Verdragstekst
Ten einde daadwerkelijke toepassing van het Verdrag te bevorderen en internationale samenwerking op het gebied dat het Verdrag bestrijkt, aan te moedigen:
a. hebben de gespecialiseerde organisaties, het Kinderfonds van de Verenigde Naties en andere organen van de Verenigde Naties het recht vertegenwoordigd te zijn bij het overleg over de toepassing van die bepalingen van dit Verdrag welke binnen de werkingssfeer van hun mandaat vallen. Het Comité kan de gespecialiseerde organisaties, het Kinderfonds van de Verenigde Naties en andere bevoegde instellingen die zij passend acht, uitnodigen deskundig advies te geven over de toepassing van dit Verdrag op gebieden die binnen de werkingssfeer van hun onderscheiden mandaten vallen. Het Comité kan de gespecialiseerde organisaties, het Kinderfonds van de Verenigde Naties en andere organen van de Verenigde Naties uitnodigen rapporten over te leggen over de toepassing van het Verdrag op gebieden waarop zij werkzaam zijn;
b. doet het Comité, naar hij passend acht, aan de gespecialiseerde organisaties, het Kinderfonds van de Verenigde Naties en andere bevoegde instellingen, alle rapporten van Staten die partij zijn, toekomen die een verzoek bevatten om, of waaruit een behoefte blijkt aan, technisch advies of technische ondersteuning, vergezeld van eventuele opmerkingen en suggesties van het Comité aangaande deze verzoeken of deze gebleken behoefte.;
c) kan het Comité aan de Algemene Vergadering aanbevelen de Secretaris-Generaal te verzoeken namens het Comité onderzoeken te doen naar specifieke thema’s die verband houden met de rechten van het kind;
d. kan het Comité suggesties en algemene aanbevelingen doen gebaseerd op de ingevolge de artikelen 44 en 45 van dit Verdrag ontvangen gegevens. Deze suggesties en algemene aanbevelingen worden aan iedere betrokken Staat die partij is, toegezonden, en medegedeeld aan de Algemene Vergadering, vergezeld van eventuele commentaren van de Staten die partij zijn.
Kern
Ook anderen dan de overheid, zoals kinderrechtenorganisaties en jongerenorganisaties, kunnen aan het Comité rapporteren over hoe het gaat met de naleving van kinderrechten in hun land.
Toelichting
Het Kinderrechtencomité vraagt niet alleen de overheid hoe het gaat met de naleving van kinderrechten in een land. Ze vraagt dat ook aan jongeren en organisaties die voor en met kinderen en jongeren werken. Jongeren geven hun visie en mening in een jongerenrapportage. In Nederland wordt de jongerenrapportage meestal gemaakt door de NJR (Nationale Jeugdraad). Daarnaast gaan er enkele jongeren naar het Kinderrechtencomité toe om belangrijke onderwerpen uit de jongerenrapportage mondeling nader toe te lichten.
In Nederland verzorgt het Kinderrechtencollectief de rapportages namens de kinderrechtenorganisaties. Het Kinderrechtencollectief is een samenwerking van veel organisaties in Nederland die voor en met kinderen werken.
Het Kinderrechtencomité komt in de rapportage met conclusies en aanbevelingen over de wijze waarop in een land de kinderrechten worden nageleefd. Deze formuleert zij op basis van de eigen bevindingen van het Kinderrechtencomité, de rapportage van de regering, de jongerenrapportage en de rapportage van de kinderrechtenorganisaties. De aanbevelingen van het Kinderrechtencomité om bepaalde zaken te verbeteren worden door regeringen beschouwd als gezaghebbend commentaar. Daar moet men dus serieus mee aan de slag.
Meer informatie:
- Kijk hier voor meer informatie over het rapportageproces.
- Kijk hier voor een uitleg van General Comment nr. 12 over de rol van onafhankelijke toezichthouders.
Alle rechten:
Artikel 3: Belang van het kind
Artikel 4: Realiseren van kinderrechten
Artikel 5: De rol van ouders bij ontwikkeling kind
Artikel 6: Leven en ontwikkeling
Artikel 7: Naam, nationaliteit en geboorteregistratie
Artikel 8: Eerbiediging identiteit
Artikel 9: Scheiding van kind en ouder
Artikel 12: Mening van het kind
Artikel 13: Vrijheid van meningsuiting
Artikel 14: Vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst
Artikel 15: Vrijheid van vereniging en vergadering
Artikel 17: Toegang tot informatie
Artikel 18: Verantwoordelijkheden van ouders
Artikel 19: Geweld, mishandeling en verwaarlozing
Artikel 20: Kind zonder ouderlijke zorg
Artikel 22: Minderjarige vluchtelingen
Artikel 24: Gezondheid en gezondheidszorg
Artikel 25: Periodieke evaluatie uithuisplaatsing
Artikel 26: Sociale voorzieningen
Artikel 27: Toereikende levensstandaard
Artikel 30: Kinderen uit minderheidsgroepen
Artikel 31: Vrije tijd, spel en recreatie
Artikel 32: Economische uitbuiting en schadelijke arbeid
Artikel 34: Seksuele uitbuiting
Artikel 35: Ontvoering, verhandeling en verkoop van kinderen
Artikel 36: Andere vormen van uitbuiting
Artikel 37: Foltering en vrijheidsbeneming
Artikel 38: Gewapende conflicten
Artikel 39: Passende zorg voor slachtoffers van geweld
Artikel 41: Verderstrekkende bepalingen
Artikel 43: Comité voor de Rechten van het Kind
Artikel 44: Rapportageverplichting
Artikel 45: Gespecialiseerde organisaties
Artikel 46 – 54: Toetreding, wijzigingen, voorbehouden en opzegging