperking hebben, of psychische problemen hebben.
Kinderen met een handicap horen een (vol)waardig, behoorlijk en zo zelfstandig mogelijk leven te kunnen leiden. Ze moeten kunnen deelnemen aan de maatschappij en zo min mogelijk moeilijkheden ondervinden op het gebied van onderwijs, wonen, transport, sociaal leven en toegang tot openbare plaatsen en diensten. Kinderen met een beperking dienen zoveel mogelijk gebruik te kunnen maken van de algemene voorzieningen die er voor alle kinderen zijn. Dit betekent dat ze zoveel mogelijk naar gewone scholen moeten kunnen gaan (het recht op inclusief onderwijs) en zoveel mogelijk thuis moeten kunnen wonen. De overheid dient kinderen met een beperking speciale aandacht te geven en hen de benodigde ondersteuning te bieden, zodat zij daadwerkelijk van de verschillende voorzieningen gebruik kunnen maken. Deze ondersteuning kan verschillende vormen aannemen. Ook hoort de overheid preventieve maatregelen te nemen om kinderen met een handicap te beschermen, omdat zij soms minder goed voor zichzelf op kunnen komen en daardoor kwetsbaarder zijn.
Er is een speciaal verdrag op dit thema: het VN-verdrag Handicap. Het verdrag geldt sinds 2016 in Nederland. Het heeft als doel het bevorderen, beschermen en waarborgen van mensenrechten en fundamentele vrijheden voor mensen, onder wie kinderen, met een handicap. Daarbij wil het verdrag de waardigheid van mensen met een handicap bevorderen. Om dit te garanderen dient aan een aantal grondbeginselen te zijn voldaan, zoals non-discriminatie, gelijke kansen, volledige participatie, opname in de samenleving, respect voor persoonlijke autonomie en voor de zich ontwikkelende capaciteiten van kinderen met een handicap.
Relevante kinderrechten
- Artikel 2 – Non-discriminatie
- Artikel 3 – Het belang van het kind
- Artikel 6 – Leven en ontwikkeling
- Artikel 12 – De mening van het kind
- Artikel 23 – Kinderen met een handicap
- Artikel 24 – Gezondheid en gezondheidszorg
- Artikel 28 – Toegang tot onderwijs
Belangrijkste General Comment
Het Kinderrechtencomité heeft een aantal General Comments geschreven die speciale relevantie hebben voor het thema ‘handicap’:
Andere General Comments die relevant kunnen zijn:
- General Comment nummer 4 – Over de gezondheid en ontwikkeling van adolescenten
- General Comment nummer 7 – Over kinderrechten in de vroege kinderjaren
- General Comment nummer 13 – Over het recht op bescherming tegen alle vormen van geweld
- General Comment nummer 14 – Over het belang van het kind
- General Comment nummer 17 – Over het recht op vrijetijdsbesteding
- General Comment nummer 25 – Over de rechten van het kind in relatie tot de digitale wereld
Alle thema’s