Verdragstekst
De Staten die partij zijn, eerbiedigen de verantwoordelijkheden, rechten en plichten van de ouders of, indien van toepassing, van de leden van de familie in ruimere zin of de gemeenschap al naar gelang het plaatselijk gebruik, van wettige voogden of anderen die wettelijk verantwoordelijk zijn voor het kind, voor het voorzien in passende leiding en begeleiding bij de uitoefening door het kind van de in dit Verdrag erkende rechten, op een wijze die verenigbaar is met de zich ontwikkelende vermogens van het kind.
Kern
Ouders of andere wettelijke verantwoordelijken hebben de primaire verantwoordelijkheid voor de zorg, begeleiding en opvoeding van hun kinderen. De overheid moet dit respecteren en hierin ondersteuning bieden.
Toelichting
Ouders zijn primair verantwoordelijk voor de zorg, begeleiding en opvoeding van hun kinderen. En wel op die manier dat die zorg, begeleiding en opvoeding in lijn is met de rechten van het kind. De overheid moet de rechten en verantwoordelijkheden van ouders respecteren. Daarbij moet de overheid de ouders passende bijstand verlenen bij het invullen van die verantwoordelijkheid en het kunnen uitoefenen van de ermee verbonden taken. Van belang is dat de overheid ervoor zorgt dat ouders toegang hebben tot voorzieningen en diensten voor hun kinderen. Als ouders (tijdelijk) niet in staat zijn om voor hun kind te zorgen moet de overheid het kind helpen en op een passende manier opvangen. Het begrip ouders moet hier niet te nauw worden opgevat. Het kan zijn dat een ander dan de biologische ouder wettelijk gezien verantwoordelijk is voor het kind, zoals een voogd.
Het bovenstaande betekent dat de overheid niet overal bij hoort in te grijpen. Het is in eerste instantie aan ouders om een kind groot te brengen. De overheid past hierin een ondersteunende, faciliterende en dienende rol. Soms is het echter toch nodig om van overheidswege bemoeienis te hebben of zelfs in te grijpen in de leef- en opvoedsituatie van een kind. Het kan zijn dat er door de rechter een ondertoezichtstelling wordt uitgesproken. Maar ook in dat geval mag niet opeens voorbij worden gegaan aan de rechten en plichten van ouders. Zij zijn ook dan nog verantwoordelijk. En dat betekent dat samen met hen moet worden nagegaan hoe aan die verantwoordelijkheid het beste invulling kan worden gegeven.
Hulp bij opvoeden
Gepaste ondersteuning van ouders (en verzorgers) door de overheid bestaat bijvoorbeeld uit het bieden van betrouwbare informatie en het geven van voorlichting aan ouders. Ook gaat het om het faciliteren van de combinatie van werk en zorg. Dus het zorgen voor kwalitatief goede en betaalbare kinderopvang. Bovendien moet de overheid financiële ondersteuning bieden aan ouders die de kosten voor hun kind(eren) niet (geheel) op eigen kracht kunnen opbrengen.
Voor wat betreft de hulp bij opvoeden die de overheid beschikbaar moet stellen valt te denken aan instanties die ouders helpen bij opgroei- en opvoedvraagstukken. Bijvoorbeeld consultatiebureaus en centra voor jeugd- en gezin. Maar denk ook aan de Raad voor de Kinderbescherming die onderzoek kan doen naar de vraag of een gezin hulp nodig heeft en hoe die hulp dan het beste kan worden gegeven.
Klik hier voor een uitleg over General Comment nr. 7 over kinderrechten in de vroege kinderjaren en General Comment nr. 4 over de gezondheid en ontwikkeling van adolescenten.
Meer informatie:
- Centra voor Jeugd en Gezin
- J/M Ouders
- Nederlands Jeugdinstituut
- Opvoedadvies
- Opvoeden
- Ouders
- Raad voor de Kinderbescherming
Alle rechten:
Artikel 3: Belang van het kind
Artikel 4: Realiseren van kinderrechten
Artikel 5: De rol van ouders bij ontwikkeling kind
Artikel 6: Leven en ontwikkeling
Artikel 7: Naam, nationaliteit en geboorteregistratie
Artikel 8: Eerbiediging identiteit
Artikel 9: Scheiding van kind en ouder
Artikel 12: Mening van het kind
Artikel 13: Vrijheid van meningsuiting
Artikel 14: Vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst
Artikel 15: Vrijheid van vereniging en vergadering
Artikel 17: Toegang tot informatie
Artikel 18: Verantwoordelijkheden van ouders
Artikel 19: Geweld, mishandeling en verwaarlozing
Artikel 20: Kind zonder ouderlijke zorg
Artikel 22: Minderjarige vluchtelingen
Artikel 24: Gezondheid en gezondheidszorg
Artikel 25: Periodieke evaluatie uithuisplaatsing
Artikel 26: Sociale voorzieningen
Artikel 27: Toereikende levensstandaard
Artikel 30: Kinderen uit minderheidsgroepen
Artikel 31: Vrije tijd, spel en recreatie
Artikel 32: Economische uitbuiting en schadelijke arbeid
Artikel 34: Seksuele uitbuiting
Artikel 35: Ontvoering, verhandeling en verkoop van kinderen
Artikel 36: Andere vormen van uitbuiting
Artikel 37: Foltering en vrijheidsbeneming
Artikel 38: Gewapende conflicten
Artikel 39: Passende zorg voor slachtoffers van geweld
Artikel 41: Verderstrekkende bepalingen
Artikel 43: Comité voor de Rechten van het Kind
Artikel 44: Rapportageverplichting
Artikel 45: Gespecialiseerde organisaties
Artikel 46 – 54: Toetreding, wijzigingen, voorbehouden en opzegging