Verdragstekst
De Staten die partij zijn, waarborgen dat:
a. geen enkel kind wordt onderworpen aan foltering of aan een andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing. Doodstraf noch levenslange gevangenisstraf zonder de mogelijkheid van vrijlating wordt opgelegd voor strafbare feiten gepleegd door personen jonger dan achttien jaar;
b. geen enkel kind op onwettige of willekeurige wijze van zijn of haar vrijheid wordt beroofd. De aanhouding, inhechtenisneming of gevangenneming van een kind geschiedt overeenkomstig de wet en wordt slechts gehanteerd als uiterste maatregel en voor de kortst mogelijke passende duur;
c. ieder kind dat van zijn of haar vrijheid is beroofd, wordt behandeld met menselijkheid en met eerbied voor de waardigheid inherent aan de menselijke persoon, en zodanig dat rekening wordt gehouden met de behoeften van een persoon van zijn of haar leeftijd. Met name wordt ieder kind dat van zijn of haar vrijheid is beroofd, gescheiden van volwassenen tenzij het in het belang van het kind wordt geacht dit niet te doen, en heeft ieder kind het recht contact met zijn of haar familie te onderhouden door middel van correspondentie en bezoeken, behalve in uitzonderlijke omstandigheden;
d. ieder kind dat van zijn of haar vrijheid is beroofd het recht heeft onverwijld te beschikken over juridische en andere passende bijstand, alsmede het recht de wettigheid van zijn vrijheidsberoving te betwisten ten overstaan van een rechter of een andere bevoegde, onafhankelijke en onpartijdige autoriteit, en op een onverwijlde beslissing ten aanzien van dat beroep.
Kern
Kinderen mogen niet zomaar van hun vrijheid worden beroofd. Zij mogen nooit worden onderworpen aan foltering of andere vernederende behandeling of straf. Kinderen mogen nooit de doodstraf of een levenslange gevangenisstraf krijgen.
Toelichting
Marteling en andere vormen van wrede, onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing van kinderen zijn verboden. Kinderen mogen niet veroordeeld worden tot de doodstraf of tot levenslange gevangenisstraf. Het opsluiten van een kind, bijvoorbeeld omdat het een strafbaar feit heeft gepleegd, mag alleen als uiterste maatregel en dan zo kort mogelijk. Hier moet altijd een rechter, of een onafhankelijke commissie, over beslissen.
Dit artikel geldt niet alleen voor opsluiting in het kader van het jeugdstrafrecht. Gesloten jeugdhulp of een gesloten plaatsing vanwege een psychiatrische aandoening en migratiedetentie vallen hier dus ook onder. Een kind heeft recht op juridische bijstand. Bovendien mogen kinderen niet samen met volwassenen opgesloten worden. Alle kinderen in geslotenheid hebben recht op een menswaardige behandeling, onderwijs en contact met hun familie.
Nederland heeft bij dit artikel een voorbehoud gemaakt. Namelijk dat zestien- en zeventienjarigen bij extreme misdaden berecht kunnen worden volgens het strafrecht voor volwassenen.
Kijk hier voor een uitleg van General Comment nr. 10 over kinderen en het jeugdstrafrecht.
Meer informatie:
- Amnesty International
- Continuiteit van zorg
- Commissie van Toezicht
- Dienst Justitiële Inrichtingen
- HALT
- Kinder- en Jongerenrechtswinkels
- Openbaar Ministerie
- RSJ
- Zorgwijzer
- Vraag het de politie
Alle rechten:
Artikel 3: Belang van het kind
Artikel 4: Realiseren van kinderrechten
Artikel 5: De rol van ouders bij ontwikkeling kind
Artikel 6: Leven en ontwikkeling
Artikel 7: Naam, nationaliteit en geboorteregistratie
Artikel 8: Eerbiediging identiteit
Artikel 9: Scheiding van kind en ouder
Artikel 12: Mening van het kind
Artikel 13: Vrijheid van meningsuiting
Artikel 14: Vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst
Artikel 15: Vrijheid van vereniging en vergadering
Artikel 17: Toegang tot informatie
Artikel 18: Verantwoordelijkheden van ouders
Artikel 19: Geweld, mishandeling en verwaarlozing
Artikel 20: Kind zonder ouderlijke zorg
Artikel 22: Minderjarige vluchtelingen
Artikel 24: Gezondheid en gezondheidszorg
Artikel 25: Periodieke evaluatie uithuisplaatsing
Artikel 26: Sociale voorzieningen
Artikel 27: Toereikende levensstandaard
Artikel 30: Kinderen uit minderheidsgroepen
Artikel 31: Vrije tijd, spel en recreatie
Artikel 32: Economische uitbuiting en schadelijke arbeid
Artikel 34: Seksuele uitbuiting
Artikel 35: Ontvoering, verhandeling en verkoop van kinderen
Artikel 36: Andere vormen van uitbuiting
Artikel 37: Foltering en vrijheidsbeneming
Artikel 38: Gewapende conflicten
Artikel 39: Passende zorg voor slachtoffers van geweld
Artikel 41: Verderstrekkende bepalingen
Artikel 43: Comité voor de Rechten van het Kind
Artikel 44: Rapportageverplichting
Artikel 45: Gespecialiseerde organisaties
Artikel 46 – 54: Toetreding, wijzigingen, voorbehouden en opzegging