Verdragstekst
Lid 1 De Staten die partij zijn, nemen passende maatregelen om te waarborgen dat een kind dat de vluchtelingenstatus wil verkrijgen of dat in overeenstemming met het toepasselijke internationale of nationale recht en de toepasselijke procedures als vluchteling wordt beschouwd, ongeacht of het al dan niet door zijn of haar ouders of door iemand anders wordt begeleid, passende bescherming en humanitaire bijstand krijgt bij het genot van de van toepassing zijnde rechten beschreven in dit Verdrag en in andere internationale akten inzake de rechten van de mens of humanitaire akten waarbij de bedoelde Staten partij zijn.
Lid 2 Hiertoe verlenen de Staten die partij zijn, naar zij passend achten, hun medewerking aan alle inspanningen van de Verenigde Naties en andere bevoegde intergouvernementele organisaties of niet-gouvernementele organisaties die met de Verenigde Naties samenwerken, om dat kind te beschermen en bij te staan en de ouders of andere gezinsleden op te sporen van een kind dat vluchteling is, teneinde de nodige inlichtingen te verkrijgen voor hereniging van het kind met het gezin waartoe het behoort. In gevallen waarin geen ouders of andere familieleden kunnen worden gevonden, wordt aan het kind dezelfde bescherming verleend als aan ieder ander kind dat om welke reden ook, blijvend of tijdelijk het leven in een gezin moet ontberen, zoals beschreven in dit Verdrag.
Kern
Een kind dat asiel zoekt of erkend is als vluchteling, heeft recht op bijzondere bescherming en bijstand. Het maakt daarbij niet uit of een vluchtelingenkind alleenstaand is of bij zijn of haar ouders is. De overheid moet proberen de ouders of andere familieleden van alleenstaande gevluchte kinderen op te sporen. Als dat niet lukt, heeft het kind recht op dezelfde bescherming als elk ander kind zonder ouderlijke zorg.
Toelichting
De overheid moet vluchtelingenkinderen bescherming bieden. Zowel als zij met hun ouders zijn, als wanneer zij alleen zijn. Het gaat daarbij niet alleen om basale bescherming zoals een dak boven het hoofd, eten en drinken en gezondheidszorg. Het gaat ook om bescherming bij het verkrijgen van een vergunning als dat nodig is. Daarnaast zijn vluchtelingenkinderen ook gewoon kinderen. En dat betekent dat zij – net als alle kinderen – aanspraak moeten kunnen maken op alle rechten uit het Kinderrechtenverdrag. Zij moeten daarom onderwijs kunnen volgen, buitenschoolse activiteiten kunnen ondernemen en vrij kunnen spelen. En zij hebben recht op continuïteit en stabiliteit.
Toch worden vluchtelingenkinderen in Nederland niet altijd gelijk behandeld. Zij moeten bijvoorbeeld vaak verhuizen van het ene asielzoekerscentrum naar het andere. Daardoor kunnen zij nergens echt aarden of zich (blijvend) hechten aan mensen en een omgeving. Zij brengen soms een aanzienlijk deel van hun kindertijd door in asielzoekerscentra. En ze verkeren een lange periode in onzekerheid over of zij wel of niet in Nederland mogen blijven. Bovendien ontbreekt het vaak aan voldoende zorg en ondersteuning voor ouders van vluchtelingenkinderen. Hierdoor maken deze kinderen zich vaak zorgen over hun ouders of ze gaan zelfs voor hun ouders zorgen.
Klik hier voor een uitleg over General Comment nr. 6 over de omgang met alleenstaande minderjarige kinderen die niet in hun eigen land verblijven.
Meer informatie:
- ASKV Steunpunt Vluchtelingen
- CoMensha (mensenhandel)
- Defence for Children
- (I)legaal kind
- Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND)
- INLIA
- Juridisch Loket
- Nidos
- Rotterdams Ongedocumenteerden Steunpunt
- Separated Children in Europe Programme
- Stichting LOS
- Stichting Vluchteling
- STIL (Utrecht)
- Tell me! – voor en over kinderen in asielzoekerscentra
- UNICEF
- Vluchtelingen Onder Dak
- Vluchtelingen Organisaties Nederland
- Vluchtelingenwerk Nederland
- Werkgroep Kind in azc
Alle rechten:
Artikel 3: Belang van het kind
Artikel 4: Realiseren van kinderrechten
Artikel 5: De rol van ouders bij ontwikkeling kind
Artikel 6: Leven en ontwikkeling
Artikel 7: Naam, nationaliteit en geboorteregistratie
Artikel 8: Eerbiediging identiteit
Artikel 9: Scheiding van kind en ouder
Artikel 12: Mening van het kind
Artikel 13: Vrijheid van meningsuiting
Artikel 14: Vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst
Artikel 15: Vrijheid van vereniging en vergadering
Artikel 17: Toegang tot informatie
Artikel 18: Verantwoordelijkheden van ouders
Artikel 19: Geweld, mishandeling en verwaarlozing
Artikel 20: Kind zonder ouderlijke zorg
Artikel 22: Minderjarige vluchtelingen
Artikel 24: Gezondheid en gezondheidszorg
Artikel 25: Periodieke evaluatie uithuisplaatsing
Artikel 26: Sociale voorzieningen
Artikel 27: Toereikende levensstandaard
Artikel 30: Kinderen uit minderheidsgroepen
Artikel 31: Vrije tijd, spel en recreatie
Artikel 32: Economische uitbuiting en schadelijke arbeid
Artikel 34: Seksuele uitbuiting
Artikel 35: Ontvoering, verhandeling en verkoop van kinderen
Artikel 36: Andere vormen van uitbuiting
Artikel 37: Foltering en vrijheidsbeneming
Artikel 38: Gewapende conflicten
Artikel 39: Passende zorg voor slachtoffers van geweld
Artikel 41: Verderstrekkende bepalingen
Artikel 43: Comité voor de Rechten van het Kind
Artikel 44: Rapportageverplichting
Artikel 45: Gespecialiseerde organisaties
Artikel 46 – 54: Toetreding, wijzigingen, voorbehouden en opzegging