Verdragstekst
De Staten die partij zijn, nemen alle passende wettelijke, bestuurlijke en andere maatregelen om de in dit Verdrag erkende rechten te verwezenlijken. Ten aanzien van economische, sociale en culturele rechten nemen de Staten die Partij zijn deze maatregelen in de ruimste mate waarin de hun ter beschikking staande middelen dit toelaten en, indien nodig, in het kader van internationale samenwerking.
Kern
Staten moeten alles doen wat in hun macht ligt om kinderrechten te verwezenlijken.
Toelichting
De overheid moet alle mogelijke maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat de rechten van het kind waargemaakt worden. Dat betekent onder meer dat er duidelijke plannen moeten zijn voor hoe dat moet gebeuren. En natuurlijk dat daar geld voor vrij wordt gemaakt. Ook moeten overheden elkaar steunen. Dat kan door inhoudelijke kennis te delen, maar ook door financiële ondersteuning. Nederland kent programma’s voor ontwikkelingssamenwerking. Deze programma’s bevorderen en realiseren ook de rechten van het kind in andere landen.
Kijk hier voor een uitleg van General Comment nr. 5 over algemene maatregelen om het Kinderrechtenverdrag te implementeren.
Kijk hier voor een uitleg van General Comment nr. 16 over kinderrechten en het bedrijfsleven en de verantwoordelijkheid van de overheid hierin.
Kijk hier voor een uitleg van General Comment nr. 19 over kinderrechten en overheidsfinanciën.
Meer informatie:
Alle rechten:
Artikel 3: Belang van het kind
Artikel 4: Realiseren van kinderrechten
Artikel 5: De rol van ouders bij ontwikkeling kind
Artikel 6: Leven en ontwikkeling
Artikel 7: Naam, nationaliteit en geboorteregistratie
Artikel 8: Eerbiediging identiteit
Artikel 9: Scheiding van kind en ouder
Artikel 12: Mening van het kind
Artikel 13: Vrijheid van meningsuiting
Artikel 14: Vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst
Artikel 15: Vrijheid van vereniging en vergadering
Artikel 17: Toegang tot informatie
Artikel 18: Verantwoordelijkheden van ouders
Artikel 19: Geweld, mishandeling en verwaarlozing
Artikel 20: Kind zonder ouderlijke zorg
Artikel 22: Minderjarige vluchtelingen
Artikel 24: Gezondheid en gezondheidszorg
Artikel 25: Periodieke evaluatie uithuisplaatsing
Artikel 26: Sociale voorzieningen
Artikel 27: Toereikende levensstandaard
Artikel 30: Kinderen uit minderheidsgroepen
Artikel 31: Vrije tijd, spel en recreatie
Artikel 32: Economische uitbuiting en schadelijke arbeid
Artikel 34: Seksuele uitbuiting
Artikel 35: Ontvoering, verhandeling en verkoop van kinderen
Artikel 36: Andere vormen van uitbuiting
Artikel 37: Foltering en vrijheidsbeneming
Artikel 38: Gewapende conflicten
Artikel 39: Passende zorg voor slachtoffers van geweld
Artikel 41: Verderstrekkende bepalingen
Artikel 43: Comité voor de Rechten van het Kind
Artikel 44: Rapportageverplichting
Artikel 45: Gespecialiseerde organisaties
Artikel 46 – 54: Toetreding, wijzigingen, voorbehouden en opzegging