Verdragstekst
Lid 1 De Staten die partij zijn, erkennen dat ieder kind het inherente recht op leven heeft.
Lid 2 De Staten die partij zijn, waarborgen in de ruimst mogelijke mate de mogelijkheden tot overleven en de ontwikkeling van het kind.
Kern
Ieder kind heeft het recht op leven en ontwikkeling.
Toelichting
Ieder kind heeft het recht om te leven en om zich te ontwikkelen. Het Kinderrechtenverdrag geeft alleen niet aan wanneer het recht op leven begint. Dat kan zijn bij de conceptie, de geboorte, maar ook ergens daar tussenin. Het is aan de landen zelf om te bepalen vanaf wanneer dat recht op leven geldt. De overheid heeft daarnaast de plicht om een veilige omgeving te creëren waarin kinderen zich goed kunnen ontwikkelen en ongestoord kunnen opgroeien. Dus een omgeving zonder oorlog of armoede, waar genoeg te eten en drinken is, waar kinderen naar school kunnen en worden beschermd tegen mishandeling.
Lees voor een uitleg over kinderrechten in de vroege kinderjaren General Comment nr. 7.
Meer informatie:
- Jeugdstem
- Kindertelefoon
- Plan Nederland
- Save the Children
- Stichting Kinderpostzegels
- Terre des Hommes
Alle rechten:
Artikel 3: Belang van het kind
Artikel 4: Realiseren van kinderrechten
Artikel 5: De rol van ouders bij ontwikkeling kind
Artikel 6: Leven en ontwikkeling
Artikel 7: Naam, nationaliteit en geboorteregistratie
Artikel 8: Eerbiediging identiteit
Artikel 9: Scheiding van kind en ouder
Artikel 12: Mening van het kind
Artikel 13: Vrijheid van meningsuiting
Artikel 14: Vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst
Artikel 15: Vrijheid van vereniging en vergadering
Artikel 17: Toegang tot informatie
Artikel 18: Verantwoordelijkheden van ouders
Artikel 19: Geweld, mishandeling en verwaarlozing
Artikel 20: Kind zonder ouderlijke zorg
Artikel 22: Minderjarige vluchtelingen
Artikel 24: Gezondheid en gezondheidszorg
Artikel 25: Periodieke evaluatie uithuisplaatsing
Artikel 26: Sociale voorzieningen
Artikel 27: Toereikende levensstandaard
Artikel 30: Kinderen uit minderheidsgroepen
Artikel 31: Vrije tijd, spel en recreatie
Artikel 32: Economische uitbuiting en schadelijke arbeid
Artikel 34: Seksuele uitbuiting
Artikel 35: Ontvoering, verhandeling en verkoop van kinderen
Artikel 36: Andere vormen van uitbuiting
Artikel 37: Foltering en vrijheidsbeneming
Artikel 38: Gewapende conflicten
Artikel 39: Passende zorg voor slachtoffers van geweld
Artikel 41: Verderstrekkende bepalingen
Artikel 43: Comité voor de Rechten van het Kind
Artikel 44: Rapportageverplichting
Artikel 45: Gespecialiseerde organisaties
Artikel 46 – 54: Toetreding, wijzigingen, voorbehouden en opzegging